3. Kopiëren
In dit hoofdstuk komen veelgebruikte kopieerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die u
niet in dit hoofdstuk heeft kunnen vinden, verwijzen we u naar de handleiding Kopiëren / Document
Server op onze website.
Basisprocedure
Als u kopieën van originelen wilt maken, plaatst u de originelen op de origineelinvoer. Voor meer
informatie, zie Pag. 64 "Originelen plaatsen".
Voor meer informatie over het opgeven van de uitvoerlocaties voor originelen, zie Papierspecificaties en
papier bijvullen.
Als u op ander papier dan normaal papier wilt kopiëren, geeft u het gewicht van het papiertype dat u
gebruikt op in Gebruikersinstellingen. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor
meer informatie.
Om de uitvoermand gereed te maken, zie Pag. 29 "De uitvoermand instellen".
Bij gebruik van de toepassing Kopiëren
Voor meer informatie over het gebruik van het toepassingsscherm, zie Pag. 45 "Het scherm
[Kopie]".
Bij gebruik van de toepassing Kopiëren (ouder)
1.
Druk op [Home] (
2.
Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Kopieerapparaat].
3.
Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.
Als er nog eerdere instellingen actief zijn, drukt u op [Reset].
4.
Geef de uitvoerlocatie voor originelen op.
Als de achterste stapeleenheden voor originelen zijn geïnstalleerd, worden originelen op de
stapeleenheden voor originelen uitgeworpen. Als er geen achterste stapeleenheden voor
originelen zijn geïnstalleerd, worden originelen op de uitvoergeleiders voor originelen
uitgeworpen.
5.
Selecteer een origineelrichting die overeenkomt met de richting van uw originelen.
) onderaan in het midden van het scherm.
69