Download Print deze pagina

Advertenties

Gebruikershandleiding
Voor een veilig en correct gebruik dient u de afzonderlijk meegeleverde
Veiligheidsinformatie te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Ricoh M C251FW

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding Voor een veilig en correct gebruik dient u de afzonderlijk meegeleverde Veiligheidsinformatie te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken.
  • Pagina 3 INHOUDSOPGAVE Informatie opzoeken over bediening en probleemoplossing..............11 Bedieningshandleiding (gedrukt)....................... 11 Bedieningshandleiding (digitaal)....................... 11 Het gebruik van deze handleiding......................... 12 Inleiding................................ 12 Symbolen in deze handleiding........................12 Modelspecifieke informatie.........................12 Disclaimer..............................13 Opmerkingen............................... 14 Opmerking voor de beheerder........................14 Lijst met opties...............................15 Het IP-adres..............................15 Meegeleverde items............................
  • Pagina 4 Invoerscherm voor tekens..........................40 Beschikbare tekens............................41 Tekst invoeren...............................41 Ricoh Smart Device Connector gebruiken..................... 43 Verbinding maken met het apparaat via een smartphone/tablet via NFC..........44 Apparaatinformatie naar NFC schrijven met een smartphone/tablet............ 44 De toepassing op een smartphone/tablet gebruiken door NFC te gebruiken........44 2.
  • Pagina 5 Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen................ 76 Originelen..............................77 3. Documenten afdrukken Wat u met de printerfunctie kunt doen......................81 Opties instellen voor de printer........................82 Voorwaarden voor bidirectionele communicatie..................82 Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld..................82 Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven..................85 Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven vanuit het menu [Start]........
  • Pagina 6 Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat..150 Basisbediening van RICOH Scan Utility V2....................153 Voorbereidingen voor het gebruiken van RICOH Scan Utility V2............153 RICOH Scan Utility V2 gebruiken om naar een computer te scannen..........153 Basisbewerking voor TWAIN-scannen......................158 TWAIN-scanner gebruiken........................158 TWAIN-scannen............................158...
  • Pagina 7 ICA-stuurprogramma installeren......................163 De ICA-scanner gebruiken........................163 ICA-scannen.............................. 163 Instellingen die u in het ICA-dialoogvenster kunt configureren............. 164 SANE-scannen gebruiken..........................167 Scaninstellingen opgeven voor het scannen....................168 Het scanformaat opgeven aan de hand van het formaat van het origineel........168 Afbeeldingsbelichting aanpassen......................169 Resolutie opgeven.............................
  • Pagina 8 Een internetfax ontvangen........................210 Faxen in het geheugen doorsturen of opslaan..................212 Faxen van speciale afzenders ontvangen of afwijzen................216 Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax....................219 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbediening...............................221 Menuoverzicht............................... 222 Kopieerinstellingen............................223 Scannerinstellingen............................227 Faxinstellingen..............................230 Adresboek..............................239 Systeeminstellingen............................240 Printereigenschappen............................248 Papierinstell..............................
  • Pagina 9 Tabblad Fax...............................289 Tabblad Lade prioriteit..........................291 Het tabblad Toner besparen........................292 Tabblad I/O Time-out..........................292 Het tabblad Z/W-afdruk prioriteit......................293 Bestemmingen registreren..........................294 Speciale faxafzenders registreren........................295 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers....................296 Gebruikersbeperkingen instellen en activeren..................296 Als apparaatfuncties zijn beperkt.........................300 De netwerkinstellingen configureren......................302 Tabblad Netwerkstatus..........................302 Tabblad IPv6-configuratie........................
  • Pagina 10 Tabblad Datum/tijd instellen........................328 Tabblad Energiespaarstand........................329 9. Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen.........................331 De tonerafvalfles vervangen.........................336 Een onderdeel vervangen..........................342 Tussenliggende transfereenheid vervangen....................342 De fuseereenheid en de transferrol vervangen..................342 Voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken..................343 De tonerdichtheidsensor schoonmaken....................... 344 De wrijvingsstrip en papierinvoerroller schoonmaken................346 De registratierol en papierlade schoonmaken....................349 De glasplaat schoonmaken..........................
  • Pagina 11 Als u geen duidelijke kopieën kunt maken....................398 Wanneer u geen kopieën kunt maken zoals gewenst................399 Scanproblemen..............................400 Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden...... 400 Wanneer het scannen niet naar wens verloopt..................400 Faxproblemen..............................
  • Pagina 12 Papiertoevoereenheid TK1220....................... 438 Verbruiksartikelen............................440 Printcartridge..............................440 Tonerafvalfles.............................441 Apparaatinformatie............................442 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten (voornamelijk Europa en Azië)..............................442 Opmerking m.b.t. het batterij-/accusymbool (alleen voor EU-landen)..........443 Milieuadviezen voor gebruikers (voornamelijk Europa)............ 443 Opmerking voor gebruikers in EU-landen....................444 OPMERKINGEN VOOR GEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE FAXEENHEID (NIEUW ZEELAND)..............................445 Opmerkingen voor gebruikers in de staat Californië...
  • Pagina 13 Bedieningshandleiding (digitaal) Bedieningshandleidingen zijn beschikbaar op de website van Ricoh. Bekijken via een internetbrowser Ga naar het internet via een internetbrowser.
  • Pagina 14 Het gebruik van deze handleiding Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en informatie over de werking en het gebruik van het apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid en gebruiksgemak deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Houd de handleiding bij de hand als naslagwerk. Symbolen in deze handleiding In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Geeft aan waar u op moet letten tijdens het gebruik van functies.
  • Pagina 15 ECC101 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw apparaat. (voornamelijk in Europa en Azië) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio A-model: • CODE XXXX -25, -27 •...
  • Pagina 16 Opmerkingen De inhoud van deze handleiding kan zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd. In deze handleiding worden afmetingen op twee manieren genoteerd. Sommige afbeeldingen in deze handleiding tonen een enigszins andere versie van het apparaat. Sommige opties zijn in een aantal landen wellicht niet beschikbaar. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale dealer.
  • Pagina 17 Dit is het wachtwoord voor toegang tot de FTP-server voor bewerking zoals afdrukken via FTP en firmware-updates. Dit kan worden gewijzigd in [Afdrukinstelling van netwerk] op de Web Image Monitor. Zie Pag. 302 "De netwerkinstellingen configureren". Deze wachtwoorden worden gewist als de instellingen worden gereset. Zie de toepasselijke instellingen voor het standaardwachtwoord.
  • Pagina 18 Meegeleverde items Open de doos en haal alle meegeleverde items eruit. Controleer of de volgende items aanwezig zijn: • Netsnoer • Modulaire kabel (voornamelijk Noord-Amerika) • Startercartridge - cyaan • Startercartridge - magenta • Startercartridge - geel • Startercartridge - zwart •...
  • Pagina 19 1. Overzicht van het apparaat In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat en de bedieningsinstructies beschreven. Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie.
  • Pagina 20 1. Overzicht van het apparaat Naam Omschrijving Invoerlade voor de ADF Plaats hier stapeltjes originelen. Ze worden automatisch (Automatische documentinvoer) ingevoerd. Deze lade kan maximaal 50 vellen normaal papier bevatten. Automatische documentinvoer De ADF is in de klep van de glasplaat geïntegreerd. (glasplaatklep) Open deze klep om originelen op de glasplaat te plaatsen.
  • Pagina 21 Overzicht van alle apparaatonderdelen Buitenkant: achteraanzicht ECC103 Naam Omschrijving Interface-connector G3-lijn (analoog) Deze poort dient voor het aansluiten van een telefoonlijn. Externe telefoonaansluiting Deze poort dient voor het aansluiten van een externe telefoon. USB-poort Voor het aansluiten van het apparaat op een computer met een USB-kabel.
  • Pagina 22 1. Overzicht van het apparaat Naam Omschrijving Achterpaneel Verwijder dit paneel als u papier in lade 1 plaatst dat groter is dan A4. Stroomaansluiting Voor het aansluiten van de stroomkabel op het apparaat. Knop voor het verschuiven van de Druk hierop om de ADF naar de achterkant van het apparaat te schuiven en deze in die positie te houden als u het uitgevoerde papier moeilijk uit de uitvoerlade kunt halen.
  • Pagina 23 Overzicht van alle apparaatonderdelen ECC105 Binnenkant ECC106 Naam Omschrijving Printcartridge Plaats de printcartridges via de achterkant van de printer in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). Er worden berichten op het scherm weergegeven als printcartridges...
  • Pagina 24 1. Overzicht van het apparaat Naam Omschrijving vervangen dienen te worden of als nieuwe dienen te worden voorbereid. Fuseereenheid Hecht (fuseert) toner op het papier. Mogelijk moet u deze eenheid controleren op vastgelopen papier en dit verwijderen. Tonerafvalfles Hierin wordt tonerafval verzameld, die door het afdrukken wordt gegenereerd.
  • Pagina 25 Overzicht van alle apparaatonderdelen Naam Omschrijving weergegeven over zowel de operationele status van het apparaat als andere berichten. U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het scherm. Cijfertoetsen Gebruik deze toetsen om het aantal kopieën, faxnummers en gegevens voor de geselecteerde functie in te voeren.
  • Pagina 26 1. Overzicht van het apparaat Naam Omschrijving scherm verschijnen, zie Pag. 359 "Fout- en statusberichten op het scherm". Indicatielampje fax Geeft de toestand van de faxfuncties aan. Dit indicatielampje brandt als er faxen zijn ontvangen die niet zijn afgedrukt en die nog in het geheugen van het apparaat zitten.
  • Pagina 27 Opties installeren Opties installeren Dit hoofdstuk bevat meer informatie over het installeren van opties. De papierinvoereenheid bevestigen • Het aanraken van de punten van de stekker met een metalen voorwerp kan resulteren in brand en/of elektrische schokken. • Pak het netsnoer niet vast met natte handen. Als u dit wel doet, kunt u elektrische schokken krijgen.
  • Pagina 28 1. Overzicht van het apparaat Verwijder het plakband van de optionele papierinvoereenheid. DPP210 Bij het optillen van het apparaat met twee personen staat aan beide zijden één persoon. Uw tilt het apparaat allebei op met behulp van de grepen aan beide zijden. DUE287 Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid.
  • Pagina 29 Opties installeren • Als het nieuwe apparaat genoemd staat in de kolom met configuratieopties, dan is het op de juiste wijze geïnstalleerd. • Als de optionele papierinvoereenheid niet juist geïnstalleerd is, probeer hem dan opnieuw te installeren door de procedure nogmaals uit te voeren. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 30 1. Overzicht van het apparaat Het [Home]-scherm gebruiken • Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. U kunt deze standaardinstelling in Functieprioriteit wijzigen. Zie Pag. 258 "Instellingen van Beheerderstoepassingen". Het [Home]-scherm weergeven Druk op de toets [Home]. ECC202 •...
  • Pagina 31 Het [Home]-scherm gebruiken [Home]-scherm 1 M0EQPC5102 [Home]-scherm 2 M0EQPC5103 1. Pictogram voorraadinformatie Geeft aan hoeveel toner er nog is. 2. [Scanner] Druk op deze toets om originelen te scannen en beelden op te slaan als bestanden. Voor meer informatie over het gebruik van de scannerfunctie, zie Pag. 123 "Originelen scannen". 3.
  • Pagina 32 1. Overzicht van het apparaat Dit pictogram verschijnt wanneer draadloos LAN aanstaat. Als de draadloze LAN-verbinding is ingeschakeld, wordt het pictogram weergegeven. Als de verbinding Wi-Fi Direct is ingeschakeld, wordt het pictogram weergegeven. Druk op deze toetsen om naar een andere pagina te gaan wanneer de pictogrammen niet op één pagina kunnen worden weergegeven.
  • Pagina 33 Het [Home]-scherm aanpassen Het [Home]-scherm aanpassen U kunt snelkoppelingen naar favoriete items aan het [Home]-scherm toevoegen. U kunt favoriete instellingen oproepen door op de pictogrammen van de snelkoppelingen te drukken. U kunt de volgorde van de functie- en snelkoppelingspictogrammen aanpassen. Het [Home]-scherm aanpassen U kunt het [Home]-scherm personaliseren, zodat navigeren door het menu gemakkelijker wordt.
  • Pagina 34 1. Overzicht van het apparaat Druk enige tijd op het pictogram dat u wilt verplaatsen. Selecteer [Omhoog verplaats.] of [Omlaag verplaats.]. De positie van een pictogram wisselt van die van een ander pictogram dat zich ervoor of erachter bevindt. • U kunt de volgorde van pictogrammen op [Home]-scherm 1 niet wijzigen. Een pictogram van het [Home]-scherm verwijderen Verwijder ongebruikte pictogrammen van favoriete items.
  • Pagina 35 Veelgebruikte functies registreren Veelgebruikte functies registreren U kunt regelmatig gebruikte taakinstellingen opslaan in het geheugen van het apparaat en deze eenvoudig weer oproepen. Functies als favoriet item registreren U kunt maximaal 12 favoriete items voor elke functie registreren. De volgende instellingen kunnen in favoriete items worden geregistreerd: •...
  • Pagina 36 1. Overzicht van het apparaat • Favoriete items kunnen in het [Home]-scherm worden geregistreerd en eenvoudig opnieuw worden opgeroepen. Voor meer informatie, zie Pag. 31 "Snelkoppelingen naar favoriete items aan het [Home]-scherm toevoegen". Voorbeeld van favoriete items Kopieerapparaat Beschrijving van het favoriete Naam van het favoriete item Effect item...
  • Pagina 37 Veelgebruikte functies registreren Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op [ ] totdat het gewenste favoriete item wordt weergegeven. Druk op het pictogram van het favoriete item. • Door het favoriete item te gebruiken, worden de vorige instellingen gewist. Een favoriet item verwijderen Druk op de toets [Home].
  • Pagina 38 1. Overzicht van het apparaat Weergave van veelgebruikte modi instellen Stel de modus in die moet worden weergegeven nadat de aan-/uitschakelaar of de modus Systeemreset is ingeschakeld. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.]. Druk op [Beheerderstoepass.]. Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK].
  • Pagina 39 Meerdere taken tegelijk uitvoeren Meerdere taken tegelijk uitvoeren Dit apparaat kan meerdere taken tegelijk uitvoeren met verschillende functies, zoals tegelijkertijd kopiëren en faxen. Het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere functies wordt ook wel "Multi-access" genoemd. De volgende tabel laat de functies zien die tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden •...
  • Pagina 40 1. Overzicht van het apparaat Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Internetfax verzenden • Internetfax ontvangen en afdrukken • Internetfax ontvangen (zonder afdrukken) • Faxtaak afdrukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen • Afdrukken • Mobiel afdrukken (vanaf een apparaat) Faxtaak afdrukken die in het •...
