Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Analyse- en precisieweegschalen
KERN AEJ-C / AES-C / PLJ-C
Type AEJ_D / AES_C / PLJ_D
Versie 3.0
AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor KERN AEJ 100-4DM

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Analyse- en precisieweegschalen KERN AEJ-C / AES-C / PLJ-C Type AEJ_D / AES_C / PLJ_D Versie 3.0 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    KERN AEJ-C/AES-C/PLJ-C Type AEJ_D / AES_C / PLJ_D Versie 3.0 2017-07 Gebruiksaanwijzing Analyse- en precisieweegschalen Inhoudsopgave T ec hnis c he gegevens ..................6 C onformiteitverklaring ..................11 Aanzic ht van het apparaat ................12 Overzicht aanduidingen/toetsenbord ................... 15 3.1.1 navigatietoetsen/de waarde numeriek invoeren ...............
  • Pagina 3 9.3.6 <P2.2.2> AUTOTARRA/<P2.2.3.2> AUTODREMPEL ............46 9.3.7 <P2.2.3> Manueel/automatisch invoeren (manuele/automatische uitdraai) van de gegevens/ <P2.2.3.2> AUTODREMPEL......................... 47 9.3.8 <P2.2.4> Informatieregel ......................49 9.3.9 <P2.2.5> Bijzondere informatie ....................50 9.3.10 <P2.1.6> Belegging van de toetsen van de snelle toegang ..........51 <P 8 E E NHE DE N>...
  • Pagina 4 Uitvoering ..........................129 C ommunic atie/menu “ C onfiguratie” <P 3> ..........135 27.1 <P3.1/ P3.2> RS-232 Interface configureren ..............136 27.2 <P3.3> WLAN interface (fabrieksoptie KERN PLJ-A06) ..........138 27.2.1 P3.3.2 – NETWERKKEUZE ....................139 27.2.2 <P3.3.3> – NETWERKPARAMETERS ................141 27.3...
  • Pagina 5 29.6.17 Gewicht van referentiestuk invoeren .................. 165 29.6.18 Het doelgewicht invoeren (doseren) .................. 165 29.6.19 Gewicht van referentiebelasting invoeren (percentagewegen) .......... 166 29.6.20 Bevestiging/simulatie van het drukken van de PRINT toets ..........166 29.6.21 Het intern justeren starten ....................166 29.6.22 Intern automatisch justeren blokkeren ................
  • Pagina 6: Technische Gegevens

    1 Technische gegevens (Type) AEJ 100-4DM AEJ 200-4DM AEJ 200-5DM KERN Handelsmerk AEJ 100-4CM AEJ 200-4CM AEJ 200-5CM Afleeseenheid(d) 0,1 mg 0,1 mg 0,01 mg; 0,1 mg Weegbereik (Max) 160 g 220 g 82 g; 220 g Minimale last (Min)
  • Pagina 7 KERN AES 100-4C AES 200-4C Afleeseenheid(d) 0,1 mg 0,1 mg Weegbereik (Max) 160 g 220 g Reproduceerbaarheid 0,2 mg 0,2 mg Liniariteit ±0,2 mg ±0,2 mg Duur van de signaaltoename Aanbevolen adjusterend 150 g (E2) 200 g (E2) kalibratiegewicht (klasse)
  • Pagina 8 (Type) KERN PLJ 300-3DM PLJ 600-3DM Handelsmerk PLJ 300-3CM PLJ 600-3CM Afleeseenheid(d) 1 mg 1 mg Weegbereik (Max) 360 g 600 g Minimale last (Min) 20 mg 20 mg IJkwaarde(e) 10 mg 10 mg IJkklasse Reproduceerbaarheid 1 mg 2 mg Liniariteit ±4 mg...
  • Pagina 9 (Type) KERN PLJ 700-3DM PLJ 3000-2DM Handelsmerk PLJ 700-3CM PLJ 3000-2CM Afleeseenheid(d) 1 mg 10 mg Weegbereik (Max) 750 g 3500 g Minimale last (Min) 20 mg 500 mg IJkwaarde(e) 10 mg 100 mg IJkklasse Reproduceerbaarheid 2 mg 10 mg Liniariteit ±4 mg...
  • Pagina 10: Afmetingen

    Afmetingen AEJ / AES: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 11: Aanzicht Van Het Apparaat

    3 Aanzicht van het apparaat AEJ / AES: Pos. Naam Glazen windscherm Weegschaalplateau Afleesinrichting Toetsenbord Schroefvoet AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 12 KERN/PLJ: Pos. Naam Glazen windscherm Weegschaalplateau Afleesinrichting Toetsenbord Schroefvoet AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 13 Contacten en poorten (alle modellen) Pos. Naam Contact van de netadapter Poort COM 2 Poort COM 1 USB- poort 2 (bv. printer, computer) USB - poort 1 (bv. toetsenboord) AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 14: Overzicht Aanduidingen/Toetsenbord

    3.1 Overzicht aanduidingen/toetsenbord Pos. Naam Stabilisatieaanduiding Aanduiding van de nulaanduiding Informatieregel In de geijkte weegschalen wordt de niet-geijkte waarde tussen haakjes afgelezen Weegeenheid “g” Toets Functie • Keuze van de bedrijfmodus • Het justeren starten • Configuratiemenu opvragen • Vochtbepaler aan-/uitzetten •...
  • Pagina 15: Navigatietoetsen/De Waarde Numeriek Invoeren

    • Functietoets/ snelle toegang tot de basisfuncties • Tarreren • Record toevoegen • Omschakelen van weegeenheden • Het menu verlaten • De toets van de snelle toegang tot de vaak herhaalde functies en instellingen (belasting zie hoofdstuk 9.3.10) • Navigatietoetsen, zie hoofdstuk 2.1.1 •...
  • Pagina 16: Basisopmerkingen (Algemene Informatie)

    De weegschaal mag enkel conform beschreven richtlijnen worden gebruikt. Andere gebruiksbereiken / toepassingsgebieden vereisen schriftelijke toestemming van de firma KERN. 4.3 Garantie De garantie vervalt ingeval van: • niet naleven van onze richtlijnen zoals in de gebruiksaanwijzing bepaald;...
  • Pagina 17: Toezicht Over Controlemiddelen

    De controlegewichten en de weegschalen kan men snel en goedkoop laten ijken (kalibreren) in een ijkinglaboratorium van de firma KERN geaccrediteerd door DKD (Deutsche Kalibrierdienst) (terugzetten naar de norm geldende in bepaald land). 5 Veiligheid grondrichtlijnen 5.1 Richtlijnen van de gebruiksaanwijzing nakomen...
  • Pagina 18 • Vóór versturen alle aangesloten kabels en losse/mobiele onderdelen loskoppelen. Voorbeeldtekening KERN AEJ/AES-C • Indien aanwezig dient de vervoerbescherming opnieuw te worden aangebracht. • Alle delen, bv. het glazen windscherm, het weegschaalplateau, de netadapter, e.d. dienen tegen uitglijden en beschadiging te worden beveiligd.
  • Pagina 19 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 20: Uitpakken, Installeren En Aanzetten

    7 Uitpakken, installeren en aanzetten 7.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van de juiste locatie voor de weegschaal verzekert een nauwkeurig en snel bedrijf.
  • Pagina 21: Instelling

    7.3 Instelling De juiste locatie is van cruciaal belang voor de nauwkeurigheid van de weegresultaten van de analytische weegschalen en precisieweegschalen met hoge resolutie (zie hoofdstuk 7.1). Model AEJ-CM Transportvergrendeling in de pijlrichting <OPEN> draaien en afnemen. Transportvergrendeling bewaren voor eventuele verdere transport. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 22  Weegschaalplateau installeren. Modellen AEJ/AES-C Model AEJ-5CM (uitgezonderd AEJ-5CM) Het glazen windscherm aan alle Het glazen windscherm aan alle • • kanten openen. kanten openen. plaatscherm Transportvergrendeling noodzakelijk • • weegschaalkamer doen. verwijderen (1). centreerring plaatscherm • • plaatscherm leggen. weegschaalkamer doen.
  • Pagina 23 Model PLJ-C: Modellen met basisleesbaarheid 10 mg: • Het plakband van het rubberen element (1) verwijderen. • De schaal (2) op de rubberen elementen leggen. Modellen met basisleesbaarheid 1 mg: • Het plakband van het rubberen element (1) verwijderen. • De schaal (2) op de rubberen elementen leggen. •...
  • Pagina 24: Waterpas Zetten

