Inleiding/algemene informatie
1— Accupack
2— Deksel
3— Dekselschroef
1.12.3 Opladen
Het diagnose-instrument kan worden gevoed door de interne, oplaadbare accu.
Een volledig opgeladen standaard-accupack levert voldoende stroom voor ongeveer
3 uur ononderbroken gebruik. Voor instructies voor verwijdering en installatie van het
accupack zie,
Verwijdering/installatie
De batterij wordt opgeladen wanneer de gegevenskabel wordt verbonden met het
voertuig-DLC. De batterij wordt ook opgeladen wanneer de AC-voedingstoevoer
verbonden wordt met een AC-stroombron, en aangesloten op het diagnose-
instrument. Sluit de meegeleverde AC-stroomvoorziening aan om de batterij op te
laden.
Steek het uiteinde van de AC- voedingskabel in de voedingsaansluiting van het
diagnose-instrument, verbind de AC-voedingskabel dan met een goedgekeurde
AC-stroombron.
Deze zijde boven.
1
2
3
Afbeelding 1-5
op pagina 8.
Gebruik hiervoor uitsluitend de meegeleverde AC-stroomvoorziening.
Sluit de AC-voeding nooit aan op het diagnose-instrument wanneer het
apparaat communiceert met een voertuig.
De led-indicator voor de accustatus (naast de voedingsaansluiting) geeft de
accustatus aan.
Accustatus-led (bovenzijde van instrument)
Groen - Volledig opgeladen/stroom geleverd door de
AC-voeding.
Rood - Opladen
Oranje - Foutmodus, accutemperatuur boven 40 °C
(104 °F). Laat het instrument en de accu afkoelen
voordat u doorgaat met het gebruik.
Oplaadstatusindicator van de accu (titelbalk)
Volledig geladen accu - Dit pictogram geeft aan dat de voeding afkomstig is van
de interne accu. De horizontale balken nemen af naarmate de accu leeg raakt.
Accu bijna leeg - Dit pictogram geeft aan dat de interne accu bijna leeg is en
onmiddellijk moet worden opgeladen. Er wordt een waarschuwingsbericht op het
scherm weergegeven wanneer de accu bijna leeg is.
Externe voeding aangesloten - Dit pictogram geeft aan dat de voeding
afkomstig is van de gegevenskabelverbinding met een voertuig of van de
AC-voeding en dat de accu wordt geladen.
9
BELANGRIJK
Accupack