  • Pagina 41 Bedieningstoepassingen Bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. U kunt er de diverse instellingen van het apparaat mee configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag. 221 "Het apparaat configureren met het bedieningspaneel".
  • Pagina 42 1. Overzicht van het apparaat Tekens invoeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u tekst invoert op de schermen van bijvoorbeeld de kopieer- of faxfuncties of op het scherm Instelling. De cursor verschijnt als u op het tekstveld tikt. Wanneer u na het verschijnen van de cursor nogmaals op het tekstveld tikt, verschijnt het toetsenbord.
  • Pagina 43 Tekens invoeren Beschikbare tekens U kunt de volgende tekens invoeren: • Letters • Symbolen • Cijfers 0123456789 Tekst invoeren Voert u een teken in, dan verschijnt dat op de plaats van de cursor. Letters invoeren Typ de letters die u wilt invoeren. Alfanumerieke tekens en symbolen invoeren Druk op [ ] of [ ]om [123], [,.-&@%] of [Latin] te selecteren.
  • Pagina 44 1. Overzicht van het apparaat Tekens verwijderen Druk op [ ] om karakters te verwijderen.
  • Pagina 45 Ricoh Smart Device Connector gebruiken Ricoh Smart Device Connector gebruiken Om Ricoh Smart Device Connector te gebruiken, gaat u naar de App Store of Google Play met uw smartphone/tablet, en zoekt en downloadt u de app "Ricoh Smart Device Connector" van de site.
  • Pagina 46 1. Overzicht van het apparaat Verbinding maken met het apparaat via een smartphone/tablet via NFC In dit onderdeel wordt beschreven hoe u met uw smartphone/tablet verbinding kunt maken met het apparaat via NFC. Apparaatinformatie naar NFC schrijven met een smartphone/tablet Configureer de netwerkverbinding van het apparaat.
  • Pagina 47 2. Papierspecificaties en papier bijvullen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe papier en originelen moeten worden geplaatst en wordt er uitleg gegeven over hun specificaties. Workflow: Papier plaatsen en papierformaten en -typen configureren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier moet plaatsen en welke bewerkingen moeten worden uitgevoerd nadat het papier is geplaatst.
  • Pagina 48 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Papier plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier in de papierlade of in de handinvoer plaatst. • Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze verwondt.
  • Pagina 49 Papier plaatsen Trek de papierlade er voorzichtig met beide handen uit. ECC076 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. ECC077 Pas de zij- en eindafzettingen aan aan het papierformaat. ECC078...
  • Pagina 50 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Waaier het papier voor het plaatsen. DAC344 Plaats het papier in de lade met de bedrukte zijde omhoog. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovenste limietmarkering binnenin de lade. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de markering op de zijafzettingen. (Alleen lade 1) ECC108 Controleer of er geen openingen tussen het papier en de afzettingen zijn;...
  • Pagina 51 Papier plaatsen ECC081 • De bovenste limiet verschilt afhankelijk van het soort papier (dun of dik papier). Controleer de sticker aan de binnenkant van de lade om de bovengrens te bepalen. • Het indicatielampje voor overgebleven papier aan de rechter voorkant van de papierlade laat zien hoeveel papier er ongeveer over is.
  • Pagina 52 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. ECC077 Knijp het verlengstuk in, en trek het verlengstuk vervolgens uit tot u een klik hoort. ECC110 Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen.
  • Pagina 53 Papier plaatsen Papier in de handinvoer plaatsen • Plaats geen papier terwijl het apparaat bezig is met afdrukken. • Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden en in de invoerrichting naar de korte zijde. • Gekruld papier kan vast komen te zitten. Strijk gekruld papier plat voordat u het papier plaatst. •...
  • Pagina 54 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Ondersteun het papier met uw handen en voer het voorzichtig in totdat het stopt. ECC114 Enveloppen plaatsen • Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. • Controleer voordat u de enveloppen plaatst of er geen lucht in zit. •...
  • Pagina 55 Papier plaatsen M0EQIC0105 • Bij gebruik van de handinvoer • Als de envelopflap aan de lange zijde zit, plaats de envelop dan met de flapzijde naar rechts. M0EQIC0106...
  • Pagina 56 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel. • De instelling voor het papiertype en -formaat kan ook worden ingesteld met behulp van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 57 Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel Het standaard papierformaat opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het standaard papierformaat opgeeft. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Papierinstellingen]. Selecteer de lade waarvoor u het papierformaat wilt opgeven. Selecteer het gewenste papierformaat.
  • Pagina 58 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Papierinstellingen]. Selecteer de lade waarvoor u het papierformaat wilt opgeven. Druk twee keer op [ ]. Druk op [Aangepast formaat]. Selecteer [mm] of [inch].
  • Pagina 59 Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierformaten en -types kunt opgeven met behulp van Web Image Monitor. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen.
  • Pagina 60 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Sluit de internetbrowser.
  • Pagina 61 Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma • Zorg dat het papiertype en -formaat dat in het printerstuurprogramma is opgegeven, overeenkomt met het type en het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst. Aangezien het apparaat het papierformaat niet automatisch herkent, is het mogelijk dat het type of het formaat van het papier niet overeenstemt met de instellingen en dat de afdruktaak dus niet correct wordt afgeleverd.
  • Pagina 62 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Klik op het tabblad [Papier]. ECC251 Selecteer het papier dat u wilt gebruiken voor het afdrukken in de lijst [Invoerlade:]. Selecteer het papiertype dat zich in de papierlade bevindt in de lijst [Papiertype:]. Vink het selectievakje [Afdrukken op] aan en selecteer het papierformaat dat in de papierlade is geplaatst.
  • Pagina 63 Ondersteund papier Ondersteund papier • Geef na het plaatsen van het papier in de lade, het papiertype en -formaat op via het bedieningspaneel. Dit apparaat herkent niet automatisch het papierformaat. • Wanneer u papier van een aangepast formaat in lade 1 of de handinvoer plaatst, moet u de lengte en breedte opgeven via het bedieningspaneel en het printerstuurprogramma.
  • Pagina 64 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Type Grootte Gewicht Capaciteit* Dun papier Briefpapier Voorbedrukt papier Etikettenpapier Geperforeerd papier Bankpost Karton Gekleurd papier Envelop 1 Het maximale aantal enveloppen dat kan worden geplaatst is 10. Lade 2 (optie) Type Grootte Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 105 g/m Normaal papier 1...
  • Pagina 65 Ondersteund papier Type Grootte Gewicht Capaciteit Dun papier Briefpapier Envelop Etikettenpapier Geperforeerd papier Bankpost Karton Gekleurd papier Normaal papier 1 Aangepast formaat: 60 tot 163 g/m Normaal papier 2 90 tot 216 mm breed, (16 tot 43 lb.) Medium dik papier 148 tot 356 mm lang Gerecycled papier (3,54 tot 8,50 inch breed,...
  • Pagina 66 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Specificaties van papiertypen De volgende tabellen beschrijven de typen papier die voor dit apparaat gebruikt kunnen worden. • Afhankelijk van het papiertype kan het even duren voordat de toner droog is. Controleer of de afdrukken goed droog zijn voordat u ze vastpakt. Anders kan de toner uitlopen. •...
  • Pagina 67 Ondersteund papier Medium dik papier Onderdeel Omschrijving Papierdikte 82 tot 90 g/m (22 tot 24 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat dat A4, B5 JIS, 8 × 14, 8 × 11, 7 × 10 , 8 × 13, 8 ×...
  • Pagina 68 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Dun papier Onderdeel Omschrijving Papierdikte 60 tot 65 g/m (16 tot 17 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat A4, B5 JIS, 8 × 14, 8 × 11, 7 × 10 , 8 × 13, 8 ×...
  • Pagina 69 Ondersteund papier Voorbedrukt papier Onderdeel Omschrijving Papierdikte 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb.) Ondersteunde Lade 1 en lade 2 papierlade Formaat A4, B5 JIS, 8 × 14, 8 × 11, 7 × 10 , 8 × 13, 8 ×...
  • Pagina 70 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Onderdeel Omschrijving Opmerkingen Papier met een dikte dat buiten het aangegeven bereik valt kan niet bedrukt worden. Bankpost Onderdeel Omschrijving Papierdikte 106 tot 163 g/m (28 tot 43 lb.) Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig...
  • Pagina 71 Ondersteund papier Etikettenpapier Onderdeel Omschrijving Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen • Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. • Vermijd het gebruik van etikettenpapier waarop de lijm zichtbaar is. Lijm kan aan onderdelen aan de binnenkant van de printer blijven plakken, waardoor papierinvoerproblemen kunnen ontstaan, de adrukkwaliteit kan verslechteren of vroegtijdige slijtage van de...
  • Pagina 72 2. Papierspecificaties en papier bijvullen • Omgevingsfactoren kunnen de afdrukkwaliteit van zowel aanbevolen als niet-aanbevolen enveloppen verminderen. • Als enveloppen ernstig krullen na het bedrukken, maak ze dan plat door ze tegen de krul in op te rollen. • Na het afdrukken kunnen enveloppen soms vouwen aan de lange zijden hebben en kunnen de onbedrukte zijkanten met toner besmeurd zijn.
  • Pagina 73 Ondersteund papier 2 mm (0,08 inch) 0 mm (0,00 inch) M0EQIC0107 • Als de krul hardnekkig is, maak de enveloppen dan met uw vingers plat zoals hieronder wordt getoond. DAC575 • Dubbelzijdig afdrukken is wellicht niet mogelijk op 8 × 13, 8 ×...
  • Pagina 74 2. Papierspecificaties en papier bijvullen • Vochtig papier • Vuil of beschadigd papier • Papier dat droog genoeg is om statische elektriciteit te veroorzaken • Papier waarop al is afgedrukt, met uitzondering van een voorgedrukt briefpapier. Storingen kunnen in het bijzonder worden verwacht, indien papier wordt gebruikt dat reeds door een andere dan een laserprinter is bedrukt (bijvoorbeeld door zwart/wit of kleurenkopieerapparaten, inkjetprinters, enz.) •...
  • Pagina 75 Ondersteund papier Van het printerstuurprogramma DAC571 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm 4. Ongeveer 4,2 mm Envelop DAC577 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 10 mm (0,4 inch) 4. Ongeveer 15 mm (0,6 inch)
  • Pagina 76 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Kopieerfunctie DAC580 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 3 mm (0,1 inches) Faxfunctie DAC580 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm 4. Ongeveer 2 mm...
  • Pagina 77 Ondersteund papier • Afdrukken zonder marges wordt niet ondersteund. • Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor een betere bedrukking van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen.
  • Pagina 78 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen op de glasplaat leggen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van originelen op de glasplaat. •...
  • Pagina 79 Originelen plaatsen • Strijk gekruld papier helemaal glad voordat u de originelen in de ADF plaatst. • Om papierstoringen te voorkomen, moet u de originelen loswaaieren voordat u deze in de ADF plaatst. • Plaats het origineel recht. Open de klep van de invoerlade voor de ADF en stel de geleiders af volgens het formaat van het origineel.
  • Pagina 80 2. Papierspecificaties en papier bijvullen Aanbevolen origineelformaten In dit onderdeel wordt het aanbevolen formaat van het origineel beschreven. Glasplaat Tot maximaal 216 mm (8,5 inch) breed, tot maximaal 297 mm (11,7 inch) lang • Papierformaat: 140 tot 216 mm (5 tot 8 inch) breed, 140 tot 356 mm (5 tot 14...
  • Pagina 81 Originelen plaatsen Onscanbaar afbeeldingengebied Zelfs indien u de originelen correct in de ADF of op de glasplaat plaatst, is het mogelijk dat een marge van een paar millimeter aan alle vier de zijden niet wordt gescand. DAC579 Marges bij gebruik van de glasplaat In de kopieermodus In scanmodus In faxmodus...
  • Pagina 82 2. Papierspecificaties en papier bijvullen...
  • Pagina 83 3. Documenten afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u instellingen kunt configureren in het printerstuurprogramma en hoe u documenten kunt afdrukken. Wat u met de printerfunctie kunt doen Dubbelzijdig afdrukken U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 84 3. Documenten afdrukken Opties instellen voor de printer Als bi-directionele communicatie goed werkt, stuurt de printer automatisch informatie over opties, het papierformaat en de papierinvoerrichting naar uw computer. Met bi-directionele communicatie kunt u de status van het apparaat controleren. Voorwaarden voor bidirectionele communicatie Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
  • Pagina 85 Opties instellen voor de printer Klik op [Apparaten en printers weergeven]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. Klik op het tabblad [Accessoires]. ECC252 Selecteer de geïnstalleerde opties in het gebied [Opties] en geef de vereiste instellingen Klik op het tabblad [Instel.
  • Pagina 86 3. Documenten afdrukken Bij gebruik van macOS De volgende procedure wordt uitgelegd met macOS 11.2.3 als voorbeeld. Klik in het Apple-menu op [Systeemvoorkeuren...]. Klik op [Printers en scanners]. Selecteer de printer die u gebruikt en klik vervolgens op [Opties en toebehoren...]. Klik op [Options] en configureer de instellingen naar wens.
  • Pagina 87 Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven Om de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen, configureert u de instellingen in het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren]. Om de standaardinstellingen van alle toepassingen te wijzigen, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] van het besturingssysteem. Voor meer informatie, zie Pag. 85 "Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven vanuit het menu [Start]".
  • Pagina 88 3. Documenten afdrukken Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven in een toepassing bij gebruik van Windows In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u documenten kunt afdrukken vanuit een toepassing, met als voorbeeld Kladblok in Windows 10. Klik op [Bestand] in de linkerbovenhoek van het venster en klik op [Afdrukken]. Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst [Printer selecteren].
  • Pagina 89 Basiswerking van afdrukken Basiswerking van afdrukken De volgende stappen laten zien hoe u algemene afdruktaken kunt uitvoeren. • Dubbelzijdig afdrukken wordt geselecteerd als standaardinstelling. Wanneer u Windows gebruikt De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 10. De werkelijke procedure kan anders zijn afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
  • Pagina 90 3. Documenten afdrukken • U kunt opgeven welke papierlade als eerste wordt geselecteerd in [Papierladeprioriteit] onder [Papierinstellingen] wanneer de laden automatisch worden geselecteerd terwijl u aan het afdrukken bent. Voor meer informatie over [Papierladeprioriteit], zie Pag. 253 "Papierinstell.". • Als er een papierstoring optreedt, stopt het afdrukken nadat de huidige pagina is afgedrukt. Nadat de papierstoring is verholpen, zal het afdrukken automatisch hervat worden vanaf de pagina die vastliep.
