Scanner
4.5.7 Over Cursors
Verticale cursors waarmee specifieke gegevensreferentiepunten kunnen worden
gemarkeerd, worden automatisch getoond (in grafische PID weergaven).
Grijs (Onderbreken/Opslaan) - Als u Onderbreken of Opslaan selecteert tijdens
het verzamelen van gegevens, wordt er automatisch een verticale grijze cursor
geplaatst op dat punt in de gegevens, om aan te geven waar de gegevens zijn
onderbroken of opgeslagen.
Elke keer dat Onderbreken wordt gekozen, komt er een cursor bij, en deze
•
verschijnt wanneer Start wordt gekozen om verder te gaan met gegevens
verzamelen.
Elke keer dat Opslaan wordt gekozen, komt er een cursor bij, en deze
•
verschijnt wanneer de gegevensverzameling herstart na een korte pauze om
het bestand op te slaan.
De cursors worden als referentiepunten in alle PID's getoond.
•
De cursors worden bewaard en weergegeven in opgeslagen
•
gegevensbestanden.
Blauw (Huidige positie) - Als u Onderbreken selecteert tijdens het verzamelen
van gegevens, verschijnt een verticale blauwe cursor als indicator van uw positie in
de gegevens, die de huidige positiewaarde van de teller weergeeft.
De cursors worden als referentiepunten in alle PID's getoond.
•
Afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen gegevens staat de blauwe cursor
•
soms uiterst links naast de beschrijving, of uiterst rechts naast de schuifbalk,
waardoor deze moeilijk zichtbaar is. Als dit gebeurt, gebruik dan de
bedieningspictogrammen (Stap vooruit/achteruit) om door de gegevens te
gaan totdat u de cursor kunt zien.
Rood (Getriggerd PID-activeringspunt) - Wanneer u triggers gebruikt, wordt een
verticale rode cursor weergegeven in de gegevens van de getriggerde PID op het
punt waar de trigger werd geactiveerd.
Indien meerdere PID's zijn ingeschakeld, zal alleen de PID die het eerst is
•
getriggerd een rode cursor weergeven.
Groen (Triggeractivering referentiepunt) - Wanneer u triggers gebruikt, worden
groene verticale cursors weergegeven in alle PID's (behalve de PID die was
getriggerd) als referentie naar het activeringspunt van de getriggerde PID.
Wanneer een trigger is geactiveerd, zijn de getoonde rode en groene cursors
•
alle verticaal uitgelijnd in de grafiekgegevens om de relatie van het triggerpunt
te laten zien in alle PID's.
4.5.8 Onderbreken en Inzien van actieve gegevens
Tijdens normaal bedrijf worden gegevens van het voertuig voortdurend opgeslagen
in het buffergeheugen, terwijl deze op het scherm worden weergegeven. De functie
Onderbreken
(Afbeelding
4-19) stelt u in staat om het verzamelen van gegevens
tijdelijk te onderbreken voor gedetailleerde controle.
1.02
0.56 - 1.02
Nadat op Onderbreken is gedrukt:
Gebruik de bedieningspictogrammen
•
de gegevens te bewegen.
De blauwe (verticale cursor)
•
weer, wat ook wordt aangeduid door de huidige positiewaarde in de teller. Deze
cursor wordt in alle PID's getoond.
28
Werken met gegevens (PID's)
Afbeelding 4-19
(Afbeelding
4-20) om nauwkeurig door
(Afbeelding
4-20) geeft uw positie in de gegevens