19.1.1 Het invoeren van het doelgewicht met de functietoets
De toepassing<DOSEREN> kiezen, zie hoofdstuk 16.1. In de informatieregel
wordt het laatst gebruikte gewicht van de referentiestuk afgelezen. Bij eerste
ingebruikname met de waarde 0,0000 g.
De functietoets drukken waaraan de functie <REFERENTIEGEWICHT
INVOEREN>
Het verschijnt de aanduiding voor het invoeren van het doelgewicht.
Met de navigatietoetsen het doelgewicht invoeren en met de toets PRINT
bevestigen. Het verschijnt de aanduiding voor het invoeren van de tolerantie.
Met de navigatietoetsen de tolerantie invoeren en met de toets PRINT
bevestigen.
Het verschijnt de negatieve waarde van het doelgewicht.
AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1730
wordt
toegeschreven
(voorbeeldaanduiding
F1).
104