  • Pagina 91 Basiswerking van afdrukken Doorgaan met afdrukken met gebruik van papier dat niet overeenkomt Negeer de fout en druk af op papier van een ander formaat. Annuleer de afdruktaak Annuleer het afdrukken. • Als [Automatisch doorgaan] onder [Systeeminstellingen] is ingeschakeld, negeert het apparaat de instellingen voor papiertype en -formaat en drukt het apparaat af op elk papier dat is geplaatst.
  • Pagina 92 3. Documenten afdrukken Klik op [×]. M0EQMC5100 • Als u een afdruktaak annuleert die al verwerkt wordt, kan het afdrukken een paar pagina's doorgaan voordat het wordt geannuleerd. • Het kan wat tijd kosten om een grote afdruktaak te annuleren. Een afdruktaak annuleren tijdens het afdrukken Druk op de toets [Wis/Stop].
  • Pagina 93 Afdrukken van vertrouwelijke documenten Afdrukken van vertrouwelijke documenten Met de functie Beveiligde afdruktaak kunt u afdruktaken beveiligen met een wachtwoord. Dit betekent dat uw taak alleen wordt afgedrukt nadat u het wachtwoord invoert via het bedieningspaneel van het apparaat. Deze functie voorkomt dat onbevoegde gebruikers gevoelige documenten kunnen inzien die op het apparaat liggen.
  • Pagina 94 3. Documenten afdrukken Het tekstvak [Gebruikers-ID: (1 tot 9 alfanumerieke tekens)] bevat de log-in gebruikersnaam van uw computeraccount of het gebruikers-ID die u heeft gebruikt bij een eerdere beveiligde afdruktaak. Voer het wachtwoord in (van 4 tot 8 cijfers) en de gebruikers-ID (van 1 tot 9 letters en/of cijfers) en klik vervolgens op [OK].
  • Pagina 95 Afdrukken van vertrouwelijke documenten Gebruik de volgende stappen om het beveiligde afdrukbestand te ontgrendelen en af te drukken. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Info] op het [Home]-scherm. Druk op het tabblad [Beveil. afdr]. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Identificeer het beveiligde afdrukbestand door te kijken naar zijn tijdstempel en gebruikers-ID.
  • Pagina 96 3. Documenten afdrukken Ook wordt "Beveiligde afdruktaak" op het [Info]-scherm weergegeven. Gebruik de volgende stappen om een beveiligd afdrukbestand te verwijderen. U hoeft geen wachtwoord in te voeren om een beveiligd afdrukbestand te verwijderen. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Info] op het [Home]-scherm.
  • Pagina 97 De verschillende afdrukfuncties gebruiken De verschillende afdrukfuncties gebruiken In dit onderdeel worden de verschillende afdrukfuncties kort beschreven die u kunt configureren met het printerstuurprogramma waarmee u de gewenste afdrukken kunt maken. Afdrukkwaliteitfuncties Afdrukkwaliteit en kleurschakeringen kunnen worden aangepast om bij de afdrukgegevens te passen. Een aantal van de afdrukkwaliteitinstellingen die u kunt configureren, staat hieronder.
  • Pagina 98 3. Documenten afdrukken Afbeeldingen in grijze kleuren afdrukken met zwart of CMYK U kunt zwarte of grijze delen van een afbeelding afdrukken met alleen zwarte toner in plaats van alle CMYK-toners. Vergeleken met het afdrukken van zwart met CMYK-toner, zal dit leiden tot een zwarte kleur die voller en puurder is.
  • Pagina 99 De verschillende afdrukfuncties gebruiken Het document verkleinen of vergroten U kunt documenten met een bepaalde verhouding verkleinen of vergroten, van 25% tot 400% in stappen van 1%. U kunt documenten ook automatisch verkleinen of vergroten zodat ze op een bepaald papierformaat passen.
  • Pagina 100 3. Documenten afdrukken...
  • Pagina 101 4. Originelen kopiëren In dit hoofdstuk worden de basis- en geavanceerde procedures beschreven voor het maken van kopieën en het opgeven van instellingen. Wat u met de kopieerfunctie kunt doen Dubbelzijdig kopiëren U kunt twee pagina's op beide zijden van één vel kopiëren. Voor meer informatie over de instellingen, zie Pag.
  • Pagina 102 4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm als het apparaat in de kopieermodus staat. Scherm in stand-bymodus ECC207 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. Statusmeldingen van papierladen De instellingen van de papierlade weergeven.
  • Pagina 103 Het kopieerapparaatscherm 9. Instellingen voor originelen en scannen Druk hierop om het type origineel en beeldbelichtingsniveau op te geven. 10. [Dub.z. nr Dub.z.], [Enk.z. nr Dub.z.] Druk hierop om de dubbelzijdige afdrukfunctie in te stellen. • De opstartmodus kan worden opgegeven via de instelling [Functieprioriteit] onder [Beheerderstoepass.].
  • Pagina 104 4. Originelen kopiëren Algemene kopieertaken • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
  • Pagina 105 Algemene kopieertaken • U kunt de papierlade voor de huidige taak wijzigen. Als lade 2 geïnstalleerd is, kunt u selecteren om de papierlade automatisch te wijzigen aan de hand van het papierformaat (A4 of Letter). • U kunt de papierlade voor het afdrukken van kopieën selecteren bij [Selecteer papier] onder Kopieerinstellingen.
  • Pagina 106 4. Originelen kopiëren Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op de toets [Wis/Stop]. ECC203 Wanneer het scherm [Taken annul.] wordt weergegeven, gaat u verder met stap 4. Druk op [Kopieertaken].
  • Pagina 107 Vergrote of verkleinde kopieën maken Vergrote of verkleinde kopieën maken Er zijn twee manieren om de schaalverhouding in te stellen: gebruik een vooraf opgegeven verhouding of geef handmatig een aangepaste verhouding op. Vooraf ingestelde verhouding CES103 • (voornamelijk in Europa en Azië) 50%, 71%, 82%, 93%, 122%, 141%, 200%, 400% •...
  • Pagina 108 4. Originelen kopiëren Verkleinen/vergroten opgeven Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Kop.] op het [Home]-scherm. Druk op [Verkleinen/Vergroten]. Selecteer een verhouding uit de lijst of voer de gewenste verhouding in. U kunt ook de verhouding opgeven door op [+] of [-] in stappen van 1% te drukken. Druk op [OK].
  • Pagina 109 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u meerdere pagina's (twee of vier pagina's) combineert en afdrukt op een of twee zijden van het papier. •...
  • Pagina 110 4. Originelen kopiëren 1S 2Org->Cmb 2on1 1S Origineel Kopie NL CMF250 1S 4Org->Cmb 4on1 1S Origineel Kopie Links naar rechts Boven naar onder Links naar rechts Boven naar onder NL CMF251 Gecombineerde kopie aan beide zijden In deze modus wordt een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat, gecombineerd en op beide zijden van het papier afgedrukt.
  • Pagina 111 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken 1S 4Org->Cmb 2on1 2S Origineel Kopie Boven naar boven Boven naar onder Boven naar boven Boven naar onder DUE331 1S 8Org->Cmb 4on1 2S Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder,...
  • Pagina 112 4. Originelen kopiëren Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, boven naar boven boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder, boven naar boven boven naar onder DCT004 1z org->2z kopiëren In deze modus worden enkelzijdige pagina's op de voor- en achterkant van het het papier afgedrukt zonder te worden gecombineerd.
  • Pagina 113 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Gecombineerde en dubbelzijdige kopieën opgeven Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Overige instellingen]. Druk op [Simplex naar duplex]. Selecteer de gewenste kopieermodus en druk vervolgens op [OK]. Druk op [OK].
  • Pagina 114 4. Originelen kopiëren Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u dubbelzijdige kopiëen kunt maken van dubbelzijdige originelen, of twee originele pagina's kunt afdrukken op één vel, of vier originele pagina's kunt afdrukken op één vel met twee pagina's per zijde. DAC602 DAC603 DAC603...
  • Pagina 115 Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken 2z 2org->Cmb 4op1 1z Hiermee worden twee dubbelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd. 2z org->2z kopiëren Hiermee worden dubbelzijdige kopiëen van dubbelzijdige originelen gemaakt. 2z 2org->Cmb 2op1 2z Kopieert beide zijden van één dubbelzijdig origineel naar één zijde van het vel, en beide zijden van een ander tweezijdig origineel naar de andere zijde van het vel.
  • Pagina 116 4. Originelen kopiëren Plaats alle dubbelzijdige originelen in de ADF met de voorkant naar boven. ECC122 ECC124 Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. ECC204 Om in zwart-wit te kopiëren, drukt u op de toets [Zwart-wit starten]. Om in kleur te kopiëren, drukt u op de toets [Kleur starten]. Gebruik dezelfde modus (kleur of zwart-wit) voor beide zijden.
  • Pagina 117 Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken • Druk na het plaatsen van de originelen op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten] binnen de opgegeven tijd in [Reset systeem timer]. Anders wordt de taak geannuleerd. Voor meer informatie, zie Pag.
  • Pagina 118 4. Originelen kopiëren Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. Er wordt een bericht op het display weergegeven met de melding dat u het origineel met de achterkant op de glasplaat moet plaatsen. Plaats het origineel met de achterkant naar beneden en zo ver mogelijk naar achteren op de glasplaat.
  • Pagina 119 Een ID-kaart kopiëren Een ID-kaart kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs (ID-kaart) of een ander klein document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. • Deze functie is uitsluitend beschikbaar als het origineel op de glasplaat is geplaatst, niet als het origineel in de ADF is geplaatst.
  • Pagina 120 4. Originelen kopiëren Plaats het origineel in de linkerbovenhoek van de glasplaat. DUE241 NL Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. ECC204 Er wordt een bericht op het display weergegeven met de melding dat u het origineel met de achterkant op de glasplaat moet plaatsen.
  • Pagina 121 Een ID-kaart kopiëren • Als er geen invoer wordt ontvangen gedurende de tijdsperiode die is opgegeven in [Reset systeem timer] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Voor meer informatie, zie Pag. 258 "Instellingen van Beheerderstoepassingen". • Als er op de toets [Wis/Stop] wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven. •...
  • Pagina 122 4. Originelen kopiëren Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de toets [Home].
  • Pagina 123 Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren Het documenttype selecteren aan de hand van het origineel Er zijn drie documenttypen: Tekst/Foto Selecteer deze optie als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat. Tekst Selecteer deze optie als het origineel alleen tekst bevat en geen foto's of afbeeldingen. Foto Selecteer deze als het origineel alleen foto's of afbeeldingen bevat.
  • Pagina 124 4. Originelen kopiëren • Als de modus van het apparaat wordt veranderd. • Als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
  • Pagina 125 Voor meer informatie, zie Pag. 150 "Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat". M0EQIC0012 Documenten scannen via RICOH Scan Utility V2 U kunt de documenten scannen via RICOH Scan Utility V2. Voor meer informatie, zie Pag. 153 "Basisbediening van RICOH Scan Utility V2".
  • Pagina 126 5. Originelen scannen M0EQIC0013 Documenten scannen vanaf een clientcomputer U kunt de scanners TWAIN, WIA, ICA of SANE gebruiken. Voor meer informatie, zie Pag. 158 "Basisbewerking voor TWAIN-scannen". Voor meer informatie, zie Pag. 162 "Basisbewerking voor WIA-scannen". Voor meer informatie, zie Pag. 163 "Basishandelingen voor ICA-scannen". Voor meer informatie, zie Pag.
  • Pagina 127 Het scannerscherm Het scannerscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm in de scanmodus. Scherm in stand-bymodus M0EQPC5100 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. E-mail / Map / FTP / USB Druk op deze tabbladen om te wisselen tussen het scherm [E-mail], het scherm [Scannen naar map], het scherm [Scannen naar FTP] en het scherm [Scannen naar USB].
  • Pagina 128 5. Originelen scannen 8. Adresboek Hiermee kunt u bestemmingen oproepen die op het apparaat zijn geregistreerd. • De standaardmodus van het apparaat als deze wordt aangezet, kan worden opgegeven bij [Functieprioriteit] onder [Beheerderstoepass.]. Voor meer informatie over [Functieprioriteit], zie Pag. 258 "Instellingen van Beheerderstoepassingen".
  • Pagina 129 Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar map) Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar map) In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om gescande documenten naar een map op een clientcomputer te sturen. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten van het apparaat naar een gedeelde map op een computer sturen.
  • Pagina 130 5. Originelen scannen Pag. 130 " Een gedeelde map aanmaken op een computer" • Nadat u de scanbestemmingen in het adresboek heeft geregistreerd, gooit u het ingevulde controlevel weg, om te vermijden dat persoonlijke informatie wordt gelekt. Controlevel Controle-item (invoervoorbeeld) Invulkolom Computernaam (bijv.
  • Pagina 131 Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar map) De naam van de gebruiker en de computer controleren De gebruikersnaam en computernaam controleren als Microsoft Windows wordt gebruikt Controleer de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten naar toe wilt sturen.
  • Pagina 132 5. Originelen scannen Selecteer [Software] in het linkerpaneel en controleer de naam van de computer en de gebruikersnaam in "Overzicht systeemsoftware:". De naam van de computer wordt weergegeven naast [Computer Name]. De naam van de gebruiker wordt weergegeven naast [User Name]. Noteer de computernaam in [1] en de gebruikersnaam in [2] op het controlevel.
  • Pagina 133 Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar map) Selecteer uit de lijst [Namen van groepen of gebruikers:] de optie "Iedereen" en klik dan op [Verwijderen]. Klik op [Toevoegen...]. Als het scherm [Netwerkreferenties invoeren] wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
  • Pagina 134 5. Originelen scannen Maak de map aan waarnaar u scanbestanden wilt verzenden. Noteer de naam van de map in [4] op het controleveld. Klik in het Apple-menu op [Systeemvoorkeuren...]. Klik op [Delen]. Vink het selectievakje [Bestanden delen] aan. Klik op [Opties...]. Vink het selectievakje [Deel bestanden en mappen met behulp van SMB] aan.
  • Pagina 135 Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar map) Klik in het venster [Gebruikers, computers, serviceaccounts of groepen selecteren] op [OK]. Selecteer in de lijst [Namen van groepen of gebruikers:] een groep of gebruiker. Vink vervolgens in de kolom [Toestaan] in de lijst het selectievakje [Volledig beheer] of [Wijzigen] aan.
  • Pagina 136 5. Originelen scannen Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar e-mail) In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om gescande documenten te verzenden als bijlage van een e-mail. Als u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten naar het opgegeven e- mailadres verzenden.
  • Pagina 137 Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar e-mail) Klik op [OK]. Sluit de internetbrowser. Vervolgens registreert u het e-mailadres van de bestemming in het adresboek ( ). Pag. 137 "Scanbestemmingen registreren" Verzend bestanden naar de geregistreerde bestemmingen ( ). Pag.
