13 Justeren<P1 JUSTEREN>
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie als ook bij temperatuurschommelingen
van de omgeving. Om nauwkeurige meetresultaten te verzekeren wordt het
aanvullend aanbevolen om de weegschaal ook cyclisch in de weegmodus te
justeren.
De volgende types van het justeren zijn mogelijk:
• Automatisch justeren met intern gewicht (modellen AEJ, PLJ) door tijd en
temperatuur gecontroleerd, zie hoofdstuk 13.1.
• Manueel intern justeren (modellen AEJ, PLJ) geactiveerd door het drukken op
de toets CAL, zie hoofdstuk 13.2.1.
• Automatisch justeren door extern gewicht (modellen AES), zie hoofdstuk
13.2.2.
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor opwarmingstijd
•
zorgen (zie hoofdstuk 1) die voor stabilisatie van de weegschaal nodig is.
Het justeren kan worden doorgevoerd wanneer er geen voorwerpen zijn op
•
het
weegschaalplateau.
foutmelding <Bereik overschreden> afgelezen.
Het justeren kan door drukken op de toets TARE worden onderbroken.
•
Indien mogelijk het externe justeren met het gewicht doorvoeren die gelijk
•
is aan de maximale belasting van de weegschaal (aanbevolen
justeersgewicht, zie hoofdstuk 1). Het is ook mogelijk het justeren met de
gewichten van andere nominale waarden door te voeren (> 30% Max), het
is maar niet optimaal voor wat betreft de meettechniek.
AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730
Bij
belast
weegschaalplateau
wordt
de
58