WAARSCHUWING
Neem nooit een passagier mee als
er geen passagiersgrepen op het
voertuig zijn gemonteerd.
Let erop dat de passagier een
gepaste beschermende rijuitrusting
draagt. De passagier moet dezelfde
beschermende uitrusting dragen als
de bestuurder, in het bijzonder een
helm.
Een helm met vizier wordt
aanbevolen. Bij een noodstop kan de
passagier immers met zijn gezicht
tegen de helm van de bestuurder
botsen.
Houd de remmen ingedrukt en de ver-
snelling in Neutraal tot de passagier
klaarzit om te vertrekken.
Leg de passagier voor het vertrek uit
hoe hij moet meerijden. Laat de passa-
gier de volgende regels volgen:
1. Bewaar een correcte rijhouding.
Houd de handgrepen voor de pas-
sagier vast en houd de voeten
steeds op de voetsteunen voor de
passagier, zelfs met de rugsteun
als accessoire.
De passagier zou zich niet aan
de bestuurder mogen vasthouden
want de kans bestaat dat de be-
stuurder de zijdelingse kracht die
op de twee samen inwerkt niet zal
kunnen weerstaan.
Verschillende handposities kunnen
aangenamer zijn om de handgre-
pen bij verschillende manoeuvres
vast te houden. (bv. een hand op
de hoek vooraan en een hand op
de tegenoverliggende hoek ach-
teraan in bochten, de twee handen
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
EEN PASSAGIER OF LADING VERVOEREN
vooraan of achteraan in andere si-
tuaties).
rmo2015-008-314_a
VERSCHILLENDE HANDPOSITIES OP DE
HANDGREPEN
MERK OP
Gebruik handgrepen nooit
voor het vastbinden, optillen of trans-
porteren van het voertuig.
2. Blijf uit de buurt van de uitlaatpijp,
het achterwiel en de aandrijfriem.
3. U zo weinig mogelijk omdraaien of
overhellen behalve om het even-
wicht te behouden in een bocht. Bij
een onverwacht manoeuvre heeft
een passagier die niet in een nor-
male rijpositie zit een grotere kans
om te vallen.
4. Houd uw ogen op de weg en an-
ticipeer op de verwachte weg-
omstandigheden. Hel in bochten
eventueel wat over om te weer-
staan aan de zijdelingse krachten.
Als u over een obstakel, gat of bult
gaat, kom dan een beetje uit het
zadel zonder uw ellebogen vast te
zetten.
Vermijd
abrupte
remmen en draaien,
onervaren
passagiers.
onverwachte manoeuvres kunnen de
passagier doen vallen.
versnellingen,
vooral met
Plotse,
105