Tarra numeriek invoeren (functie PRETARRE):
Inleidende voorwaarde:
De toets van de snelle toegang F1,F2, F3 of F4 wordt de functie <TARRA
INVOEREN> toegeschreven, zie hoofdstuk 9.3.10.
• De toets van de snelle toegang drukken, de aanduiding voor invoeren van de
tarrawaarde verschijnt.
• Met de navigatietoetsen bekend tarragewicht (zie hoofdstuk 3.1.1) invoeren en
met de toets
• De afleesinrichting wordt terug naar de weegmodus gezet. Het ingevoerde
gewicht wordt als tarra opgeslagen en vervolgens verschijnen: de aanduiding
(Net) en de tarra met het negatieve teken.
• Het gevulde weegschaalcontainer plaatsen.
• Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
• Het netto gewicht aflezen.
AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730
bevestigen.
) verschijnt.
36