  • Pagina 138 5. Originelen scannen Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar FTP) In dit gedeelte worden de voorbereidingen en instructies uitgelegd om gescande documenten te verzenden naar een FTP-server. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten naar een FTP-server verzenden.
  • Pagina 139 Scanbestemmingen registreren Scanbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u bestemmingsmappen in het adresboek kunt registreren. Om gescande bestanden naar een e-mailadres (Scannen naar e-mail), FTP-server (Scannen naar FTP) of een gedeelde map op een netwerkcomputer (Scannen naar map) te sturen, dient u de bestemming eerst te registreren in het adresboek via Web Image Monitor.
  • Pagina 140 5. Originelen scannen Instellingen voor scannen naar e-mail Onderdeel Instelling Omschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam: Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
  • Pagina 141 Scanbestemmingen registreren Onderdeel Instelling Omschrijving Bestandsindeling van het gescande bestand als er in zwart-wit wordt gescand. PDF of TIFF kan worden Bestandsformaat (zwart-wit) Vereist geselecteerd. Beide bestandsindelingen ondersteunen meerdere pagina's in een document. Selecteer de zijden van het origineel (enkelzijdig of Origineel Vereist dubbelzijdig) om deze volgens de pagina en...
  • Pagina 142 5. Originelen scannen Onderdeel Instelling Omschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam: Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd. Kan tot 16 tekens bevatten.
  • Pagina 143 Scanbestemmingen registreren Onderdeel Instelling Omschrijving Selecteer een van de volgende scanresoluties: Resolutie Vereist 100×100, 150×150, 200×200, 300×300, 400×400 of 600×600 dpi. Geef de afbeeldingsbelichting op door op de rechter- Dichtheid Vereist of linkertoets te drukken. is het lichtst en is het donkerst. Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te Verbindingstest controleren of de opgegeven FTP-server bestaat.
  • Pagina 144 5. Originelen scannen Onderdeel Instelling Omschrijving Geef de naam op van het domein waartoe de Domein (optie) Optioneel computer behoort. Kan tot 15 tekens bevatten. Gebruikersnaam voor aanmelden op de bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten. Log-in gebruikersnaam Optioneel (optie) Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan het nodig zijn om dit in te voeren.
  • Pagina 145 Scanbestemmingen registreren Onderdeel Instelling Omschrijving Selecteer een van de volgende scanresoluties: Resolutie Vereist 100×100, 150×150, 200×200, 300×300, 400×400 of 600×600 dpi. Geef de afbeeldingsbelichting op door op de rechter- Dichtheid Vereist of linkertoets te drukken. is het lichtst en is het donkerst. •...
  • Pagina 146 5. Originelen scannen Sluit de internetbrowser. • U kunt een ingevoerde snelkeuze van de pagina [Snelkeuzebestemming] verwijderen. Selecteer daarvoor de gewenste vermelding, klik op [Verwijderen] en klik vervolgens nogmaals op [Toepassen] op de bevestigingspagina. • Het apparaat zal u een mededeling sturen als de bestemming die u wilt bewerken, is ingesteld als doorstuurbestemming van ontvangen faxen.
  • Pagina 147 Scanbestemmingen registreren Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Scanner] op het Home-scherm. Druk op [Adresboek]. Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK]. Druk op het selectievakje voor de gewenste bestemming en zorg ervoor dat het vakje aangevinkt Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd.
  • Pagina 148 5. Originelen scannen Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand. Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Nee] om te beginnen met het versturen van het gescande bestand.
  • Pagina 149 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. • Registreer de scanbestemming in het adresboek met behulp van Web Image Monitor. Voor meer informatie, zie Pag.
  • Pagina 150 5. Originelen scannen Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. ECC204 Om in zwart-wit te scannen, drukt u op de toets [Zwart-wit starten]. Om in kleur te scannen, drukt u op de toets [Kleur starten]. Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant.
  • Pagina 151 Opgeven van de scanbestemming met behulp van [Opn. verz.] Opgeven van de scanbestemming met behulp van [Opn. verz.] In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een bestemming moet worden opgegeven met behulp van [Opn. verz.]. Gebruik van [Opn. verz.] Druk op [Opn. verz.] om de laatst gebruikte bestemming te selecteren. •...
  • Pagina 152 5. Originelen scannen Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB- geheugenopslagapparaat In dit gedeelte wordt de basiswerking van de functie Scannen naar USB uitgelegd. Bestanden worden opgeslagen op het USB-geheugenopslagapparaat dat op het apparaat is aangesloten. • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst.
  • Pagina 153 Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van het origineel, zie Pag. 76 "Originelen plaatsen". Geef de scaninstellingen op indien nodig. Voor meer informatie over het opgeven van de scaninstellingen, zie Pag.
  • Pagina 154 5. Originelen scannen Druk op de selectietoets die overeenkomt met de gewenste bestandsindeling en druk vervolgens op [OK]. Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant. Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja].
  • Pagina 155 Voorbereidingen voor het gebruiken van RICOH Scan Utility V2 Dit onderdeel beschrijft de voorbereidingen die nodig zijn voor scannen met de RICOH Scan Utility V2. Ga als volgt te werk om de RICOH Scan Utility V2 te gebruiken: • Zorg ervoor dat het apparaat is verbonden met de netwerkomgeving.
  • Pagina 156 Klik op [Scannen]. Nadat alle originelen zijn gescand, klikt u op [Afsluiten]. Instellingen die u kunt configureren in het dialoogvenster van RICOH Scan Utility V2 Tabblad [Algemeen] ECC169 1. Scanner: Selecteer de scanner die u wilt gebruiken.
  • Pagina 157 Basisbediening van RICOH Scan Utility V2 [Formaat:] onder [Scanconfiguratie] veranderen in overeenstemming met de instelling van het origineeltype die u hier heeft geselecteerd. • Als u de glasplaat gebruikt: [Tekst bewerken (OCR)] [Faxen, archiveren of kopiëren] [Zwart-wit foto] [Kleurendocument - Sneller] [Kleurendocument - Betere kwaliteit] [Aangepast...]...
  • Pagina 158 5. Originelen scannen Tabblad [Opslaan op lokale schijf] ECC170 1. Scannen naar: Geeft de map op waar het bestand moet worden opgeslagen. 2. Voorvoegsel bestandsnaam: Geef het voorvoegsel van de bestandsnaam op. 3. Indeling: Selecteer de bestandsindeling van het gescande document: JPEG, TIFF of PDF.
  • Pagina 159 Basisbediening van RICOH Scan Utility V2 Tabblad [Opslaan in de cloud] ECC171 1. Cloudservice: Geef de service op waar het bestand moet worden opgeslagen. 2. Cloudmap: Geeft de map op waar het bestand moet worden opgeslagen. 3. Voorvoegsel bestandsnaam: Geef het voorvoegsel van de bestandsnaam op.
  • Pagina 160 5. Originelen scannen Basisbewerking voor TWAIN-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basisbewerkingen voor TWAIN-scannen. TWAIN-scannen is mogelijk als uw computer over een toepassing beschikt die TWAIN ondersteunt. DUE297 Uw computer (waarop het TWAIN-stuurprogramma al is geïnstalleerd) Geef het apparaat de opdracht om het origineel dat in het apparaat is geplaatst, te scannen.
  • Pagina 161 Basisbewerking voor TWAIN-scannen Hieronder staat een scanprocedure met het TWAIN-stuurprogramma. De feitelijke werking kan verschillen, afhankelijk van de toepassingen die u gebruikt. Voor meer informatie, zie de Help-functie van de toepassing. Start een TWAIN-compatibele toepassing. Plaats de originelen. Open het dialoogvenster Scannercontrole. Het dialoogvenster Scannercontrole wordt gebruikt om de scanner te bedienen met het TWAIN- stuurprogramma.
  • Pagina 162 5. Originelen scannen Instellingen die u in het TWAIN-dialoogvenster kunt configureren: ECC270 1. Scanner: Selecteer de scanner die u wilt gebruiken. De scanner die u selecteert, wordt de standaardscanner. Klik op [Verversen] om alle beschikbare scanners te zien die via USB of op het netwerk zijn aangesloten. 2.
  • Pagina 163 Basisbewerking voor TWAIN-scannen [ADF - Grijs] [Aangepast...] 4. Modus: Kies uit [Kleur], [Grijsschaal] of [Zwart-wit]. 5. Resolutie: Selecteer een resolutie in de lijst. Als u [Gebruikergedefinieerd] selecteert, voer dan rechtstreeks een resolutiewaarde in het bewerkingsvenster in. Let op dat met het verhogen van de resolutie ook de grootte van het bestand en de scantijd oploopt.
  • Pagina 164 5. Originelen scannen Basisbewerking voor WIA-scannen • U kunt de WIA-scanner gebruiken met een USB-verbinding. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. In het menu [Start] klikt u op [Configuratiescherm] onder [Windows-systeem]. Klik op [Apparaten en printers weergeven]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printermodel dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op [Scan starten] om het dialoogvenster voor de scaninstellingen te openen.
  • Pagina 165 Basishandelingen voor ICA-scannen Basishandelingen voor ICA-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basishandelingen voor ICA-scannen. U kunt de ICA-scanner zowel via USB- en netwerkverbindingen gebruiken. ICA-stuurprogramma installeren Download het stuurprogramma van de website. Open het package-bestand. Volg de instructies op het scherm. De ICA-scanner gebruiken In deze paragraaf worden de voorbereidingen en de procedure voor het gebruik van de ICA-scanner beschreven.
  • Pagina 166 5. Originelen scannen Instellingen die u in het ICA-dialoogvenster kunt configureren ECC271 1. Scan Mode: Selecteer waar het origineel zich bevindt. • Flatbed Als het origineel op de glasplaat ligt, kiest u [Flatbed]. • Document Feeder Wanneer het document in de ADF is geplaatst, selecteert u [Document Feeder]. 2.
  • Pagina 167 Basishandelingen voor ICA-scannen 6. Automatische selectie: (Dit wordt alleen weergegeven wanneer [Aangepast formaat gebruiken] is aangevinkt.) • Detect Separate Items U kunt meerdere originelen tegelijk scannen en elke scanafbeelding als een afzonderlijk bestand opslaan. • Detect Enclosing Box U kunt meerdere originelen scannen die op de glasplaat zijn geplaatst en hun scanafbeeldingen opslaan als een bestand.
  • Pagina 168 5. Originelen scannen • [Richting] wordt alleen weergegeven wanneer u [Documentaanvoer] selecteert in [Scanmodus:]. Selecteer de oriëntatie van de afbeelding.
  • Pagina 169 SANE-scannen gebruiken SANE-scannen gebruiken Met dit stuurprogramma kunt u afbeeldingen scannen en bewerkingen met behulp van SANE- compatibele software. Ondersteunde Linux-distributies zijn als volgt: • openSUSE Leap 42.3 • Ubuntu 16.04LTS/18.04LTS/18.10 • Red Hat Enterprise Linux 6/7 • BOSS Linux 6...
  • Pagina 170 5. Originelen scannen Scaninstellingen opgeven voor het scannen Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het adresboek is geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel wijzigen. •...
  • Pagina 171 Scaninstellingen opgeven voor het scannen Selecteer het formaat van het origineel en druk vervolgens op [OK]. Als u iets anders heeft geselecteerd dan [Ang.fr], hoeft u de verdere stappen van de procedure niet uit te voeren. Selecteer [mm] of [inch]. Druk op [Breedte instellen...].
  • Pagina 172 5. Originelen scannen Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm. Selecteer het tabblad voor de gewenste bestemming. Wanneer u een bestemming selecteert, verschijnt een vinkje bij de geselecteerde bestemming. Druk op [Adresboek]. Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK]. Druk op het selectievakje voor de gewenste bestemming en zorg ervoor dat het vakje aangevinkt Druk op [Scaninstellingen].
  • Pagina 173 Scaninstellingen opgeven voor het scannen Er zijn zes instellingen voor de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter het bestand. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm. Selecteer het tabblad voor de gewenste bestemming. Druk op [Adresboek].
  • Pagina 174 5. Originelen scannen...
  • Pagina 175 6. Een fax verzenden en ontvangen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de faxfunctie kunt gebruiken en hoe u de instellingen moet opgeven. Wat u met de faxfunctie kunt doen Ontvangen faxen doorsturen om ze te ontvangen op een andere plaats Door ontvangen faxen door te sturen naar een e-mailadres of een map kunt u ze altijd en overal ontvangen.
  • Pagina 176 6. Een fax verzenden en ontvangen Workflows voor het instellen van de fax In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om fax documenten te verzenden naar een map op een clientcomputer. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u faxdocumenten van het apparaat naar een gedeelde map op een clientcomputer verzenden.
  • Pagina 177 Faxapparaatscherm Faxapparaatscherm In dit onderdeel staat informatie over het scherm in de faxmodus. Scherm in stand-bymodus ECC209 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. Fax en Internetfax Druk op het betreffende tabblad om te schakelen tussen het [Fax] ( )-scherm en [Internetfax] ( )-scherm.
  • Pagina 178 6. Een fax verzenden en ontvangen 8. [Ontv.bestand] Druk hierop om de lijst met ontvangen bestanden in het geheugen weer te geven. 9. Huidige instellingen Geeft de huidige instellingen voor dubbelzijdig, resolutie en belichting weer. 10. [Verz.instell.] Druk hierop om scaninstellingen op te geven. 11.
  • Pagina 179 De datum en de tijd instellen De datum en de tijd instellen Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Beheerderstoepass.]. Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. Druk op [Datum/tijd instellen].
  • Pagina 180 6. Een fax verzenden en ontvangen Faxbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek via het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 40 "Tekens invoeren". Het Adresboek kan ook met behulp van Web Image Monitor worden bewerkt. •...
  • Pagina 181 Faxbestemmingen registreren Voer het faxnummer in en druk op [OK]. Bevestig de instelling en druk vervolgens op [OK]. Druk op de toets [Home]. • Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 40 "Tekens invoeren". • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, pauze, " ", " " en spatie. •...
  • Pagina 182 6. Een fax verzenden en ontvangen Selecteer het nummer uit de Snelkiezenlijst of Verk.kiez.lijst dat u wilt aanpassen of verwijderen. Druk op [Naam:]. Voer de faxnaam in en druk vervolgens op [OK]. U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het scherm.
  • Pagina 183 Faxbestemmingen registreren Onderdeel Instelling Omschrijving Selecteer het nummer waaraan u een Snelkeuzenummer/ Vereist snelkeuzebestemming of een verkorte bestemming wilt Verkort kiesnummer toewijzen. Naam van de bestemming. De naam die u hier Naam: Optioneel opgeeft, wordt weergegeven op het scherm als u een faxbestemming selecteert.