    7.4 Waterpas zetten Nauwkeurige instelling en stabiele installatie zijn de voorwaarden om herhaalbare resultaten te bereiken. De weegschaal kan waterpas worden gezet door kleine oneffenheden of helling van het basisoppervlak te compenseren.  De weegschaal waterpas zetten met schroefvoeten, de luchtbel in de libel (waterpas) moet zich in het gemarkeerde bereik bevinden.
  • Pagina 25: Aansluiting Aan Netwerkvoeding

    De weegschaal kan aan het voedingsnetwerk enkel dan worden aangesloten indien de gegevens op het toestel (sticker) en de lokale voedingspanning identiek zijn. Enkel originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist de toestemming van de firma KERN. Belangrijk: Vóór starten netkabel op beschadigingen controleren.
  • Pagina 26: Aan- En Uitzetten

    7.6.2 Aan- en uitzetten De aan netwerkvoeding aangesloten weegschaal wordt continu aangezet. Door de toets ON/OFF te drukken wordt de afleesinrichting aan- en uitgezet. Om de afleesinrichting aan te zetten de toets ON/OFF drukken. Afwachten totdat de basisaanduiding verschijnt. Om uit te zetten de toets ON/OFF drukken. De weegschaal wordt naar de gereedmodus omgeschakeld.
  • Pagina 27 Inloggen: Het is mogelijk om met gebruik van enkele toetsen in te loggen: met de toets F of met de toets DATA, of een van de toetsen van de snelle toegang (als de functie <INLOGGEN> is aan hen toegewezen). De toets ...
  • Pagina 28 De toets  Met de navigatietoetsen de gebruiker <ADMIN> kiezen en met PRINT bevestigen.  Met de navigatietoetsen het wachtwoord invoeren en met de toets PRINT bevestigen; zie hoofdstuk 3.1.1 „De waarde numeriek invoeren”. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 29: Randapparatuur

    Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van het gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van het netwerk te worden gescheiden. Uitsluitend accessoires en randapparatuur van de firma KERN met de weegschaal gebruiken, optimaal aan de weegschaal aangepast. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 30: Menu

    8 Menu 8.1 Menustructuur Het menu is verdeeld in zeven menublokken (P1–P7). Justeren Toegankelijke instellingen P1.1 Intern justeren zie hoofdstuk 13.2.1 P1.2 Extern justeren zie hoofdstuk 13.2.2 (enkel modellen AES) P1.3 Justeren van de gebruiker zie hoofdstuk 13.2.3 (enkel modellen AES) P1.4 Justeertoets zie hoofdstuk 13.2.4 Bedrijfsmodus...
  • Pagina 31 Afdrukken P5.1 Justeerprotocol zie hoofdstuk 14.1 P5.2 Koptekst zie hoofdstuk 14.2.1 P5.3 Protocol DPL zie hoofdstuk 14.2.2 P5.4 Voettekst zie hoofdstuk 14.2.3 P5.5 Bijzondere afdruk 1 zie hoofdstuk P5.6 Bijzondere afdruk 2 P5.7 Bijzondere afdruk 3 zie hoofdstuk 14.3 P5.8 Bijzondere afdruk 4 P5.10 Variabele 1 zie hoofdstuk 14.4 P5.11 Variabele 2...
  • Pagina 32: Navigatie In Het Menu

    8.2 Navigatie in het menu Het menu opvragen De toets drukken , het verschijnt het eerste menublok "P1 CAL". Menublok Keuze van de volgende, afzonderlijke menublokken met de kiezen navigatietoets. Naar voren scrollen met de navigatietoets Naar achteren scrollen met de navigatietoets Keuze van de menupunt De keuze van menublok met de toets...
  • Pagina 33: Weegmodus

    9 Weegmodus De uitvoering van gewoon wegen omschreven in hoofdstuk "Wegen". Behalve omschreven operaties (gewoon wegen, op nul zetten, tarreren) biedt de weegschaal nog andere mogelijkheden om toepassing "Wegen" aan de behoeftes van de gebruiker aan te passen, verdere instellingen zie hoofdstuk 9.3. 9.1 Wegen Voor de vereiste opwarmingstijd zorgen voor de stabilisatie van de weegschaal (zie hoofdstuk 1).
  • Pagina 34: Wegen Met Tarra

    9.1.3 Wegen met tarra  Tarreren Het eigen gewicht van de container gebruikt voor de weging kan worden getarreerd door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het nettogewicht van het gewogen materiaal verschijnt. • De weegschaalcontainer op het weegschaalplateau plaatsen en indien nodig de deur van het windscherm sluiten.
  • Pagina 35  Tarra numeriek invoeren (functie PRETARRE): Inleidende voorwaarde: De toets van de snelle toegang F1,F2, F3 of F4 wordt de functie <TARRA INVOEREN> toegeschreven, zie hoofdstuk 9.3.10. • De toets van de snelle toegang drukken, de aanduiding voor invoeren van de tarrawaarde verschijnt.
  • Pagina 36: Tarra Wissen

     Het gewicht van de container van de gegevensbank aflezen. • Of de toets van de snelle toegang (F1, F2, F3, F4) drukken waaraan de functie <TARRA KIEZEN > wort toegeschreven (zie hoofdstuk 9.3.10). • Nadat de toets wordt gedrukt de functie <TARRA KIEZEN> kiezen. Het verschijnt de aanduiding nodig om tarrageheugen te kiezen.
  • Pagina 37: Wegen Onder De Vloer

    9.2 Wegen onder de vloer Wegen onder de vloer maakt het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de schaal kunnen worden gesteld. Men dient als volgt te handelen: • De weegschaal uitzetten. •...
  • Pagina 38: De Instelling

    9.3 De instelling <P2.2 WEGEN> Navigatie in het menu, zie hoofdstuk 8.2. Menustructuur: Menupunt Parameter Toegankelijke instellingen/ verklaring ZEER SNEL Zeer hoge gevoeligheid en zeer en zeer P2.2.1 P2.2.1.1 hoge reactiesnelheid van de weegschaal, zeer rustige Filter AFLEZEN locatie SNEL Zeer hoge gevoeligheid en hoge reactiesnelheid van de weegschaal, zeer rustige locatie GEMIDDELD...
  • Pagina 39 P2.2.2 AUTOTARRA Keuzemogelijkheid: ja/nee P2.2.3 P2.2.3.1 Door drukken op PRINT wordt het protocol direct MODUS AFDRUKMO afgedrukt onafhankelijk of de weeggwaarde stabiel is (richtlijnen WANNEER STABIEL Nadat PRINT wordt gedrukt, wordt het eerst dan voor de toets afgedrukt wanneer de weegwaarde stabiel is PRINT) AUTO Automatische uitdraai (automatische afdruk) van de...
  • Pagina 40: Filter Aanpassing Aan Het Soort Wegen En De Omgevingsomstandigheden

    9.3.1 <P2.2.1.1> Filter Aanpassing aan het soort wegen en de omgevingsomstandigheden Men dient daarbij op te letten dat door vertraging van de reactietijden de ingestelde gegevensbewerking stabieler wordt en door de versnelling van de reactietijden de stabilisatie wordt belast. Het betekent: hoe hoger het filterniveau hoe langer de reactietijd.
  • Pagina 41: Aanduiding Van De Stabilisatiecontrole

    9.3.2 <P2.2.1.2> Aanduiding van de stabilisatiecontrole Door deze instelling wordt het mogelijk de beoordelingssnelheid te bepalen en door de weegschaal de meetwaarde als de stabiele waarde weer te geven. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 42: Functie "Auto-Nul

    9.3.3 <P2.2.1.3> Functie "Auto-nul" Dankzij deze functie is het mogelijk om de geringe gewichtsschommelingen te tarreren (bv. door vervuiling van het weegschaalplateau). Bij de actieve functie wordt elke weging met de nulaanduiding gestart. Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie- en stabilisatiemechanisme”...
  • Pagina 43: De Laatste Cijfer Van De Aanduiding Verbergen

    9.3.4 <P2.2.1.4> De laatste cijfer van de aanduiding verbergen In de vochtbepaler is het mogelijk de afleesbaarheid met een decimaal te verkleinen. In een dergelijk geval wordt de laatste decimaal afgerond en van aanduiding verwijderd. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 44: Omgeving

    9.3.5 <P2.2.1.5> Omgeving Dankzij deze functie is het mogelijk de weegschaal aan de omgeving optimaal aan te passen. Bij rustige locatie (bv. geen tocht en trillingen) de instelling <STABIEL> kiezen. Bij onrustige locatie met steeds veranderende omstandigheden de instelling <INSTABIEL>. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 45: Autotarra/ Autodrempel

