ONDERHOUDSPROCEDURES
Aandrijfriem
Inspecteer voor iedere rit de toestand
van de riem en of deze goed is uitge-
lijnd.
De uitlijning en afstelling van de riem
dient steeds te worden uitgevoerd door
een erkende Can-Am On-Road dealer
volgens het
ONDERHOUDSSCHEMA
Uitlijning van de aandrijfriem
Als de riem voorbij de buitenste rand
van de tand gaat, moet u de riem zo
snel mogelijk door een erkende Can-
Am On-Road dealer laten uitlijnen.
MERK OP: De riem mag NIET in con-
tact komen met flenzen van het VOOR-
KETTINGWIEL.
219001702-001_a
TYPISCH
1.
Kettingwiel vooraan
2.
Achterste tandwiel
219001702-002_a
TYPISCH - KETTINGWIEL VOORAAN
1.
Tanden van voorste tandwiel
2.
Riem
3.
Flenzen kettingwiel
4.
Ruimte tussen flenzen en riem
146
Slijtage van de aandrijfriem
Inspecteer de aandrijfriem met het
voertuig in neutraal, de motor uit, op
een vlakke ondergrond en met veel
vrije ruimte. U zult het voertuig heen
en weer moeten rollen om de riem
over de volledige lengte te bekijken.
.
rmo2008-001-109_a
OPPERVLAKKEN VAN DE AANDRIJFRIEM
1.
Buitenste oppervlak
2.
Getande oppervlak
3.
Tand
Inspecteer op het volgende:
SLIJTAGE
Goede conditie
Haarfijne barstjes
Licht afschilferen
Open barsten
Haakvormige slijtage
Tanden ontbreken
TE NEMEN
MAATRE-
GELEN
Geen
Toestand
verder
opvolgen
Toestand
verder
opvolgen
Riem
vervangen
Riem
vervangen
Riem
vervangen