  • Pagina 184 6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op het tabblad [Snelkeuzebestemming fax]. Selecteer de vermelding die u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Wijzigen]. Als u de vermelding wilt verwijderen, klikt u op [Verwijderen]. Wijzig de instellingen indien nodig. Bevestig de invoer die u heeft geselecteerd om deze te verwijderen. Voer het beheerderswachtwoord in.
  • Pagina 185 Faxbestemmingen registreren Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. Druk twee keer op [ ]. Druk op [Bevestiging faxnr.]. Selecteer [Aan] of [Uit ]. Druk op de toets [Home]. • U kunt een wachtwoord voor toegang naar het menu [Beheerderstoepass.] instellen onder [Vergr. beh.toepass.].
  • Pagina 186 6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax verzenden • Het is raadzaam de ontvanger te bellen en af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden. Verzendingsmodus selecteren Hieronder worden de verzendmodi van de faxfunctie uitgelegd en hoe u deze moet selecteren. Types verzendmodi Er zijn twee verzendtypen: •...
  • Pagina 187 Een fax verzenden In deze modus scant het apparaat het origineel en wordt het tegelijkertijd gefaxt. Dit is erg handig als u snel een origineel wilt verzenden, of als u de bestemming wilt controleren waarnaar u verzendt. Het origineel wordt niet opgeslagen in het geheugen. U kunt slechts één bestemming opgeven.
  • Pagina 188 6. Een fax verzenden en ontvangen • De Internetfaxfunctie die door dit apparaat wordt ondersteund, is compatibel met ITU-T aanbeveling T.37 (eenvoudige modus). • Om de internetfaxfunctie te kunnen gebruiken, dienen de netwerkinstellingen juist te worden geconfigureerd. Voor meer informatie over netwerkinstellingen, zie Pag. 302 "De netwerkinstellingen configureren".
  • Pagina 189 Een fax verzenden Voer het faxnummer (maximaal 40 tekens) in of geef een bestemming op. • Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 40 "Tekens invoeren". • Voor meer informatie over het opgeven van bestemmingen, zie Pag. 191 "De faxbestemming opgeven".
  • Pagina 190 6. Een fax verzenden en ontvangen • Om toondiensten op een pulslijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. " " verandert de modus tijdelijk van pulstoon naar kiestoon. • U kunt meerdere bestemmingen opgeven voor de fax die u stuurt. Voor meer informatie over het versturen van een fax met de broadcastfunctie, zie Pag.
  • Pagina 191 Een fax verzenden Druk op de toets [Wis/Stop]. ECC203 Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand Volg deze procedure om het scannen of verzenden van het origineel te annuleren terwijl het wordt gescand. Druk op de toets [Wis/Stop]. ECC203 Druk op [Faxtaken] in het scherm [Taken annul.].
  • Pagina 192 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Wis/Stop] als "Bezig met verzenden..." wordt weergegeven op het scherm. ECC203 Druk op [Faxtaken] in het scherm [Taken annul.]. • Als u de verzending van een document annuleert terwijl het document wordt verzonden, wordt de verzending gestopt zodra u de annuleringsprocedure heeft voltooid.
  • Pagina 193 Een fax verzenden Om een faxtaak te verwijderen, selecteert u de taak naar keuze en selecteert u vervolgens [Ja]. Door [Nee] te selecteren, sluit u het voorgaande niveau van de menustructuur af zonder de faxtaak te verwijderen. • [All.verw.] Selecteer [Ja] om alle faxtaken te verwijderen. Door [Nee] te selecteren, sluit u het voorgaande niveau van de menustructuur af zonder de faxtaak te verwijderen.
  • Pagina 194 6. Een fax verzenden en ontvangen Selecteer de gewenste snelkeuzebestemming en druk vervolgens op [OK]. Wanneer u een snelkeuze selecteert, verschijnt een vinkje bij de geselecteerde snelkeuze. Voor meer informatie over het registreren van snelkeuzebestemmingen, zie Pag. 178 "Faxbestemmingen registreren". •...
  • Pagina 195 Een fax verzenden Faxen worden naar bestemmingen gestuurd in de volgorde waarin ze zijn opgegeven. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Voeg een bestemming toe op één van de volgende manieren: • Om een snelkeuzebestemming toe te voegen, drukt u op [Adresboek], druk op het tabblad [Verk kiesn], selecteer een bestemming en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 196 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Opnw kiezen]. Geef de bestemming op en druk vervolgens op [OK]. Handige verstuurfuncties U kunt de status van het apparaat van de ontvanger eenvoudig controleren via de functie Op de haak voordat u een fax stuurt.
  • Pagina 197 Een fax verzenden Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Dir. kiez.]. [Dir. kiez.] verschijnt op het scherm. Geef de bestemming op met de cijfertoetsen. Als u een hoge toon hoort, druk dan op de toets [Zwart-wit starten]. ECC205 Als het origineel op de glasplaat is geplaatst, drukt u op [Verz.] en vervolgens drukt u op de toets [Zwart-wit starten].
  • Pagina 198 6. Een fax verzenden en ontvangen Plaats het origineel. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Pak de hoorn van de externe telefoon van de haak. Geef de bestemming op met de externe telefoon. Als aan de andere kant iemand opneemt, vertelt u de ander dat u een faxdocument wilt verzenden (en dat de fax moet worden ingeschakeld).
  • Pagina 199 Een fax verzenden Er zijn drie afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe donkerder het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Verz.instell.]. Druk op de toets [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 200 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Verz.instell.]. Druk op [Resolutie]. Selecteer de gewenste resolutie en druk vervolgens op [OK]. Controleer of de door u ingevoerde resolutie wordt weergegeven en druk op [OK]. •...
  • Pagina 201 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een computer. U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
  • Pagina 202 6. Een fax verzenden en ontvangen Voor meer informatie over het bewerken van een faxvoorblad raadpleegt u Pag. 205 "Een faxvoorblad bewerken". Klik op [Send] (Verzenden). • Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie. • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie.
  • Pagina 203 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Annuleren tijdens het versturen van een fax Annuleer de fax via het bedieningspaneel. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op de toets [Wis/Stop]. Verzendinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma.
  • Pagina 204 6. Een fax verzenden en ontvangen Het LAN-faxadresboek openen In het menu [Start] klikt u op [Configuratiescherm] onder [Windows-systeem]. Klik op [Apparaten en printers weergeven]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het LAN-faxstuurprogramma en klik vervolgens op [Afdrukvoorkeuren]. Klik op het tabblad [Adresboek].
  • Pagina 205 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) • Een groep moet ten minste één bestemming bevatten. • U moet een groepsnaam opgeven voor een groep. U kunt niet meerdere groepen dezelfde naam geven. • U kunt dezelfde bestemming in meerdere groepen registreren. Groepen aanpassen Open het LAN-faxadresboek, selecteer de groep die u wilt bewerken uit [Lijst Gebruiker] en klik vervolgens op [Bewerken].
  • Pagina 206 6. Een fax verzenden en ontvangen Gegevens voor het LAN-faxadresboek exporteren/importeren • In de volgende procedure wordt Windows 10 ter illustratie gebruikt. Als u een ander besturingsprogramma gebruikt, kan de procedure enigszins anders zijn. Gegevens voor het LAN-faxadresboek exporteren Gegevens voor het LAN-faxadresboek kunnen geëxporteerd worden in een bestand in CSV- indeling (Comma Separated Values).
  • Pagina 207 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Een faxvoorblad bewerken Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...]. Selecteer het LAN-faxstuurprogramma als de printer en klik op [Afdrukken]. Klik op het tabblad [Bestemming opgeven] en klik op [Voorblad bewerken]. Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK]. Voor meer informatie over de instellingen, zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma.
  • Pagina 208 6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax ontvangen • Als u een belangrijke fax ontvangt, is het raadzaam om de ontvangst te bevestigen aan de afzender. • Wanneer er te weinig vrije geheugenruimte is, kan het apparaat geen faxdocumenten meer ontvangen.
  • Pagina 209 Een fax ontvangen De ontvangstmodi selecteren Is er een externe telefoon aangesloten op het apparaat? Alleen fax-modus Wilt u een extern FAX/TAD-modus antwoordapparaat gebruiken? Wilt u faxen automa- FAX/TEL automatische tisch ontvangen? modus FAX/TEL handmatige modus Beschrijving van ontvangstmodi • Alleen fax-modus (automatische ontvangst) •...
  • Pagina 210 6. Een fax verzenden en ontvangen • Handmatige FAX/TEL-modus (handmatige ontvangst) In deze modus moet u oproepen met de hoorn of een externe telefoon beantwoorden. Als een telefoontje een fax blijkt te zijn, moet u de ontvangst van de fax handmatig starten. Voor meer informatie, zie Pag.
  • Pagina 211 Een fax ontvangen Neem de hoorn van de externe lijn van de haak om de oproep te beantwoorden. Er start een normale telefoonoproep. Wanneer u de faxtoon of geen geluid hoort, drukt u op de toets [Home], drukt u op het pictogram [Fax] en drukt u vervolgens op de toets [Zwart-wit starten].
  • Pagina 212 6. Een fax verzenden en ontvangen Bij een ontvangen oproep gaat het antwoordapparaat van de externe lijn een ingesteld aantal keer over (dit aantal kunt u instellen bij [Aant x overgn(a.app)] onder [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over [Aant x overgn(a.app)], zie Pag. 230 "Faxinstellingen". Als het antwoordapparaat van de externe lijn de oproep niet beantwoordt, ontvangt het apparaat de fax automatisch.
  • Pagina 213 Een fax ontvangen Een fax ontvangen via het bedieningspaneel Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Faxeigenschappen]. Druk op [Ontv.instellingen]. Druk twee keer op [ ]. Druk op [Handmatige POP]. Druk in het dialoogvenster voor bevestiging op [Ja]. Het apparaat controleert op nieuwe e-mails en downloadt deze indien nodig.
  • Pagina 214 6. Een fax verzenden en ontvangen • Als het ophalen van e-mail niet lukt en [Foutmeldingse-mail] onder de internetfaxinstellingen van Web Image Monitor ingeschakeld is, zal er een e-mail met een foutmelding worden gestuurd naar de oorspronkelijke afzender. Voor meer informatie over de instellingen van Web Image Monitor, zie Pag.
  • Pagina 215 Een fax ontvangen • Als het apparaat een fax niet kan afdrukken vanwege apparaatfouten zoals een lege papierlade of een papierstoring, blijft de fax in het geheugen en gaat het indicatielampje voor ontvangen faxen knipperen. De overige pagina's worden afgedrukt zodra het probleem is verholpen. •...
  • Pagina 216 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. De doorstuurbestemming handmatig instellen met Web Image Monitor Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. Het beginscherm van de Web Image Monitor wordt weergegeven. Klik op [Systeeminstellingen].
  • Pagina 217 Een fax ontvangen Selecteer [Afdrukken] of [Doorsturen]. Druk op [Ontv. bestand afdr.]. Selecteer [Aan] of [Uit ]. • [Aan]: De ontvangen faxen worden automatisch afgedrukt en uit het geheugen verwijderd. • [Uit ]: De ontvangen faxen worden in het geheugen opgeslagen zodat ze op een later moment handmatig kunnen worden afgedrukt.
  • Pagina 218 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op [Ja]. Het apparaat drukt de opgeslagen fax af en verwijdert deze uit het geheugen. Druk op de toets [Home]. • Als [Aan] hier wordt geselecteerd, zal [Ontvangen bestand afdr.] onder instellingen voor faxeigenschappen worden ingeschakeld.
  • Pagina 219 Een fax ontvangen Klik op [Speciale afzender]. Selecteer [Speciale afzender] in de lijst [Bestemmingstype]. Selecteer het speciale afzendernummer uit de lijst (1 t/m 30). Voer het faxnummer van de speciale afzender in (maximaal 20 tekens). Voer het beheerderswachtwoord in. Klik op [OK]. Sluit de internetbrowser.
  • Pagina 220 6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op [Speciale afz.] of [Anders dan speciale afz.] voor [Voorwaarden voor ontvangst]. • Speciale afzender Selecteer deze optie om faxen van speciale afzenders te ontvangen en faxen van alle andere afzenders af te wijzen. •...
  • Pagina 221 Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax De lijsten en rapporten met betrekking tot de faxfunctie zijn: • Lijst/rap. afdrukken Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. • Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. •...
  • Pagina 222 6. Een fax verzenden en ontvangen...
  • Pagina 223 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt configureren via het bedieningspaneel. Basisbediening Gebruik de volgende procedure om de apparaatinstellingen te openen. Om te controleren tot welke categorie de functie behoort die u wilt configureren, zie Pag. 222 "Menuoverzicht".
  • Pagina 224 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Menuoverzicht In dit onderdeel worden de parameters van elk menu genoemd. Voor meer informatie over het configureren van het apparaat met Web Image Monitor, zie Pag. 275 "Het apparaat configureren met hulpprogramma's". • Sommige items kunnen ontbreken vanwege het modeltype of de configuratie van het apparaat. •...
  • Pagina 225 Kopieerinstellingen Kopieerinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Selecteer papier Geef hier het papierformaat op dat gebruikt • Lade 1 moet worden voor het kopiëren. • Lade 2 Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het • Handinvoer apparaat alleen die lade voor afdrukken. •...
  • Pagina 226 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde origineel foto's of afbeeldingen bevat. Gebruik deze modus voor de volgende origineeltypen: • Foto's • Pagina's die geheel of hoofdzakelijk uit foto's of afbeeldingen bestaan, zoals pagina's in tijdschriften. Standaardinstelling: [Tekst/ Foto] Dichtheid Hier kunt u de afbeeldingsbelichting voor...
  • Pagina 227 Kopieerinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde • 50% • 65% • 78% • 93% • 100% • 129% • 155% • 200% • 400% • Handmatige invoer Standaardinstelling: [100%] Kleur aanpassen Specificeer de kleurbalans tussen rood, groen en Standaardinstelling: De blauw. standaardinstelling is het midden van 5 Pas de kleurtoon aan met behulp van [ ] of [ ].
  • Pagina 228 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde • 2z 4org->Cmb 4op1 • Handm. 2-z scanmodus Standaardinstelling: [Uit] Z-w kwaliteitsinst. Hier kunt u de afbeeldingskwaliteit voor zwart- • Snelheid wit afdrukken opgeven. De scansnelheid bij [Fijn] • Fijn is trager dan wanneer u [Snel] gebruikt.
  • Pagina 229 Scannerinstellingen Scannerinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Scanformaat Hier kunt u het scanformaat opgeven dat × 14, 8 × 11, 5 × 8 overeenkomt met het origineelformaat. × 10 , A4, B5 JIS, A5, Aangepast formaat Standaardinstelling: [A4] Standaardinstelling: [8 × 11] Z/W- Hiermee geeft u de scanmodus op voor •...