    9.3.6 <P2.2.2> AUTOTARRA/<P2.2.3.2> AUTODREMPEL Met de automatische tarra-functie wordt als de tarrawaarde de eerste stabiele gewichtswaarde opgeslagen. Met de parameter <P2.2.3.2> AUTODREMPEL wordt het minimale gewicht bepaald dat opgelegd moet worden zodat het automatisch wordt getarreerd. Volgende automatische tarra volgt pas indien de aanduiding onder de voor autodrempel ingestelde waarde daalt.
  • Pagina 46: Manueel/Automatisch Invoeren (Manuele/Automatische Uitdraai) Van De Gegevens/Autodrempel

    Manueel/automatisch invoeren (manuele/automatische uitdraai) 9.3.7 <P2.2.3> van de gegevens <P2.2.3.2> AUTODREMPEL Met deze functie is er mogelijk om te bepalen hoe de uitdraai (afdruk) van de gegevens gebeurt. Toegankelijke instellingen: Menupunt Toegankelijke instellingen/ verklaring <P2.2.3.1> <WANEER Manuele uitdraai (manuele afdruk) van STABIEL>...
  • Pagina 47 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 48: Informatieregel

    9.3.8 <P2.2.4> Informatieregel Dankzij deze functie wordt het mogelijk welke aanvullende informaties bij de linker rand van de display worden afgelezen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 49: Bijzondere Informatie

    9.3.9 <P2.2.5> Bijzondere informatie Met deze functie worden de bijzondere informaties voor de gebruiker gedefinieerd. Bij de actieve functie worden deze bij de <P2.2.5 BIJZONDERE INFORMATIES> onderste rand van de display afgelezen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 50: Belegging Van De Toetsen Van De Snelle Toegang

    9.3.10 <P2.1.6> Belegging van de toetsen van de snelle toegang Met de toetsen van de snelle toegang F1, F2, F3 i F4 wordt de directe toegang mogelijk tot de nodige functies en instellingen. De toegankelijke instellingen zijn afhankelijk van de gekozen bijdrijfsmodus. Door het drukken op bepaalde toets wordt een functie uitgevoerd die in deze menupunt aan beide toetsen wordt toegeschreven.
  • Pagina 51: Omschakelen Van Weegeenheden

    10 <P8 EENHEDEN> Met deze functie is het mogelijk om de weegeenheden te bepalen waarmee de weegschaal samen kan werken. Toegankelijke instellingen: Menupunt Toegankelijke instellingen/ verklaring Met deze functie worden de eenheden bepaald, in welke P8.1 het weegresultaat met de toets UNIT kan worden TOEGANG omgeschakeld.
  • Pagina 52: Startweegeenheid Definiëren

    De toegankelijke weegeenheden zijn afhankelijk van het model en de  ijking van de weegschaal. Tijdens het aanzetten van de weegschaal verschijnt de eenheid met  welke de weegschaal werd uitgeschakeld. 10.2 Startweegeenheid definiëren <P8.2> De toegankelijke weegeenheden zijn afhankelijk van het model en de ...
  • Pagina 53: Vrije Programmeerbare Weegeenheid Definiëren

    10.3 Vrije programmeerbare weegeenheid definiëren <P8.3/P8.4> Vrij programmeerbare weegeenheden zijn alleen beschikbaar bij de weegschalen zonder typegoedkeuring. • Met de navigatietoetsen het omrekeningsfactor invoeren en met de toets PRINT bevestigen. • Terug naar de weegmodus door de toets meermaals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 54: Algemene Parameters

    11 Algemene parameters <P6 OVERIGE> Hier kunnen parameters worden ingesteld die van invloed zijn op de bediening van de weegschaal, zoals de taal van de gebruiker, aflezen van de datum/ tijd, toetsengeluiden, de helderheid van de display, e.d. Menustructuur: Navigatie in het menu, zie hoofdstuk 8.2. Menupunt Toegankelijke instellingen/verklaring P6.1...
  • Pagina 55 DPL> kiezen en met bevestigen.  Intern gewicht tweemaal opgelegd, er worden 10 herhaalde metingen uitgevoerd.  Justeren  Berekening van standaardafwijking Automatische protocolafdruk  Afdrukvoorbeeld KERN YKB-01N ------------------- ------------------- GLP Autotest Rep. Scale Type 150854 Balance ID User Admin Soft.
  • Pagina 56: Aflezen Van De Informaties Over Het Apparaat

    12 Aflezen van de informaties over het apparaat <P7 INFORMATIE> Met deze functie kunnen de gegevens over de weegschaal worden afgelezen en afgedrukt. • Met de toets de lijst met de gegevens over de weegschaal naar voren scrollen. • Om de actuele weegschaalinstellingen af te drukken de parameter <P7.5 AFDRUK VAN DE INSTELLINGEN>...
  • Pagina 57: Justeren

    13 Justeren<P1 JUSTEREN> Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van installatie).
  • Pagina 58: Automatisch Justeren Met Extern Gewicht (Modellen Aej, Plj)

    Het justeerproces kan meermaals worden onderbroken. Men dient echter te onthouden dat het onderbreken van het justeren tot foutieve weegresultaten kan leiden. Nadat de optionele printer wordt aangesloten, wordt het automatische justeerprotocol geprint. Justeerprotocol definiëren, zie hoofdstuk 14.1/<P5.1 Justeerprotocol>. Afdrukvoorbeeld KERN YKB-01N: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 59: Na Afloop Van In Het Menu Bepaald Tijdinterval

    Automatisch justeren wordt uitgevoerd: nadat de weegschaal van het netwerk wordt gescheiden, • wanneer de temperatuur veranderd, • Dankzij de temperatuursensor wordt het volledig geautomatiseerd justeren door de weegschaal uitgevoerd zodra de temperatuurverandering van 3°C wordt waargenomen. Het komende justeren wordt door de "CAL" melding in combinatie met het symbool van thermometer gesignaleerd.
  • Pagina 60: Menuinstellingen

    13.2 Menuinstellingen <P1 JUSTEREN> Navigatie in het menu, zie hoofdstuk 8.2. Menupunt Verklaring P1.1 Intern justeren (enkel modellen AEJ en PLJ) INTERN JUSTEREN P1.2 Extern justeren (enkel modellen AES) EXTERN JUSTEREN P1.2 Extern justeren met gebruik van een extern door gebruiker JUSTEREN gedefinieerd justeergewicht (enkel modellen AES) VAN DE GEBRUIKER...
  • Pagina 61 13.2.1 <P1.1 INTER JUSTEREN > Automatisch intern justeren, zie hoofdstuk 13.1  Manueel starten van intern justeren  Geen voorwerpen mogen zich op het weegschaalplateau bevinden. • Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug naar de • weegmodus gezet. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 62: Modellen Aes)

    13.2.2 <P1.2 EXTERN JUSTEREN (modellen AES) > • Het justeren dient te worden uitgevoerd met behulp van het aanbevolen justeergewicht (zie hoofdstuk 1 "Technische gegevens"). Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor opwarmingstijd • zorgen (zie hoofdstuk 1) die voor stabilisatie van de weegschaal nodig is. •...
  • Pagina 63 • Nadat de optionele printer wordt aangesloten, wordt het automatische justeerprotocol geprint. Justeerprotocol definiëren, zie hoofdstuk 14.1/<P5.1 Justeerprotocol>. • De toets UNIT drukken om naar weegmodus terug te gaan. Afdrukvoorbeeld KERN YKB-01N: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 64: Het Justeren Met Gebruik Van Een Extern Door Gebruiker

    13.2.3 <P1.3 G E B R UIK E R J US T E R E N> Het justeren met gebruik van een extern door gebruiker gedefinieerd justeergewicht • Menupunt<P1.3 GEBRUIKER JUSTEREN> opvragen. • Met de navigatietoetsen de nominale waarde van gewenst justeergewicht invoeren (>...
  • Pagina 65 • Het gewenste justeergewicht voorzichtig in het midden van de monsterschaal plaatsen, de toets PRINT drukken. Afwachten totdat de aanduiding „GEWICHT AFNEMEN” verschijnt. • Het justeergewicht afnemen. Na succesvol justeren wordt automatisch naar het menu terug gekeerd. • Nadat de optionele printer wordt aangesloten, wordt het automatische justeerprotocol geprint.
  • Pagina 66: Justeertest

    13.2.4 <P1.4 JUSTEERTEST> Justeertest Met deze functie is het mogelijk om het gewicht van het interne justeergewicht met de opgeslagen waarde te vergelijken. De test wordt automatisch uitgevoerd. Het resultaat verschijnt op display en na de aansluiting van een optionele printer, wordt het via interface RS-232 geprint. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 67: Protocollen Definiëren

    Serienummer, Ja/Neen WEEGSCHAALIDENTIFICATIE <P5.1.8> JUSTEERAFWIJKING Afwijking laatst justeren printen, Ja/Neen <P5.1.9> STREEPJES Streepjes die handtekening afscheiden printen, Ja/Neen Blok met regels voor handtekening onder protocol <P5.1.10> HANDTEKENING toevoegen, Ja/Neen Afdrukvoorbeeld 1 (KERN YKB-01N): Menupunt Instelling Protocol P5.1.2 P5.1.3 P5.1.4 P5.1.5 P5.1.6 P5.1.7...
  • Pagina 68 Afdrukvoorbeeld 2 (KERN YKB-01N): Menupunt Instelling Protocol P5.1.2 Neen P5.1.3 P5.1.4 Neen P5.1.5 P5.1.6 Neen P5.1.7 P5.1.8 P5.1.9 Neen P5.1.10 Neen AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 69: Weegprotocol

    14.2 Weegprotocol In dit menupunt wordt bepaald welke informatie in de standaard justeerprotocollen worden geprint.  Navigatie in het menu, zie hoofdstuk 8.2.  Het menu wordt in drie submenu`s verdeeld, hier worden de instellingen van de koptekst, protocollen van de weegresultaten en voettekst ingesteld.
  • Pagina 70: Afdruk Van Weegresultaat/Protocol Definiëren Dpl

    Afdrukvoorbeeld (KERN YKB-01N): Menupunt Instelling Protocol P5.2.1 P5.2.2 P5.2.3 P5.2.4 P5.2.5 Neen P5.2.6 P5.2.7 P5.2.8 Neen P5.2.9 Neen P5.2.10 Neen P5.2.11 P5.2.12 Neen P5.2.13 Geen 14.2.2 Afdruk van weegresultaat/protocol definiëren DPL <P5.3> In de systemen van kwaliteitsverzekering worden protocollen van de weegresultaten en het correcte weegschaaljusteren vereist met opgave van datum en tijd als ook identificatienummer van de weegschaal.
  • Pagina 71: Voettekst Definiëren

    Afdrukvoorbeeld (KERN YKB-01N): Menupunt Instelling Protocol P5.3.1 P5.3.2 P5.3.3 Neen P5.3.4 Neen P5.3.5 Neen P5.3.6 Neen P5.3.7 P5.3.8 P5.3.9 P5.3.10 Geen 14.2.3 Voettekst definiëren <P5.4> In deze submenu wordt bepaald welke informatie in de voettekst van het weegprotocol worden geprint. De voettekst wordt geprint nadat de toets van de snelle toegang F1 of F2 wordt gedrukt (als de functie <Voettekst printen>...
  • Pagina 72: De Door Gebruiker Gedefinieerde Afdruk

    14.3 De door gebruiker gedefinieerde afdruk <P5.5>–<P.5.8 BIJZONDERE AFDRUK> In het menu <P5> kunnen vier bijzondere afdrukken worden gedefinieerd (<P5.5>– <P5.8>), elke met max. 160 tekens. Bij invoeren van ononderbroken tekst (numerieke waarden zie hoofdstuk 3.1.1) worden in het menu aanvullende volgende variabelen afgelezen: Algemene variabelen: Afdruk van één teken “%”...
  • Pagina 73 Variabelen van de afdruk: Afdruk van één teken “/” (d.w.z. om één teken / af te drukken, dienen twee tekens // te worden ingevoerd) CRLF (carriage return line feed) Terugkeer van de drager (begin van de regel), volgende regel CR (carriage return) Terugkeer van de drager (begin van de regel) LF (line feed) Volgende regel...
  • Pagina 74: Universele Variabelen

    Voorbeelden van het invoeren van de tekst in de weegmodus: KERN∗SOHN DATE: <Actuele datum> TIME: <Actuele tijd> MASS: <Actuele nettogewicht in standaardeenheid> ∗∗∗∗∗∗SIGNATURE: Invoer: • Het gewenste menupunt P5.5–P5.8 opvragen (Bijzondere afdruk 1–4) en de tekst invoeren, de waarde numeriek invoeren, zie hoofdstuk 3.1.1.
  • Pagina 75: Protocollen Op Usb Geheugen Opslaan/Afdrukken

    14.5 Protocollen op USB geheugen opslaan/afdrukken Dankzij deze optie is er mogelijk het weegresultaat op een USB -geheugen als een tekstbestand op te slaan en deze gegevens op de met computer aangesloten printer af te drukken. Uitvoering:  De USB-stick USB-poort steken, verschijnt...
  • Pagina 76: Gegevensbank

    15 Gegevensbank Toegankelijke gegevensbanken: Gegevensbank Gegevens Mogelijk om te bewerken  Gebruikers <b1> 10 gebruikers zie hoofdstuk 15.1  Producten <b2> 1000 producten zie hoofdstuk 15.2  Tarra <b3> zie hoofdstuk containtergewichten 15.3  Wegingen<b4.4> 1000 weegresultaten Neen zie hoofdstuk 15.4 ...
  • Pagina 77: Gegevensbank Van De Gebruikers

    15.1 Gegevensbank van de gebruikers In de gebruikersgegevensbank<b1 Gebruikers> kunnen 100 gebruikersprofielen met individuele preferenties en bevoegdheden voor gebruikers worden ingevoerd. Gebruikersbeheer invoeren gebruikers verschillende bevoegdheden: beheerder en overige gebruikers. Beheerder heeft volledige toegang tot de menu's en gegevensbanken. Alleen hij kan nieuwe gebruikers maken en hem individuele rechten toeschrijven.
  • Pagina 78: Een Nieuw Gebruikersprofiel Opmaken

    15.1.1 Een nieuw gebruikersprofiel opmaken Voor elke gebruiker kunnen de volgende gegevens worden ingevoerd: NAAM max. 30 tekens, CODE max. 6 tekens WACHTWOOR max. 8 cijfers BEVOEGDHED Gebruiker, Master, Beheerder TAAL Deutsch/Espanol/Francais/Turk/Cesky/Italiano/Magyar/Polski/English Door het invoeren van de gebruikersparameters is er eenvoudiger de toetsenbord van de computer op de USB-poort aan te sluiten.
  • Pagina 79: Een Gebruiker Verwijderen

    15.1.2 Een gebruiker verwijderen AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 80: Gebruiker Opvragen

    • Met de navigatietoetsen de gebruiker kiezen en met de toets verwijderen. • De vraag “VERWIJDEREN” positief beantwoorden, de toets PRINT indrukken, de display wordt naar het menu omgeschakeld. De toets UNIT drukken om naar weegmodus terug te gaan. 15.1.3 Gebruiker opvragen Zie hoofdstuk 7.6.4 "Inloggen".
  • Pagina 81: Nieuw Product Opmaken

    15.2.1 Nieuw product opmaken  Productnaam bepalen AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 82  Na het invoeren van de productnaam alle parameters achtereenvolgens definiëren. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 83: Containtergewichten

    15.3 Containtergewichten In de gegevensbank van de producten <b3 TARRA> kunnen voor 10 producten volgende wijzigingen worden ingevoerd: NAAM Max. 30 tekens TARRA Gewicht van de container 15.3.1 Nieuw containergewicht opmaken • Het gewicht van de container van de gegevensbank aflezen, zie hoofdstuk 9.1.3.
  • Pagina 84: Weegresultaten

    15.4 Weegresultaten Gegevensbank<b4.4 Wegingen> is niet bewerkt. De gegevens worden automatisch opgeslagen nadat de toets PRINT worden gedrukt. De gebruiker kan de records raadplegen, printen of naar USB geheugen exporteren. In de gegevensbank kunnen 1000 weegresultaten worden opgeslagen. Nadat de weegschaalgeheugen wordt gebruikt wordt het eerstvolgende record opgeslagen.
  • Pagina 85 Nadat het parameter <Afdruk> wordt gekozen en de toets PRINT ingedrukt, worden de gegevens met een aangesloten printer afgedrukt. De inhoud van de gegevensuitgave is afhankelijk van de menuinstellingen<P5.3 DPL>, zie 14.2.2. Afdrukvoorbeeld (KERN YKB-01N): Date 18.05.2015 Time...
  • Pagina 86: Alibi Geheugen

    15.5 ALIBI geheugen Bij geijkt wegen dat via een aangesloten computer wordt beoordeeld en verwerkt, wordt in het kader van consumentenbescherming op basis van de IJkwet een elektronische archivering op een geijkte geheugen aanbevolen die het manipuleren van de gegevens voorkomt. ALIBI geheugen voldoet aan dit eis. Het wordt gebruikt voor papierloos archiveren van 100 000 wegingen.
  • Pagina 87 Nadat het parameter <Afdruk> wordt gekozen en de toets PRINT ingedrukt, worden de gegevens met een aangesloten printer afgedrukt. De inhoud van de gegevensuitgave is afhankelijk van de menuinstellingen<P5.3 DPL>, zie 14.2.2. Afdrukvoorbeeld (KERN YKB-01N): Date 18.05.2015 Time...
  • Pagina 88: Export/Import Van Gegevensbanken Van/Naar Usb Geheugen