  • Pagina 230 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Resolutie Hier kunt u de resolutie opgeven voor het • 100 x 100 dpi te scannen origineel. • 150 x 150 dpi • 200 x 200 dpi • 300 x 300 dpi •...
  • Pagina 231 Scannerinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Maphint Geef aan of het bericht met de tip voor • Uit het opgeven van de instelling Scannen • Aan naar map al dan niet moet worden Standaardinstelling: [Aan] weergegeven. Het bericht wordt weergegeven bij het selecteren van het tabblad [Map] in de scannermodus.
  • Pagina 232 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Faxinstellingen Ontv.instellingen Hier vindt u de instellingen voor het ontvangen van een fax. Onderdeel Omschrijving Waarde Ontv.modus Hier kunt u de ontvangstmodus • Alleen fax omschak. opgeven. Het apparaat beantwoordt automatisch alle binnenkomende oproepen in de faxontvangstmodus.
  • Pagina 233 Faxinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Autom. Hiermee verkleint het apparaat het • Uit verkleining formaat van een ontvangen fax als • Aan deze te groot is om op één vel papier Standaardinstelling: [Aan] af te drukken. De standaardinstelling kan [Uit] zijn, Let op dat het apparaat het formaat afhankelijk van de [Land/Regio]- alleen verkleint tot 74%.
  • Pagina 234 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Deze instelling is beschikbaar als Hiermee wijst u faxen van [Geautoriseerde ontvangst] is speciale afzenders af en ingeschakeld. ontvangt u faxen van alle andere afzenders. Standaardinstelling: [Speciale afz.] Ontv.bestand Hier kunt u opgeven of het apparaat •...
  • Pagina 235 Faxinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Standaardinstelling: [Uit] Melding Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Inactief doorsturen er een e-mailmelding wordt verzonden • Actief nadat faxen zijn doorgestuurd. De Standaardinstelling: [Inactief] bestemming voor de e-mailmeldingen hangt af van hoe de doorstuurbestemming is geconfigureerd met Web Image Monitor (voor meer informatie, zie...
  • Pagina 236 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde afdrukken van faxen kan worden af te drukken vanuit de lade gebruikt. die als prioriteitslade is opgegeven in Zorg ervoor dat u een lade selecteert [Papierladeprioriteit] onder die papier bevat van een geldig [Papierinstellingen].
  • Pagina 237 Faxinstellingen Communicatie-instel. Onderdeel Omschrijving Waarde ECM- Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Uit overdracht de gegevens die tijdens de verzending • Aan verloren zijn gegaan, automatisch Standaardinstelling: [Aan] opnieuw worden verstuurd. ECM- Hiermee stelt u het apparaat zo in dat •...
  • Pagina 238 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde [ECM-ontvangst] ingeschakeld moeten zijn. Deze functie is niet beschikbaar met Internetfax. Afdr.instel. rapport Onderdeel Omschrijving Waarde Verz.stat. Hiermee drukt het apparaat • Alleen fout afdrukken automatisch een verzendingsrapport Met deze instelling wordt een af nadat een fax is verzonden.
  • Pagina 239 Faxinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Het faxjournaal wordt afgedrukt op A4- of Letter-papierformaat vanuit de lade die is ingesteld voor [Fax] onder [Papierladeprioriteit] in [Papierinstellingen] Verzend.instelling Onderdeel Omschrijving Waarde Directe verz. Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Uit er direct een fax wordt verstuurd als Selecteer deze optie als u het origineel is gescand.
  • Pagina 240 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Dichtheid Hiermee geeft u de Druk op [ ] om de belichting te afbeeldingsbelichting op voor te vergroten. scannen originelen. Standaardinstelling: De standaardinstelling is het midden van 3 instellingsniveaus. Pauzetijd Hier kunt u de duur van de pauzetijd 1 tot 15 seconden opgeven als er een pauze wordt...
  • Pagina 241 Adresboek Adresboek Onderdeel Omschrijving Waarde Snelkiezenlijst Hier kunt u het faxnummer en de naam • Nr. voor de snelkiesbestemmingen opgeven. Geef hier het snelkiesnummer op. U kunt maximaal 20 • Naam: snelkiesbestemmingen registreren. Geef hier de naam voor de snelkiesbestemming op. De naam mag maximaal 20 tekens bevatten.
  • Pagina 242 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Systeeminstellingen Volume aanpassen Hier kunt u het volume van de geluiden die het apparaat produceert opgeven. Onderdeel Omschrijving Waarde Paneeltoets Hiermee specificeert u het volume van • Uit toon het piepgeluid dat wordt gegeven als •...
  • Pagina 243 Systeeminstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Alarmvolume Hiermee specificeert u het volume van • Uit het alarmgeluid dat het apparaat • Laag produceert als er een bewerkingsfout • Gemiddeld optreedt. • Hoog Standaardinstelling: [Gemiddeld] I/O time-out Onderdeel Omschrijving Waarde Hier kunt u opgeven hoeveel seconden •...
  • Pagina 244 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde moet vasthouden als het apparaat Standaardinstelling: [60 seconden] geen beveiligde afdrukbestanden kan opslaan. In deze periode kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of verwijderen, zodat het nieuwe beveiligde afdrukbestand op het apparaat kan worden opgeslagen.
  • Pagina 245 Systeeminstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Standaardinstelling: [Uit] Exporteren Geef op of u de gegevens die u hebt • Uit naar NFC geconfigureerd via het Hiermee worden de gegevens bedieningspaneel en Web Monitor die u met behulp van het wilt synchroniseren met de gegevens bedieningspaneel en Web opgeslagen bij NFC.
  • Pagina 246 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde afdruktaak niet overeenkomen als het afdrukken opnieuw gestart wordt, kan dit tot een papierstoring leiden. Toner besparen Onderdeel Omschrijving Waarde Toner besparen Hiermee wordt het apparaat ingesteld • Uit om een kleinere hoeveelheid toner te •...
  • Pagina 247 Systeeminstellingen Z/W-afdruk prioriteit Onderdeel Omschrijving Waarde Z/W-afdruk prioriteit Hiermee stelt u in dat het • Uit apparaat het verbruik van de • Aan kleurentoner onderdrukt Standaardinstelling: [Uit] wanneer u zwart-witpagina's afdrukt. De hoeveelheid kleurentoner die wordt verbruikt tijdens opwarming voor onderhoud wordt eveneens verlaagd.
  • Pagina 248 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde resterende toner kunnen worden afgedrukt. • Later De melding dat er weinig toner meer is, wordt weergegeven wanneer er nog ongeveer 100 pagina's met de resterende toner kunnen worden afgedrukt. Standaardinstelling: [Normaal] Autom.
  • Pagina 249 Systeeminstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Standaardinstelling: [Normaal]...
  • Pagina 250 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Printereigenschappen Lijst/Testafdruk Met deze functie kunt u lijsten met apparaatconfiguraties afdrukken. De lijsten worden afgedrukt op A4- of Letter-formaat door de lade te gebruiken die is ingesteld voor [Printer] onder [Papierladeprioriteit] in [Papierinstellingen]. Onderdeel Omschrijving Lijst/rap.
  • Pagina 251 Printereigenschappen Onderdeel Omschrijving Waarde Standaard Hier kunt u opgeven welk A4, A5, A6, 8 × 11, 7 × pag.form. papierformaat moet worden gebruikt × 13, 16K, 3 × als het papierformaat in de afdruktaak , C6 Env, B5 JIS, B6 JIS, 8 ×...
  • Pagina 252 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel PCL Menu Hier kunt u voorwaarden opgegeven voor als PCL wordt gebruikt voor afdrukken. Onderdeel Omschrijving Waarde Richting Hier kunt u de paginarichting • Staand opgeven. • Liggend Standaardinstelling: [Staand] Formulierregel Hier kunt u het aantal regels per 5 tot 128 pagina opgeven.
  • Pagina 253 Printereigenschappen Onderdeel Omschrijving Waarde 3.0, MC Text, ISO L6, ISO L9, PC-775, PC-1004, Win Baltic Standaardinstelling: [PC-8] Courier- Hiermee selecteert u een courier- • Standaard lettertype lettertype. • Donker Standaardinstelling: [Standaard] A4-breedte Hiermee stelt u het apparaat zo in dat •...
  • Pagina 254 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Standaardinstelling: [600 × 600 1bit] Kleurprofiel Specificeert het kleurprofiel. • Uit • Effen kleuren • Presentation (Presentatie) • Fotografisch Standaardinstelling: [Vaste kleur]...
  • Pagina 255 Papierinstell. Papierinstell. Onderdeel Omschrijving Waarde Pap.forma A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 × 14, 8 × 11, at: Lade 1 × 8 × 10 , 8 × 13, 8 × 13, × 13, 16K, 4 × 9 × 7 , C5 Env, C6 Env, DL Env, A5 LEF, 8 ×...
  • Pagina 256 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde • Gerecycled papier • Gekleurd papier • Briefpapier • Voorbedrukt papier • Geperforeerd papier • Etikettenpapier • Bankpost • Karton • Envelop • Dik papier 2 Standaardinstelling: [Normaal papier 2] Papiertype Hiermee kunt u het papiertype •...
  • Pagina 257 Papierinstell. Onderdeel Omschrijving Waarde • Etikettenpapier • Bankpost • Karton • Envelop • Dik papier 2 Standaardinstelling: [Normaal papier 2] Lade 1 Bepaalt hoe afdruktaken met • Apparaatinstelling(en) prioriteit lade 1 worden verwerkt. De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast.
  • Pagina 258 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de hand van de instellingen in het printerstuurprogramma. Afdrukken gaat verder, zelfs als de instellingen van het apparaat en het printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen.
  • Pagina 259 Papierinstell. Onderdeel Omschrijving Waarde overgeschakeld naar de Selecteer een lade om eerst te controleren volgende lade om het wanneer [A4] of [8 × 11] is geselecteerd afdrukken voort te zetten. voor [Selecteer papier] onder de kopieerinstellingen en zowel lade 1 als lade 2 Als lade 2 niet geïnstalleerd is, papier van dat formaat bevatten, zal het wordt [Lade 2] niet...
  • Pagina 260 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen van Beheerderstoepassingen Onderdeel Omschrijving Waarde Datum/tijd Hiermee stelt u de datum en • Datum instellen instellen tijd in van de interne klok van Hier kunt u de datum van de interne klok van het apparaat.
  • Pagina 261 Instellingen van Beheerderstoepassingen Onderdeel Omschrijving Waarde Om deze instelling te Standaardinstelling: [Pulstoon] configureren, dient u contact op te nemen met uw telefoonmaatschappij om de instelling te selecteren aan de hand van uw telefoonlijn. Het selecteren van een verkeerde instelling kan tot storingen leiden in faxverzendingen.
  • Pagina 262 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde [Systeemresettimer] is Standaardinstelling: [Home] verstreken zonder activiteit terwijl het beginscherm van de huidige modus wordt weergegeven. Systeemresettim Hiermee kunt u het apparaat • Uit zodanig instellen dat het • 30 sec. terugkeert naar de modus •...
  • Pagina 263 Instellingen van Beheerderstoepassingen Onderdeel Omschrijving Waarde Energiespaarst Bepaalt of het apparaat • Energiespaarstandmodus 2 andmodus overschakelt naar Het apparaat gaat over naar Energiesp.st.modus 1 of Energiesp.st.modus 2 2 als de opgegeven tijd Energiesp.st.modus 2 om het voor deze instelling is verstreken. Het elektriciteitsverbruik te apparaat verbruikt in Energiesp.st.modus 2 verlagen.
  • Pagina 264 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde • Vereenvoud. Chinees • Russisch • Brazil. Portugees • Turkije • Traditioneel Chinees • Arabisch Land/regio Selecteer hier het land/de Algerije, Argentinië, Australië, Oostenrijk, regio waarin het apparaat België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, wordt gebruikt.
  • Pagina 265 Instellingen van Beheerderstoepassingen Onderdeel Omschrijving Waarde selecteert. Het selecteren van Ver. Arab. Emiraten, Verenigd Koninkrijk, Uruguay, een verkeerd land/ Verenigde Staten, Venezuela, Vietnam, verkeerde regio kan tot Maagdeneilanden, Jemen storingen leiden in faxverzendingen. De standaardwaarde voor deze instelling is de land-/ regiocode die u heeft opgegeven tijdens de initiële installatie, waarbij het...
  • Pagina 266 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde van de menustructuur af te sluiten zonder de bestemmingen te wissen. Vergr. Geef een wachtwoord op • Aan (00000000 tot en met 99999999) beh.toepass. van acht cijfers om toegang • Uit te krijgen tot [Adresboek], Standaardinstelling: [Aan] [Netwerkinstellingen] en...
  • Pagina 267 Instellingen van Beheerderstoepassingen Onderdeel Omschrijving Waarde wachtwoord is opgegeven onder [Vergr. beh.toepass.]. Scan op USB Hier kunt u opgeven of • Inactief opslaan Scannen naar USB moet • Actief worden in- of uitgeschakeld. Standaardinstelling: [Actief] Deze functie wordt alleen weergegeven als er een wachtwoord is opgegeven onder [Vergr.
  • Pagina 268 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Afdruklijsten/-rapporten De configuratiepagina afdrukken Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Lijst/rap. afdrukken]. Druk op [Configuratiepagina]. Druk op [Ja]. Types lijsten/rapporten • Rapporten worden afgedrukt op papier van A4- of Letter-formaat. Plaats één van deze formaten papier in de lade voordat u rapporten afdrukt.
  • Pagina 269 Afdruklijsten/-rapporten • Op verkort kiesnr. Hiermee wordt een lijst met records gesorteerd op het registratienummer van de verkorte kiesbestemmingen. • Op naam Hiermee wordt de lijst afgedrukt met de records gesorteerd op naam. Bestem.lijst scanner Hiermee wordt een lijst van de scanbestemmingen afgedrukt. Scannerjournaal Hiermee wordt een scanjournaal afgedrukt voor de laatste 100 taken van Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP en Scannen naar map.
  • Pagina 270 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Netwerkinstellingen • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. • Op sommige modellen wordt een aantal items mogelijk niet weergegeven. Wi-Fi inschakelen Onderdeel Omschrijving Waarde Wi-Fi Selecteer hier of u draadloos LAN wilt •...
  • Pagina 271 Netwerkinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Ethernetsnelh. Hier kunt u de snelheid voor Ethernet- • Automatisch selecteren inst. communicatie opgeven. Selecteer een • 100Mbps Full Duplex snelheid die overeenstemt met uw • 100Mbps Half Duplex netwerkomgeving. • 10Mbps Full Duplex Voor de meeste netwerken is de •...