    15.6 Export/Import van gegevensbanken van/naar USB geheugen. Dank deze optie is het mogelijk: • de gegevensbank "Producten", "Gebruikers" en "Tarra" van de ene naar de andere weegschaal kopiëren/overdragen; • gegevens van de gegevensbank "Weegresultaten" en "Alibi geheugen" archiveren.  Het USB-geheugen in de USB-poort doen. ...
  • Pagina 89  Het USB-geheugen aan de computer sluiten. • Om "Alibi" bestand te openen is de optionele software KERN PET-A16 nodig. • De "NC" bestanden kunnen niet worden geopend, ze zijn uitsluitend voor import naar andere toestellen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 90: Instellingen Van De Toepassing

    16 Instellingen van de toepassing Overzicht van de toegankelijke toepassingen: Wegen zie hoofdstuk 9 Het aantal stuks bepalen zie hoofdstuk 17 De controleweging zie hoofdstuk 18 Doseren zie hoofdstuk 19 Percentagebepaling zie hoofdstuk 20 Dieren wegen zie hoofdstuk 21 Dichtheidsbepaling zie hoofdstuk 22 Statistiek zie hoofdstuk 23...
  • Pagina 91 Als fabrieksinstelling zijn via de toets MODE alle toepassingen beschikbaar. De lijst van de beschikbare toepassingen kan aan de behoeftes van de gebruiker worden aangepast. Nadat MODE wordt ingedrukt worden enkel de toepassingen afgelezen waarvoor "JA" wordt gekozen. Toepassing activeren/deactiveren AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 92: Het Aantal S Tuks Bepalen

    17 Het aantal stuks bepalen Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen, dient het gemiddelde stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde referentiewaarde te worden bepaald. Het wordt het totaalgewicht bepaald en door het aantal elementen (zogenoemd aantal referentiestuks) gedeeld. Op basis van het berekende gewicht van een referentiestuk wordt vervolgens het tellen doorgevoerd.
  • Pagina 93: Het Proces Van Het Aantal Stuks Bepalen Doorvoeren

    17.2 Het proces van het aantal stuks bepalen doorvoeren Voorbereiding: Aan twee functietoetsen naar eigen keuze met functies <REFERENTIEGEWICHT INVOEREN> <REFERENTIEGEWICHT BEPALEN>TOESCHRIJVEN, hoofdstuk 17.1 of hoofdstuk 9.3.10. 17.2.1 Het gewicht van het referentiestuk door wegen bepalen  Toepassing kiezen<AANTAL STUKS BEPALEN>, zie hoofdstuk 16.1. In de informatieregel wordt het laatst gebruikte gewicht van de referentiestuk afgelezen.
  • Pagina 94  Zo`n aantal te tellen elementen opleggen als vereist in overeenstemming met het ingestelde aantal referentiestuks. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken.  Het gemiddelde gewicht van het referentiestuk wordt door de weegschaal bepaald en verschijnt in het informatieveld. De referentielast afnemen. ...
  • Pagina 95 Aantal van de door de gebruiker gedefinieerde referentiestuks (bv. 30 stuk)  Indien nodig een lege weegschaalcontainer tarreren.  Zo`n aantal te tellen elementen opleggen als vereist in overeenstemming met het ingestelde aantal referentiestuks. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. ...
  • Pagina 96: Het Bekende Gewicht Van Het Referentiestuks Numeriek Invoeren

    17.2.2 Het bekende gewicht van het referentiestuks numeriek invoeren  Toepassing kiezen<AANTAL STUKS BEPALEN>, zie hoofdstuk 16.1. In de informatieregel wordt het laatst gebruikte gewicht van de referentiestuk. Bij eerste ingebruikname met de waarde 0,0000 g.  De functietoets drukken waaraan de functie <REFERENTIEGEWICHT INVOEREN>...
  • Pagina 97: Het Gewicht Van Het Referentiestuk Van De Gegevensbank Van De Producten Opvragen

    17.2.3 Het gewicht van het referentiestuk van de gegevensbank van de producten opvragen Voorbereiding Aan de willekeurige functietoets de functie<PRODUCT KIEZEN> toeschrijven, zie hoofdstuk 17.1.  De functietoets drukken waaraan de functie <PRODUCT KIEZEN> wordt toegeschreven (voorbeeldaanduiding F1).  Met de navigatietoetsen het gewenste product kiezen en met PRINT bevestigen.
  • Pagina 98: De C Ontroleweging

    18 De controleweging Tijdens de controleweging is het mogelijk om de bovenste en onderste grenswaarde (de onderste/bovenste drempel) te bepalen en daarbij te verzekeren dat het gewogen materiaal precies binnen de bepaalde tolerantiegrenzen ligt. De over- en onderschrijding van de grenswaarden worden als blinkende aanduidingen <MIN>, <OK>...
  • Pagina 99: De Grenswaarden Met De Functietoets Invoeren

    18.1.1 De grenswaarden met de functietoets invoeren  Toepassing<CONTROLEWEGEN> kiezen, hoofdstuk 16.1. informatieveld worden het laatst gebruikte grenswaarden afgelezen. Bij eerste ingebruikname met de waarde 0,0000 g.  De functietoets drukken waaraan de functie <DREMPEL INVOEREN> wordt toegeschreven (voorbeeldaanduiding F1). De aanduiding voor invoer van de onderste grenswaarde verschijnt.
  • Pagina 100 Nadat de grenswaarden worden ingesteld is de weegschaal paraat om controlewegen uit te voeren.  Indien nodig de weegschaal tarreren, het gewogen materiaal opleggen en de tolerantiecontrole starten. Het monstergewicht wordt tegenover de tolerantie-grenswaarden op basis van de aanduidingen <MIN>, <OK> of < MAX> getoond. Aanduiding voorbeeld Toestand Het gewicht van het gewogen materiaal onder de...
  • Pagina 101: De Grenswaarden Van De Gegevensbank Van De Producten Opvragen

    18.1.2 De grenswaarden van de gegevensbank van de producten opvragen. Voorbereiding Aan de willekeurige functietoets de functie<PRODUCT KIEZEN> toeschrijven, zie hoofdstuk 17.1.  De functietoets drukken waaraan de functie <PRODUCT KIEZEN> wordt toegeschreven (voorbeeldaanduiding F1).  Met de navigatietoetsen het gewenste product kiezen en met PRINT bevestigen.
  • Pagina 102: Dos Eren

    19 Doseren Bij het doseren kan bijv. een container met een vooraf gedefinieerde doelgewicht worden ingevuld of een monster met een vooraf gedefinieerde doelgewicht gewogen. De aanduidingen <MIN>, <OK> of < MAX> wijzen op vulstatus. Door de aanvullende tolerantie ± in te voeren kan de nauwkeurigheid van het inwegen worden bepaald.
  • Pagina 103: Het Invoeren Van Het Doelgewicht Met De Functietoets

    19.1.1 Het invoeren van het doelgewicht met de functietoets  De toepassing<DOSEREN> kiezen, zie hoofdstuk 16.1. In de informatieregel wordt het laatst gebruikte gewicht van de referentiestuk afgelezen. Bij eerste ingebruikname met de waarde 0,0000 g.  De functietoets drukken waaraan de functie <REFERENTIEGEWICHT INVOEREN>...
  • Pagina 104: Aanduiding Voorbeeld

    Nadat het doelgewicht/tolerantie ± wordt ingesteld, is de weegschaal gereed voor doseren.  Indien nodig de weegschaal tarreren en het gewogen materiaal doseren. Het vulstatus wordt op basis van de aanduidingen <MIN>, <OK> of < MAX> getoond. Aanduiding voorbeeld Toestand Het gewicht van het gewogen materiaal onder het opgegeven doelgewicht/ de tolerantie Het doelgewicht wordt bereikt en bevindt zich...
  • Pagina 105: Het Doelgewicht Van De Gegevensbank Van De Producten Opvragen

    19.1.2 Het doelgewicht van de gegevensbank van de producten opvragen Voorbereiding Aan de willekeurige functietoets de functie<PRODUCT KIEZEN> toeschrijven, zie hoofdstuk 17.1.  De functietoets drukken waaraan de functie <PRODUCT KIEZEN> wordt toegeschreven (voorbeeldaanduiding F1).  Met de navigatietoetsen het gewenste product kiezen en met PRINT bevestigen.
  • Pagina 106: Percentageweging

    20 Percentageweging Dankzij de percentageweging is het mogelijk om het gewicht in percent ten opzichte van het gewicht van de referentiebelasting (100%) af te lezen. Er zijn verschillende methoden voor de bepaling van de referentiewaarde beschikbaar (zie hoofdstuk 20.2.1 en hoofdstuk 20.2.2). 20.1 Instellingen <P2.6 AF W IJ K ING >...
  • Pagina 107: Percentagewegen Doorvoeren

    20.2 Percentagewegen doorvoeren Voorbereiding Aan twee functietoetsen naar eigen keuze met functies <REFERENTIEGEWICHT INVOEREN> <REFERENTIEGEWICHT BEPALEN>TOESCHRIJVEN, hoofdstuk 20.1 of hoofdstuk 9.3.10. 20.2.1 Gewicht van referentiebelasting door wegen bepalen  De toepassing<AFWIJKING> kiezen, zie hoofdstuk 16.1. In de informatieregel wordt het laatst gebruikte gewicht van de referentiebelasting. Bij eerste ingebruikname met de waarde 0,0000 g.
  • Pagina 108: Het Bekende Gewicht Van De Referentielast Numeriek Invoeren

    20.2.2 Het bekende gewicht van de referentielast numeriek invoeren  De toepassing<AFWIJKING> kiezen, zie hoofdstuk 16.1. In de informatieregel wordt het laatst gebruikte gewicht van de referentiebelasting. Bij eerste ingebruikname met de waarde 0,0000 g.  De functietoets drukken waaraan de functie <REFERENTIEGEWICHT INVOEREN>...
  • Pagina 109: Het Gewicht Van De Referentielast Van De Gegevensbank Van De Producten Opvragen

    20.2.3 Het gewicht van de referentielast van de gegevensbank van de producten opvragen Voorbereiding Aan de willekeurige functietoets de functie<PRODUCT KIEZEN> toeschrijven, zie hoofdstuk 17.1.  De functietoets drukken waaraan de functie <PRODUCT KIEZEN> wordt toegeschreven (voorbeeldaanduiding F1).  Met de navigatietoetsen het gewenste product kiezen en met PRINT bevestigen.
  • Pagina 110: Dieren Wegen

    21 Dieren wegen Met de toepassing "Dieren wegen" is het mogelijk de instabiele lasten te wegen of in de instabiele omgevingsomstandigheden te wegen. Binnen een bepaalde tijdsduur wordt door de weegschaal gemiddelde waarde van enkele wegingen berekend. Er zijn twee verschillende modi van starten/herstarten toegankelijk: ...
  • Pagina 111 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 112: De Dieren Wegen Met Automatische Start

    De weegschaal is gereed om de dieren te wegen:  De toepassing <DIEREN WEGEN>kiezen, zie hoofdstuk 16.1. Met de weegschaalcontainer tarreren door de toets TARE te drukken.  Het gewogen materiaal opleggen en de functietoets drukken waaraan de functie<START> wordt toegeschreven (voorbeeldaanduiding F1). ...
  • Pagina 113 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 114 De weegschaal is gereed om de dieren te wegen:  De toepassing <DIEREN WEGEN>kiezen, zie hoofdstuk 16.1. Met de weegschaalcontainer tarreren door de toets TARE te drukken.  Het gewogen materiaal opleggen, de meetcyclus wordt automatisch gestart nadat de ingestelde drempel wordt bereikt. ...
  • Pagina 115: Dichtheidsbepaling Van Vaste Stoffen En Vloeistoffen

    Om de dichtheid te bepalen wordt het aanbevolen om met onze optionele set voor dichtheidsbepalingen te werken. 1. Analyseweegschalen Set voor dichtheidsbepalingen KERN YDB-03 2. Precisieweegschalen Set voor dichtheidsbepalingen KERN PLS-A01 De set bevat alle noodzakelijke elementen en hulpmateriaal voor comfortabele en nauwkeurige dichtheidsbepaling.
  • Pagina 116: Instellingen Lub

    22.1 Instellingen<P2.7> lub <P2.8 DIC HT HE IDS B E P AL ING > Met deze voor de toepassing specifieke instellingen kan de toepassing aan eigen behoeftes worden aangepast. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de actuele actieve toepassing. Sommige instellingen zijn globaal, dat wil zeggen, dat ze met enkele uitzonderingen identiek zijn met de instellingen van de toepassing „Wegen"...
  • Pagina 117: Statistiek

    23 Statistiek Met de toepassing "Statistiek" is het mogelijk de statistieke analyse van de weegwaarden te bepalen. Instellingen <P2.10 STATISTIEK> Met deze voor de toepassing specifieke instellingen kan de toepassing aan eigen behoeftes worden aangepast. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de actuele actieve toepassing.
  • Pagina 118 Eerste monster wegen  De weegschaal op nul zetten of, zo nodig tarreren. De eerste monster opleggen, wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Op de display verschijnt het monsternummer <1>; het gewicht wordt opgeslagen en na aansluiting van de printer afgedrukt. ...
  • Pagina 119  Na het indrukken van de toets F2 kan met elk indrukken van de navigatietoetsen de volgende statistiekwaarde worden getoond.  Om het protocol af te drukken de optie <AFDRUK> kiezen en met PRINT bevestigen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 120 Voorbeeldprotocol KERN YKB-01N ---------------------Statistiek-------------- Aantal monsters 455.60 g De som 50.6222 g Gemiddelde waarde Min. 49.939 g Minimale gewichtswaarde Max. 51.380 g Maximale gewichtswaarde Dief 1.441 g Verschil tussen de minimale en maximale waarde van het gewicht 0.39605 g Standaardafwijking...
  • Pagina 121: Optellen

    24 Optellen Met de toepassing "Statistiek" is het mogelijk om verschillende monsters te wegen en gewichtswaarden op te tellen. Er kunnen max. 30 monsters worden gewogen. Instellingen <P2.5 OPTELLEN> Met deze voor de toepassing specifieke instellingen kan de toepassing aan eigen behoeftes worden aangepast.
  • Pagina 122 Eerste monster wegen  De weegschaal op nul zetten of, zo nodig tarreren. De eerste monster opleggen, wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. In de informatieregel wordt het monsternummer <1>afgelezen, het eerste gewicht wordt opgeslagen. Het display wordt automatisch getarreerd. Volgende monsters wegen.
  • Pagina 123 De optelsom wordt afgelezen en na aansluiting van de printer - afgedrukt.  De functietoets indrukken waaraan de functie < VOLTOOIING> wordt toegeschreven. De optelsom wordt afgelezen en na aansluiting van de printer - afgedrukt. Voorbeeldprotocol KERN YKB-01N -------------------Optellen------------- 38.000 g 100.00 g 50.000 g...
  • Pagina 124 Optelgeheugen wissen/nieuw optelproces starten  Monsters verwijderen, de toets UNIT indrukken. De monsterteller "N" en de som "S" worden op nul gezet. De weegschaal is gereed voor een nieuw opstelproces. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 125: F Unc Tie Van De Topwaarde

    25 Functie van de topwaarde Door deze functie is het mogelijk om de hoogste lastwaarde (de topwaarde) van de weging af te lezen. De topwaarde blijft op de display totdat ze gewist wordt. Voorafgaande instelling: Met deze voor de toepassing specifieke instellingen kan de toepassing aan eigen behoeftes worden aangepast.
  • Pagina 126 De weegschaal in gereed om de topwaarde te bepalen:  De toepassing <F11 DE TOPWAARDE BEVRIEZEN>kiezen, zie hoofdstuk 16.1. Vanaf dit moment registreert de weegschaal elke gewichtswaarde die groter van de ingestelde drempel is.  Het gewogen materiaal opleggen, de meting wordt automatisch gestart nadat de drempel wordt bereikt.
  • Pagina 127: K Alibratie Van De Pipet

    26 Kalibratie van de pipet  Proefvloeistof, gewichtsvat, pipet en pipettip gedurende ten minste 2 uur laten acclimatiseren.  Als proefvloeistof enkel gedestilleerd water gebruiken. • Omgevingstemperatuur 20–25°C, temperatuurschommelingen tijdens de kalibratie °C ±0,5 • Relatieve luchtvochtigheid 50–75% 26.1 Instellingen <P2.13 PIPETKALIBRATIE> Met deze voor de toepassing specifieke instellingen kan de toepassing aan eigen behoeftes worden aangepast.
  • Pagina 128: Uitvoering