  • Pagina 272 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Standaardinstelling: 255.255.255.0 • Gateway Adres: Hiermee geeft u het standaard gatewayadres van het apparaat op wanneer DHCP niet wordt gebruikt. Gebruik dit menu om het standaard gatewayadres te controleren bij gebruik van DHCP.
  • Pagina 273 Netwerkinstellingen Onderdeel Omschrijving Waarde Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 40 "Tekens invoeren". • Voorvoegsellengte: Hiermee stelt u de prefixlengte in met een waarde tussen 0 en 128. • Gateway Adres: Hier kunt u het IPv6-adres van de standaardgateway opgeven.
  • Pagina 274 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Onderdeel Omschrijving Waarde Hier wordt het MAC-adres van het apparaat weergegeven. • SSID Hiermee wordt gedetailleerde informatie over de SSID weergegeven. Installatiewizar Hiermee wordt de procedure weergegeven voor het maken van een handmatige verbinding met draadloos LAN.
  • Pagina 275 @Remote @Remote RC Gate-proxyserver Onderdeel Omschrijving Waarde RC Gate- Hier kunt u opgeven of er een • Uit proxyserver proxyserver moet worden gebruikt. • Aan Standaardinstelling: [Uit] Proxyadres Hier kunt u het adres van de proxyserver opgeven. Poortnummer Voer hier het poortnummer voor de (1 tot 65535) proxyserver in.
  • Pagina 276 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • @Remote is een online tool voor het op afstand beheren van digitale multifunctionele printers (MFP's) en laserprinters. Voor meer informatie over de instellingen, neemt u contact op met de leverancier.
  • Pagina 277 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt configureren via hulpprogramma's. Beschikbare instellingsfuncties via Web Image Monitor Gebruik Web Image Monitor om de configuratie van het apparaat vanaf een computer te wijzigen. De beschikbare bewerkingen voor Web Image Monitor zijn als volgt: De volgende bewerkingen kunnen met Web Image Monitor vanaf een computer op afstand worden uitgevoerd:...
  • Pagina 278 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Web Image Monitor gebruiken • Sommige items worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van het modeltype dat u gebruikt. • Sommige items kunnen worden geconfigureerd via het bedieningspaneel. Aanbevolen internetbrowsers • Internet Explorer 10 of later •...
  • Pagina 279 Bovenste pagina weergeven Bovenste pagina weergeven Als u via Web Image Monitor toegang tot het apparaat verkrijgt, wordt de bovenste pagina in uw browservenster weergegeven. Start de internetbrowser. Voer in de adresbalk van de browser "https://(IP-adres van apparaat)/" in om toegang te krijgen tot dit apparaat.
  • Pagina 280 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken. Klik op de knop [Vernieuwen] van de internetbrowser om het volledige browserscherm bij te werken.
  • Pagina 281 De systeeminformatie controleren De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. U kunt de actuele gegevens van het systeem controleren op deze pagina. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Tabblad Status Onderdeel Omschrijving...
  • Pagina 282 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Fuseereenheid Hier wordt de resterende levensduur van de fuseereenheid weergegeven: "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist" of "Vervanging vereist". Neem voor vervanging contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Transferrol Hier wordt de resterende levensduur van de transferroller weergegeven: "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist"...
  • Pagina 283 De systeeminformatie controleren Onderdeel Omschrijving • Aantal pagina's dat in zwart-wit via de printerfunctie is afgedrukt Scanner Hier wordt het volgende weergegeven voor pagina's die worden gescand met de scannerfunctie: • Totaal aantal pagina's • Aantal kleurenpagina's • Aantal zwart-witpagina's Kopieerapparaat Hier wordt het volgende weergegeven voor pagina's die zijn afgedrukt met de kopieerapparaatfunctie:...
  • Pagina 284 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving • Cumulatieve waarde van dekking van cyaan toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van cyaan toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Magenta Toont het volgende voor pagina's die worden afgedrukt met de printer, het kopieerapparaat, de faxfuncties en lijsten/rapporten: •...
  • Pagina 285 De systeeminformatie controleren Onderdeel Omschrijving Magenta Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color met de printerfunctie: • Cumulatieve waarde van dekking van magenta toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van magenta toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Geel Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color...
  • Pagina 286 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Faxkaart Hier wordt de geïnstalleerde faxkaart weergegeven. Totale hoeveelheid Hier wordt het totale geheugen weergegeven dat op het apparaat is geheugen geïnstalleerd.
  • Pagina 287 De systeeminstellingen configureren De systeeminstellingen configureren Klik op [Systeeminstellingen] om de pagina voor configuratie van de systeeminstellingen weer te geven. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Geluidsvolume aanpassen], [Papierlade-instellingen], [Kopieerapparaat], [Fax], [Lade prioriteit], [Toner besparen], [I/O-time-out] en [Zwart-witafdruk prioriteit]. Tabblad Geluidsvolume aanpassen Geluidsvolume aanpassen Onderdeel Omschrijving...
  • Pagina 288 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Papiersoort Selecteer het papiertype voor lade 1: Dun papier (60 - 65 g/m ), Normaal papier 1 (66 - 74 g/m ), Normaal papier 2 (75 - 81 g/m ), Medium dik (82 - 90g/m ), Dik papier 1 (91 - 105 g/m ), Dik papier 2 (106 - 163g/m...
  • Pagina 289 De systeeminstellingen configureren Onderdeel Omschrijving • Systeeminstell. De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
  • Pagina 290 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Bij taken met een aangepast formaat wordt het afdrukken voortgezet, zelfs als de instellingen voor papierformaat/-soort van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen. Als het papier echter te klein is voor de afdruktaak, wordt de afdruk bijgesneden. Bij taken met een standaardformaat treedt er een fout op als de instellingen voor de papierformaat/-soort van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen.
  • Pagina 291 De systeeminstellingen configureren Tabblad Fax Selecteer pap.lade Onderdeel Omschrijving Papierlade selecteren Selecteer de lade voor het afdrukken van faxen en kies daarbij uit: [Automatisch], [Lade 1] of [Lade 2]. Als [Automatisch] geselecteerd is, gebruikt het apparaat lade 1 en lade 2 als ze papier van hetzelfde formaat bevatten.
  • Pagina 292 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving • [Actief]: Slaat de faxen in het geheugen op om te worden afgedrukt nadat ze zijn doorgestuurd. • [Inactief]: Verwijderd de faxen uit het geheugen na het doorsturen. Doorstuurresultaat Selecteer of er een e-mailmelding moet worden gestuurd nadat er een fax melden is doorgestuurd.
  • Pagina 293 De systeeminstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Speciale afzenders kunnen worden geprogrammeerd op de [Speciale afz.]-pagina. Ontvangstvoorwaarde Hier kunt u opgeven of faxen van geregistreerde speciale afzenders mogen worden ontvangen of moeten worden afgewezen. • Speciale afzender Hiermee ontvangt u faxen van speciale afzenders en wijst u faxen van alle andere af.
  • Pagina 294 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving afdrukken worden gebruikt. Als het papier in die lade opraakt, zal het apparaat automatisch naar de volgende lade overschakelen om verder te gaan met afdrukken. Selecteer de lade die het apparaat eerst gebruikt voor printertaken en kies daarbij uit [Lade 1] of [Lade 2].
  • Pagina 295 De systeeminstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Hier kunt u opgeven of de gegevens die u met behulp van het bedieningspaneel en Web Image Monitor heeft geconfigureerd, moeten worden gesynchroniseerd met de gegevens die bij NFC zijn opgeslagen. U kunt de gegevens in NFC lezen en schrijven met behulp van de toepassing die bij het apparaat hoort.
  • Pagina 296 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Bestemmingen registreren Scan- en faxbestemmingen kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen tot 100 scanbestemmingen en 220 faxbestemmingen (20 snelkeuzebestemmingen en 200 verkorte kiesbestemmingen) worden geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van bestemmingen, zie de secties over scannen en faxen.
  • Pagina 297 Speciale faxafzenders registreren Speciale faxafzenders registreren Speciale faxafzenders kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen maximaal 30 speciale afzenders worden geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van speciale afzenders, zie Pag. 206 "Een fax ontvangen".
  • Pagina 298 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Om deze instelling in te schakelen, dient u eerst het apparaat te configureren via Web Image Monitor. •...
  • Pagina 299 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Selecteer onder "Beschikbare functies" [Beperken] voor de functies die u wilt beperken. Klik vervolgens op [Toepassen]. Selecteer [Niet beperken] voor de functies die u niet wilt beperken. De instelling gebruikersbeperking wordt ingeschakeld voor de geselecteerde functie. Ga verder met de volgende stappen om gebruikers te registreren.
  • Pagina 300 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Voer bij [Gebr.naam] een gebruikersnaam in met maximaal 16 tekens (letters of cijfers). Voer bij [Gebr.code] de gebruikerscode in met maximaal 8 cijfers. De gebruikerscode wordt gebruikt om gebruikers te verifiëren als zij een beperkte functie proberen te gebruiken.
  • Pagina 301 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. Selecteer de vermelding die u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Wijzigen]. Wijzig de instellingen indien nodig. Voer het beheerderswachtwoord in. Klik op [Toepassen].
  • Pagina 302 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Als apparaatfuncties zijn beperkt Bepaalde functies kunnen alleen door bevoegde gebruikers gebruikt worden. Afhankelijk van welke gebruikersfuncties beperkt zijn, zullen gebruikers worden geverifieerd via het bedieningspaneel van het apparaat of in het stuurprogramma van de printer/LAN-fax. •...
  • Pagina 303 Als apparaatfuncties zijn beperkt Verificatie via het printer- of LAN-faxstuurprogramma Open het bestand dat u wilt afdrukken op uw computer. Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...]. Selecteer onder [Printer selecteren] de naam van dit apparaat en klik vervolgens op [Voorkeuren].
  • Pagina 304 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De netwerkinstellingen configureren Klik op [Netwerkinstellingen] om de pagina weer te geven waarop u de netwerkinstellingen kunt configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Netwerkstatus], [TLS-beveiliging], [IPv6-configuratie], [Netwerkapplicatie], [DNS], [Automatische e-mailmelding], [SNMPv1/v2], [SNMPv3], [SMTP], [POP3], [Internetfax], [Draadloos] en [Certificaat].
  • Pagina 305 De netwerkinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Het is niet mogelijk om 0.0.0.0 of 255.255.255.255 in te voeren. Gateway Voer hier het IPv4-adres van de netwerkgateway in. Het is niet mogelijk om 0.0.0.0 of 255.255.255.255 in te voeren. Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Onderdeel Omschrijving IPv6 Selecteer hier of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen...
  • Pagina 306 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het tabblad Netwerkapplicatie Verzendinstelling scanner Onderdeel Omschrijving E-mail Selecteer deze optie om de functie Scannen naar E-mail in te schakelen. Max. E-mailform. Hier kunt u het maximale formaat selecteren voor scanbestanden die als bijlage van een e-mail worden verstuurd (1 tot 5 MB of geen maximale grootte).
  • Pagina 307 De netwerkinstellingen configureren HTTPS/HTTP Onderdeel Omschrijving HTTPS afdwingen Geef aan of het gebruik van HTTPS al dan niet verplicht is. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de verbinding met HTTP-poort 80 automatisch omgeleid naar poort 443. Als de gebruiker de webpagina opent door de URL "http://..."...
  • Pagina 308 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Wanneer [TLS-niveau] is ingesteld op [Hoog] of [Gemiddeld], dan wordt deze instelling automatisch uitgeschakeld en kan deze niet ingeschakeld worden. Wanneer [TLS-niveau] is ingesteld op [Laag], dan kan deze instelling handmatig ingeschakeld/uitgeschakeld worden. •...
  • Pagina 309 De netwerkinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving DNS oplossen prioriteit Selecteer of u prioriteit wilt geven aan IPv4 of IPv6 voor het omzetten van DNS-namen. DNS-time-out Voer hier het aantal seconden in dat het apparaat moet wachten totdat (seconden) deze een DNS-aanvraag als verlopen beschouwt (1 - 999 seconden). Hostnaam Voer hier een hostnaam in voor het apparaat.
  • Pagina 310 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's SNMPv1/v2 tabblad SNMPv1/v2 Onderdeel Omschrijving SNMPv1/v2 Selecteer of het apparaat SNMPv1/v2-services kan gebruiken. Trap Onderdeel Omschrijving SNMPv1 Trap Selecteer of het apparaat SNMPv1-traps kan verzenden naar de managementhost (NMS). Als deze optie is uitgeschakeld, zijn [SNMP-beheer host 1] en [SNMP- beheer host 2] hieronder niet beschikbaar.
  • Pagina 311 De netwerkinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Trapcommunity Voer hier de naam van de community in die moet worden gebruikt voor verificatie van Trap-aanvragen. Kan tot 32 tekens bevatten. Systeem Onderdeel Omschrijving Locatie Voer hier de locatie van het apparaat in. De locatie die u hier invoert, wordt weergegeven op de hoofdpagina.
  • Pagina 312 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving [Geen verificatie, geen codering]: [Verificatiealgoritme], [Verificatiewachtwoord], [Coderingsalgoritme] en [Conderingswachtwoord] kunnen niet opgegeven worden. Verificatiealgoritme Geef hier het verificatiealgoritme op: [MD5], [SHA1], [SHA224], [SHA256], [SHA384], [SHA512] Verificatiewachtwoord Voer een wachtwoord voor de gebruikersaccount in. Kan tot 32 tekens bevatten.
  • Pagina 313 De netwerkinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving [MD5], [SHA1], [SHA224], [SHA256], [SHA384], [SHA512] Verificatiewachtwoord Voer een wachtwoord voor de beheerdersaccount in. Kan tot 32 tekens bevatten. (Vereist) Coderingsalgoritme Geef hier het coderingsalgoritme op: [AES128], [DES] Coderingswachtwoord Voer een wachtwoord in voor het coderen van het wachtwoord van de beheerdersaccount.
  • Pagina 314 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving SSL/TLS Geef aan of er al dan niet SSL/TLS-codering moet worden toegepast bij het verzenden van e-mails naar de SMTP-server. Vink het vakje aan om SSL/TLS in te schakelen. Poortnummer Voer hier het poortnummer in voor SMTP (1 - 65535). Als [SSL/TLS] aangevinkt is, wordt poort 465 automatisch geselecteerd.