    26.2 Uitvoering Keuze van de toepassing: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 129 Proefparameters invoeren:  Met de navigatietoetsen actuele proeftemperatuur invoeren, de actieve positie blinkt.  Met de toets PRINT bevestigen, het verschijnt de aanduiding voor vochtbepaling in de lucht. Met de navigatietoetsen actuele luchtvochtigheid invoeren, de actieve positie blinkt.  Met de toets PRINT bevestigen, het verschijnt de aanduiding voor het invoeren van de luchtdruk.
  • Pagina 130  Met de navigatietoetsen controlevolume <V1> invoeren (bv. 100 µl), de actieve positie blinkt. Bij pipetten met een vast volume wordt het invoeren hier voltooid. Bij pipetten met variabelen volume wordt het volume V2 en V3 als volgt gekozen.  De ingevoerde waarde met de toets PRINT bevestigen, het verschijnt de aanduiding voor het invoeren van het tweede controlevolume <V1>.
  • Pagina 131 De test van pipet doorvoeren: 1. Serie metingen voor controlevolume V1:  Weegcontainer plaatsen, afwachten tot de stabilisatieaanduiding verschijnt en met de toets TARE tarreren. 1. Gekozen testvolume <V1> met de pipet opnemen en het vloeistof in weegcontainer doen. 2. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets PRINT indrukken.
  • Pagina 132 2. Serie metingen voor controlevolume V2:  De tweede serie metingen doorvoeren als hierboven omschrijven, toch met het proefvolume <V2>. 3. Serie metingen voor controlevolume V3:  De derde serie metingen doorvoeren als hierboven omschrijven, toch met het proefvolume <V3>. ...
  • Pagina 133 Afdrukvoorbeeld KERN YKB-01N -------------------Pipette calibration--------------------- Meas. No. Date 05.01.2016 Time 11:34:17 Temp. 20.0°C Humidity 50 % Pressure 1017 hPa -------------------------Tested volume 1000 µl------------ 1003 µl 993 µl 1013 µl 1003 µl 993 µl 1003 µl 1013 µl 1053 µl 1003 µl 1023 µl...
  • Pagina 134: Communicatie/Menu "Configuratie

    (aansluiting aan de printer of aan de computer) 4. USB 1 type A (bv. voor aansluiting van USB-opslagapparaat of barcode scanner) 5. WLAN (fabrieksoptie KERN PLJ-A06) Het interface configureren aangepast aan het bepaalde randapparaat en gewenste functie, zie hoofdstuk 0/27.2 (parameters van de USB poorten zijn niet configureerbaar).
  • Pagina 135: Rs-232 Interface Configureren

    27.1 <P3.1/ P3.2> RS-232 Interface configureren  In de communicatiemenu<P3> geconfigureerde poort <COM 1> of <COM 2> kiezen.  Nadat <COM 1> of <COM 2> wordt gekozen met de navigatietoetsen communicatieparameter <Transmissiesnelheid> kiezen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 136  Nadat de transmissiesnelheid wordt gekozen de volgende parameter <Pariteit> kiezen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 137: Wlan Interface (Fabrieksoptie Kern Plj-A06)

    27.2 <P3.3> WLAN interface (fabrieksoptie KERN PLJ-A06) Het menu opvragen: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 138: P3.3.2 - Netwerkkeuze

    Toegankelijke instellingen <P3.3> P3.3.1 – STATUS (Configureren/verbinden) P3.3.2 – NETWERKKEUZE (Netwerk zoeken) P3.3.3 – NETWERKPARAMETERS P3.3.3.1 - NAAM (Netwerkidentificatie) P3.3.3.2 – WACHTWOORD (Wachtwoord voor toegang tot het netwerk) P3.3.3.3 – KANAAL nummer (Standaard <AUTO>) P3.3.3.4 – IP (Netwerkadres van de weegschaal) P3.3.3.5 –...
  • Pagina 139  Het wachtwoord invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Let op: Door het invoeren is er eenvoudiger de toetsenbord van de computer op de USB-poort aan te sluiten.  Het weegschaalprogramma begeleidt de gebruiker automatisch door de netwerkparameters. De afgelezen netwerkparameters bevestigen door de toets PRINT te drukken of indien nodig aan te passen, zie hoofdstuk 0.
  • Pagina 140: Netwerkparameters

    27.2.2 <P3.3.3> – NETWERKPARAMETERS Het invoeren van de netwerkparameters is eenvoudiger met de aangesloten toetsenbord op de USB-poort.  De menupunt <P3.3.3> opvragen, zie hoofdstuk 27.2.  In de menupunt < P3.3.3.3> KANAAL de optie <AUTO (JA/NEEN)> kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Nadat de instelling <JA> wordt gekozen, wordt bij de eerste verbinding met het netwerk gecontroleerd of het kanaal waarop de router werkt, werd gewijzigd.
  • Pagina 141  In de menupunt < P3.3.3.6> GATE een gate kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Met de toets F1 het volgende menupunt kiezen.  In de menupunt < P3.3.3.7 POORT <Standaard 4000> kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Met de toets F1 het volgende menupunt kiezen. ...
  • Pagina 142: Usb

    USB type B (aansluiting aan de computer) Het apparaat via USB poort aansluiten:  Het apparaat van de elektrische voeding scheiden.  De USB drivers installeren, beschikbaar op onze startpaginawww.kern- sohn.com, "Downloads". Type driver voor eigen systeem kiezen en bestand .exe. starten Op <Verder>...
  • Pagina 143  Hardware manager opvragen. Nadat "Poorten (COM en LPT)" worden ingedrukt, verschijnt de nieuwe virtuele COM poort van het apparaat. De juiste invoer met de naam "KERN PLJ Series" vinden.  Het afgelezen COM poort kiezen, bv. COM6 poort is geschikt voor de software van gegevenstransmissie.
  • Pagina 144: Apparaat/Menu "Configuratie

    28.1 Continue gegevenstransmissie met behulp van bevelen van afstandsbediening <P4.1 Computer> 1. Interface kiezen<P4.1.1>  Met de navigatietoetsen interface kiezen warmee het apparaat aan de computer wordt aangesloten. Keuzemogelijkheid: COM 1: RS-232 USB: type B WIFI: Fabrieksoptie KERN PLJ-A06 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 145 2. Continue gegevenstransmissie kiezen<P4.1.2>  Met de navigatietoetsen de aanduiding kiezen voor het instellen van continue gegevenstransmissie.  Met de navigatietoetsen de gekozen instelling kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Keuzemogelijkheid: <GEEN> De ononderbroken gegevenstransmissie uit <ACTUELE De continue gegevenstransmissie in de actuele EENHEID>...
  • Pagina 146 3. Afdrukcyclus kiezen<P4.1.3>  Met de navigatietoetsen de aanduiding kiezen voor het instellen van het afdrukcyclus bij de continue gegevenstransmissie. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 147 4. Protocoltype kiezen <P4.1.5>  Met de navigatietoetsen de aanduiding voor het kiezen van protocoltype.  Met de navigatietoetsen de gekozen instelling kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Keuzemogelijkheid: <GEEN> Geen <STANDAARD> Standaard protocol <SPECIALE Het protocol gedefinieerd door de gebruiker: AFDRUK 1>...
  • Pagina 148: Gegevenstransmissie Nadat De Toets Print Wordt Gedrukt

    28.2 Gegevenstransmissie nadat de toets PRINT wordt gedrukt <P4.2 Printer> In de menupunt <P4.2> wordt het interface gekozen en gedefinieerd om te printen nadat de toets PRINT wordt gedrukt. De inhoud van de geprinte gegevens wordt in de menupunt <P5 Afdruk> gedefinieerd, zie hoofdstuk 14. 1.
  • Pagina 149 <USB- USB poort type B om de computer aan te sluiten met Computer> het software voor gegevenstransmissie (bv. KERN SCD 4.0) 2. De waarden (hexadecimaal) voor prefix/sufix invoeren<P4.2.1>  Met de navigatietoetsen de controlecode voor protocolbegin invoeren en met de toets PRINT bevestigen.
  • Pagina 150  Met navigatietoetsen de controlecode voor protocoleinde invoeren (bv. Papier snijden) en met de toets PRINT bevestigen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 151 28.3 <P4.3 Streepjescodescanner> In de menupunt <P4.3> wordt het interface gekozen voor de aansluiting van het streepjescodescanner.  Met de navigatietoetsen het interface kiezen met behulp waarvan de gegevenstransmissie wordt gesteund. De keuze met de toets PRINT bevestigen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 152: Communicatie Met Randapparatuur (Printer/Computer)

    De vochtbepaler van de elektrische voeding scheiden en met het interface met behulp van de juiste kabel aansluiten. Een storingvrij bedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfaceleiding van de firma KERN. De communicatieparameters van het interface RS-232 (transmissiesnelheid, bits en pariteit) van0 en het randapparaat moeten overeenstemmen.
  • Pagina 153: De Interfaceleiding

    29.2 De interfaceleiding  Weegschaal - computer, 9-pin contact  Weegschaal — printer (CITIZEN, EPSON), 25-pin contact  Weegschaal – printer 3 (TxD) 1 (RxD) 5 (GND) 3 (GND) 7–8 gebrugd AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 154: Formaat Van De Gegevenstransmissie

    29.3 Formaat van de gegevenstransmissie 1. Nadat de toets PRINT wordt gedrukt 4–12 14–16 Stabilisatiete Weegwaard ˽ Waardeteken ˽ Eenheid Stabilisatieteken ˽ ] Stabiel [ ? ] Instabiel [ ^ ] Overbelasting [ v ] Onderbelasting ˽ Waardeteken ] Positieve waarden ] Negatieve waarden Weegwaarde 9 tekens met uitlijning naar rechts...
  • Pagina 155 Bevel Van 1 tot 3 tekens Stabilisatieteken ˽ ] Stabiel [ ? ] Instabiel [ ^ ] Overbelasting [ v ] Onderbelasting Waardeteken ˽ ] Positieve waarden ] Negatieve waarden Weegwaarde 9 tekens met uitlijning naar rechts Eenheid 3 tekens met uitlijning naar links AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730...
  • Pagina 156: Interfacebevel

    29.4 Interfacebevel Er worden door de weegschaal volgende bevelen herkend. Bevelen Functie Op nul zetten Tarreren Vragen naar de tarrawaarde De tarrawaarde instellen De stabiele gewichtswaarde in de standaard weegeenheid versturen De gewichtswaarde in de standaard weegeenheid onmiddellijk versturen De gewichtswaarden van alle platforms in de standaard weegeenheid onmiddellijk versturen De stabiele gewichtswaarde in de actuele weegeenheid versturen De gewichtswaarde in de actuele weegeenheid onmiddellijk versturen...
  • Pagina 157: Algemeen Formaat Van Het Antwoord

    29.5 Algemeen formaat van het antwoord Bevelen Functie XX˽A CR LF Het bevel is goedgekeurd, het uitvoeren van het bevel is gestart Het uitvoeren van het eerder gestarte bevel is afgesloten XX˽D CR LF (enkel nadat het antwoord XX_A was) XX˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd XX˽^ CR LF...
  • Pagina 158: Bijzondere Informaties Van De Communicatieprotocollen

    29.6 Bijzondere informaties van de communicatieprotocollen 29.6.1 Op nul zetten Z CR LF Bevel: De mogelijke antwoorden: Het bevel is goedgekeurd, het uitvoeren van het bevel is gestart Z˽A CR LF Z˽D CR LF Het uitvoeren van het eerder gestarte bevel is afgesloten Het bevel is goedgekeurd, het uitvoeren van het bevel is gestart Z˽A CR LF Het bevel is geldig, maar de bovenste grens van het bereik van op nul zetten is...
  • Pagina 159: De Tarrawaarde Instellen

    De tarrawaarde wordt altijd uitgevoerd (geprint) in de justeereenheid. 29.6.4 De tarrawaarde instellen ˽ Bevel: UT TARA CR LF, (TARA = tarrawaarde) De mogelijke antwoorden: UT˽OK CR LF Het bevel uitgevoerd UT˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd ES CR LF Onjuist ingevoerde gegevens De tarrawaarde instellen:...
  • Pagina 160: De Gewichtswaarde In De Standaard Weegeenheid Onmiddellijk Versturen

    Voorbeeld: S CR LF Het bevel verstuurd: De stabiele gewichtswaarde in de standaard weegeenheid versturen S ˽ A CR LF Het bevel is goedgekeurd, het uitvoeren van het bevel is gestart S˽˽˽˽ -˽˽˽˽˽˽ 8 . 5 ˽g˽˽CR LF Het bevel uitgevoerd: De gewichtswaarde is in de standaard weegeenheid uitgevoerd Stabilisatieteken*...
  • Pagina 161: De Stabiele Gewichtswaarde In De Actuele Weegeenheid Versturen

    29.6.7 De stabiele gewichtswaarde in de actuele weegeenheid versturen Bevel: SU CR LF De mogelijke antwoorden: SU˽A CR LF Het bevel is goedgekeurd, het uitvoeren van het bevel is gestart SU˽E CR LF De tijdslimiet voor stabilisatie van de weegschaalaanduiding is overschreden SU˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd SU˽A CR LF...
  • Pagina 162: De Gewichtswaarde In De Actuele Weegeenheid Onmiddellijk Versturen

    29.6.8 De gewichtswaarde in de actuele weegeenheid onmiddellijk versturen SUI CR LF Bevel: De mogelijke antwoorden: SUI˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd 7–15 17–19 Stabilisatiete Waardeteken ˽ Gewicht ˽ Eenheid Voorbeeld: S U I CR LF Het bevel is verstuurd, zie hoofdstuk 29.4 S U I ?˽-˽˽˽5 8 .
  • Pagina 163: De Ononderbroken Uitgave (Printen) Van Gegevens In De Actuele Weegeenheid Starten

    29.6.11 De ononderbroken uitgave (printen) van gegevens in de actuele weegeenheid starten ˽ Bevel: CR LF De mogelijke antwoorden: CU1˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd CU1˽A CR LF Het bevel is goedgekeurd, het uitvoeren van het bevel is gestart De gewichtswaarden worden in de standaard weegeenheid uitgevoerd (afgedrukt) 7–15...
  • Pagina 164: Over Onderste Tolerantiegrens Vragen

    29.6.15 Over onderste tolerantiegrens vragen Bevel: ODH CR LF DH˽GEWICHT CR LF Het bevel uitgevoerd Antwoord: 4–12 14–16 ˽ Tarra ˽ Eenheid ˽ Gewicht: – 9 tekens met uitlijning naar rechts Eenheid: – 3 tekens met uitlijning naar links 29.6.16 Over bovenste tolerantiegrens vragen Bevel: OUH CR LF UH˽GEWICHT CR LF Het bevel uitgevoerd...
  • Pagina 165: Gewicht Van Referentiebelasting Invoeren (Percentagewegen)

    29.6.19 Gewicht van referentiebelasting invoeren (percentagewegen) ˽ Bevel: XXXXX CR LF De mogelijke antwoorden: RM˽OK CR LF Het bevel uitgevoerd RM˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd (bv. foutief bedrijfsmodus) ES CR LF Zinsbouw fout (verkeerd gewichtsformaat) 29.6.20 Bevestiging/simulatie van het drukken van de PRINT toets Bevel: SS CR LF...
  • Pagina 166: Intern Automatisch Justeren Ontgrendelen

    29.6.23 Intern automatisch justeren ontgrendelen Bevel: IC0 CR LF De mogelijke antwoorden: IC0 ˽OK CR LF Het bevel uitgevoerd IC0 ˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd (niet bereikbaar in de weegschalen met typegoedkeuring) 29.6.24 Serienummer invoeren NB CR LF Bevel:...
  • Pagina 167: Lijst Van De Toegankelijke Bedrijfsmodi

    29.6.27 Lijst van de toegankelijke bedrijfsmodi Bevel: OMI CR LF De mogelijke antwoorden: OMI˽ CR LF Het bevel goedgekeurd, de toegankelijke bedrijfsmodi worden afgelezen n˽Naam” CR LF n˽Naam” CR LF OK CR LF OMI˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd Bedrijfsmodus - Wegen - Het aantal stuks bepalen...
  • Pagina 168: Geluidssignaal Activeren

    29.6.30 Geluidssignaal activeren ˽ Bevel: TIJDCR LF De mogelijke antwoorden: BP˽OK CR LF Het bevel uitgevoerd BP˽E CR LF Geen parameters of foutief formaat BP˽I CR LF Het bevel is geldig, maar kan actueel niet worden uitgevoerd 29.6.31 Alle geïmplementeerde bevelen doorsturen PC CR LF Bevel: Antwoord:...
  • Pagina 169: Onderhoud, Behouden Van Werkprestatie, Verwijderen

    Verstrooid gewogen materiaal onmiddellijk verwijderen. 30.2 Onderhoud, behouden van werkprestatie  Het toestel mag enkel door geschoolde en door de firma KERN gekeurde medewerkers worden bediend en onderhouden.  Het toestel vóór openen van netwerk scheiden. 30.3 Verwijderen Verpakking en toestel dienen conform de landelijke of regionale wetgeving geldig op de gebruikslocatie van het toestel te worden verwijderd.
  • Pagina 170: Hulp Bij Kleine Storingen/ Foutmeldingen

    31 Hulp bij kleine storingen/ foutmeldingen Mogelijke foutoorzaken: Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Hulp: Storing Mogelijke oorzaak Gewichtsaanduiding brandt • De weegschaal staat niet aan. niet.

Inhoudsopgave