  • Pagina 315 De netwerkinstellingen configureren Tabblad POP3 POP3-instell. Onderdeel Omschrijving POP3-server Voer hier het IP-adres of de hostnaam van de POP3-server voor e- mailontvangst in. De POP3-server die hier is opgegeven, wordt gebruikt voor [POP voor SMTP]. Kan tot 64 tekens bevatten. SSL/TLS Geef aan of er al dan niet SSL/TLS-codering moet worden toegepast bij het ontvangen van e-mails van de POP3-server.
  • Pagina 316 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Systeemvastgelegde Selecteer of er systeemvastgelegde tekst in het tekstveld van de e-mail moet tekst invoegen worden gezet bij het versturen van internetfaxen. De tekst bevat onder andere de hostnaam van het apparaat (zoals is ingesteld op de DNS-instellingenpagina), modelnaam en e-mailadres (zoals is ingesteld op de beheerdersinstellingenpagina).
  • Pagina 317 De netwerkinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Draadloos Hiermee kunt u opgeven of u draadloos LAN wel of niet wilt gebruiken. Instellingen draadloos LAN Onderdeel Omschrijving SSID Voer hier de SSID van het toegangspunt in. De SSID mag maximaal 32 tekens bevatten. Als u op [Scanlijst] klikt, wordt een lijst met beschikbare toegangspunten weergegeven.
  • Pagina 318 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's • Wanneer [Draadloos] ingesteld is op [Actief], verschijnt [Wireless LAN-instellingen] en kunt u de instellingen daar wijzigen. • Als u de verbindingsinstellingen handmatig configureert, moet u van tevoren de SSID, de verificatiemethode of de coderingssleutel van het toegangspunt of draadloze router controleren. Directe verbindingsinstellingen Onderdeel Omschrijving...
  • Pagina 319 De netwerkinstellingen configureren Certificaat Onderdeel Omschrijving Nieuw zelfondertekend Selecteer dit item om een nieuw zelfondertekend certificaat aan te maken. certificaat aanmaken Certificaataanvraag Selecteer dit item om de certificeringsinstantie om een nieuw certificaat te aanmaken vragen. U kunt een via deze instelling aangemaakt certificaat indienen bij de certificeringsinstantie.
  • Pagina 320 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Land/Regio (optioneel) Voer hier de land-/regiocode van twee tekens in voor de locatie van het apparaat. Geldigh.periode Voer hier de viercijferige geldigheidsperiode in. Als de geldigheidsperiode (dagen)(vereist) bijvoorbeeld een jaar is, voert u "0365" in. Handtekeningalgoritme Selecteer hier het handtekeningalgoritme: [RSA (1024bit)], [RSA (2048bit)], [ECDSA] Certificaataanvraag aanmaken...
  • Pagina 321 De netwerkinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Wachtwoord Voer het wachtwoord van de persoonlijke sleutel in. Certificaat exporteren Onderdeel Omschrijving Wachtwoord Voer het wachtwoord van de persoonlijke sleutel in. Het wachtwoord heeft 4 tot 32 tekens. Wachtwoord Voer hetzelfde wachtwoord in als voor [Wachtwoord]. bevestigen Certificaat weergeven De geïnstalleerde certificaten weergeven.
  • Pagina 322 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Tabblad Algemene IPsec-instellingen Onderdeel Omschrijving...
  • Pagina 323 De IPsec-instellingen configureren Onderdeel Omschrijving Status Hier wordt de status van het IPsec-beleid weergegeven: "Actief" of "Inactief". Als u IPsec-beleidsregels wilt configureren, selecteert u het gewenste IPsec-beleid en klikt u op [Wijzigen] om de pagina "IPsec-beleidsinstellingen " weer te geven. Op de pagina "IPsec- beleidsinstellingen"...
  • Pagina 324 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's IPsec-instellingen Onderdeel Omschrijving Encapsulation-type Geef hier het inkapselingstype op: • [Transport]: Selecteer deze modus om alleen de nettolading van elk IP-pakket te beveiligen wanneer er wordt gecommuniceerd met apparaten die met IPsec compatibel zijn. •...
  • Pagina 325 De IPsec-instellingen configureren Onderdeel Omschrijving Wilt u de levensduur van de SA opgegeven als gegegevensvolume, voer dan een aantal KB (20480-2147483647) in. Key Perfect Forward Selecteer hier of u PFS (Perfect Forward Secrecy) wilt in- of uitschakelen. Secrecy IKE-instellingen Onderdeel Omschrijving IKE-versie Hier wordt de IKE-versie weergegeven.
  • Pagina 326 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Lijsten/rapporten afdrukken Klik op [Rapport / lijst afdrukken] om de pagina voor het afdrukken van rapporten weer te geven. Selecteer vervolgens een item en klik op [Afdrukken] om informatie over dat item af te drukken. Lijst/rap.
  • Pagina 327 De beheerderinstellingen configureren De beheerderinstellingen configureren Klik op [Beheerdertoepassingen] om de pagina voor configuratie van de beheerdersinstellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Beheerder], [Instellingen resetten], [Instellingen back- uppen], [Instellingen herstellen], [Datum/tijd instellen] en [Energiespaarstand]. Tabblad Beheerder Beheerderinstellingen Onderdeel Omschrijving Wachtwoord wijzigen...
  • Pagina 328 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Onderdeel Omschrijving Menu-instellingen Vink deze optie aan om de standaardwaarden te herstellen voor de terugzetten instellingen die niet met het netwerk te maken hebben. Scanbestemming Selecteer deze optie om de scanbestemmingen te wissen. wissen Instellingen van Selecteer deze om de instellingen voor gebruikersbeperkingen te wissen.
  • Pagina 329 De beheerderinstellingen configureren Onderdeel Omschrijving Back-upinstellingen Hiermee worden de instellingen van gebruikersbeperkingen opgeslagen in voor Beschikbare een back-upbestand. functies Back-up van Hiermee worden faxbestemmingen in een back-upbestand opgeslagen. adresboek IPsec-instellingen back- Hiermee worden de IPsec-instellingen opgeslagen in een back-upbestand. uppen Volg onderstaande procedure om back-upbestanden van de configuratie te maken.
  • Pagina 330 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Selecteer het back-upbestand en klik op [Openen]. Voer het beheerderswachtwoord in. Klik op [OK]. • Als de instellingen niet juist worden hersteld, verschijnt er een foutmelding. Probeer nogmaals om het bestand volledig te herstellen. Tabblad Datum/tijd instellen Datum instellen Onderdeel...
  • Pagina 331 De beheerderinstellingen configureren Tabblad Energiespaarstand Energiespaarstandmodus Onderdeel Omschrijving Energiespaarstandmod Selecteer [Actief] om in te stellen dat het apparaat overschakelt naar us 1 Energiespaarstand 1 wanneer het apparaat gedurende ongeveer 30 seconden niet bediend wordt. Het duurt minder lang om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de status uitgeschakeld of Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik is hoger in Energiespaarstand 1 dan in Energiespaarstand 2.
  • Pagina 332 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's...
  • Pagina 333 9. Het apparaat onderhouden In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen kunt vervangen en het apparaat kunt schoonmaken. De printcartridge vervangen • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats. • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid.
  • Pagina 334 9. Het apparaat onderhouden • Zorg dat u bij het verwijderen van printercartridges de laserscaneenheid aan de onderkant van de bovenklep niet aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven). ECC129 • Als de toner voor cyaan, magenta of geel op is, kunt u met de zwarte toner zwart-wit afdrukken blijven maken.
  • Pagina 335 De printcartridge vervangen Til de printercartridge er voorzichtig verticaal uit, terwijl u hem in het midden vasthoudt. Beginnend vanaf achteraan worden de printcartridges in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K) geïnstalleerd. ECC167 • Schud de verwijderde printcartridge niet. Als u dit wel doet, kan de overgebleven toner gaan lekken.
  • Pagina 336 9. Het apparaat onderhouden Een gelijkmatige verspreiding van de toner in de cartridge verbetert de afdrukkwaliteit. Verwijder het beschermvel van de printcartridge. ECC131 Controleer of de tonerkleur en plaats overeenkomen en plaats vervolgens de inktcartrigde voorzichtig in verticale richting. ECC132 Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig.
  • Pagina 337 Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. • (Vooral Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh-website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen. U kunt items ook recyclen volgens de gemeentelijke voorschriften of volgens de aanwijzingen van het lokale afvalverwerkingsbedrijf.
  • Pagina 338 9. Het apparaat onderhouden De tonerafvalfles vervangen Meldingen op het scherm • Vervang de tonerafvalfles als de volgende melding op het display verschijnt: "Verv. binnk. vereist:Tonerafvalfles " • Maak een tonerafvalfles klaar als de volgende melding op het display verschijnt: "Verv.
  • Pagina 339 De tonerafvalfles vervangen Houd de tabs aan weerszijden van de transfereenheid vast en beweeg de transfereenheid iets naar achteren voordat u deze optilt. ECC136 Houd de hendel in het midden van de afvaltonerfles vast en trek hem gedeeltelijk naar buiten zonder hem te kantelen. ECC137 Trek de tonerafvalfles er half uit, houd de fles stevig vast en trek deze er dan recht uit.
  • Pagina 340 9. Het apparaat onderhouden ECC139 Til de tonerafvalfles niet op als u deze eruit trekt, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven). ECC140 Doe de dop op de fles. ECC141...
  • Pagina 341 De tonerafvalfles vervangen ECC142 Houd de nieuwe tonerafvalfles in het midden vast en plaats deze voorzichtig halverwege in het apparaat. Laat de dop van de fles open. ECC143 Til de tonerafvalfles niet op tijdens het plaatsen, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met een pijl in de afbeelding hieronder wordt aangegeven).
  • Pagina 342 9. Het apparaat onderhouden ECC145 Plaats de transfereenheid op het voorpaneel. Schuif de transfereenheid over de geleiderrails in het apparaat. Bedien de drukhendel niet handmatig, want de druk is in de positie van het voorpaneel geïntegreerd. ECC146 Als het stopt, drukt u op de markering PUSH totdat u een klik hoort. ECC147...
  • Pagina 343 De tonerafvalfles vervangen Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. ECC117 Druk bij het sluiten van het voorpaneel stevig tegen de bovenkant van het paneel aan. • Het is raadzaam om extra tonerafvalflessen te kopen als voorraad zodat u de flessen gemakkelijk kunt vervangen.
  • Pagina 344 9. Het apparaat onderhouden Een onderdeel vervangen Tussenliggende transfereenheid vervangen Als het waarschuwingsindicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden en het bericht "Verv. vereist: Tus.lig. transf.riem" verschijnt op het display, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. De fuseereenheid en de transferrol vervangen Als het waarschuwingsindicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden en het bericht "Vervanging vereist: Transferrol"...
  • Pagina 345 Voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken Voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken Maak het apparaat regelmatig schoon om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen. Neem de buitenkant af met een zachte, droge doek. Als dit niet voldoende is, kunt u een zachte, vochtige doek gebruiken die goed is uitgewrongen. Als u er zo nog niet in slaagt om vlekken te verwijderen, kunt u een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
  • Pagina 346 9. Het apparaat onderhouden De tonerdichtheidsensor schoonmaken Reinig de tonerdichtheidssensor wanneer de volgende boodschap op het bedieningspaneel verschijnt. "Reiniging dichtheid- sensor vereist" Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. Zorg dat de ADF gesloten is. ECC128 Verwijder de achterste printcartridge.
  • Pagina 347 De tonerdichtheidsensor schoonmaken Voer de printercartridge, die bij stap 2 verwijderd werd, voorzichtig verticaal in. ECC132 Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. ECC133...
  • Pagina 348 9. Het apparaat onderhouden De wrijvingsstrip en papierinvoerroller schoonmaken Als de wrijvingsstrip of de papierinvoerrol vuil zijn, kunnen er verschillende vellen tegelijk of juist geen vellen worden gepakt. In dit geval moeten de wrijvingsstrip en de papierinvoerroller als volgt worden schoongemaakt: •...
  • Pagina 349 De wrijvingsstrip en papierinvoerroller schoonmaken Veeg het rubberen deel van de rol schoon met een zachte, vochtige doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. ECC150 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DUE215 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze op zijn plaats klikt.
  • Pagina 350 9. Het apparaat onderhouden • Als er verschillende vellen tegelijk worden gepakt of er ontstaat een storing, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. • Als de optionele lade 2 is geïnstalleerd, maak dan de wrijvingsstrip en papierinvoerrol hiervan op dezelfde manier schoon als u deed bij lade 1.
  • Pagina 351 De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade kunnen vuil worden door papierstof als u op papier afdrukt dat niet standaard is. Maak de registratierol schoon als er witte puntjes op de afdrukken verschijnen. •...
  • Pagina 352 9. Het apparaat onderhouden Veeg de binnenkant van de papierlade schoon met een doek. ECC152 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DUE215 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze klikt.
  • Pagina 353 De registratierol en papierlade schoonmaken Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. ECC115 Zorg dat u de registratierol op de plaats zet die in de illustratie hieronder met een pijltje getoond wordt.
  • Pagina 354 9. Het apparaat onderhouden Steek de stekker stevig in het stopcontact. Sluit alle voorheen verwijderde kabels weer aan. Zet de printer aan.
  • Pagina 355 De glasplaat schoonmaken De glasplaat schoonmaken Open de ADF. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
  • Pagina 356 9. Het apparaat onderhouden De automatische documentinvoer schoonmaken Open de ADF. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
  • Pagina 357 De automatische documentinvoer schoonmaken Reinig de hieronder aangegeven onderdelen. DUE322 Sluit het ADF-paneel.
  • Pagina 358 9. Het apparaat onderhouden Het apparaat verplaatsen en vervoeren In dit onderdeel worden voorzorgsmaatregelen genoemd die u dient te volgen als u het apparaat over korte of lange afstanden vervoert. Pak het apparaat in zijn oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in als u het apparaat over een lange afstand vervoert.
  • Pagina 359 Het apparaat verplaatsen en vervoeren Als lade 2 geïnstalleerd is, haal deze er dan uit. Bij het optillen van het apparaat met twee personen staat aan beide zijden één persoon. Uw tilt het apparaat allebei op met behulp van de grepen aan beide zijden. Verplaats het horizontaal naar de plaats waar u het wilt gebruiken.
  • Pagina 360 9. Het apparaat onderhouden...
  • Pagina 361 10. Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden oplossingen beschreven voor foutmeldingen en andere problemen. Fout- en statusberichten op het scherm Meldingen staan op alfabetische volgorde in de tabel hieronder. "X" geeft een nummer aan in een foutcode dat afwijkend wordt weergegeven afhankelijk van een bepaalde situatie.
  • Pagina 362 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Storing origineel ADF Er is een origineel vastgelopen • Verwijder vastgelopen originelen en in de ADF. plaats ze opnieuw. Zie Pag. 370 Open ADF-klep "Vastgelopen papier verwijderen" en verwijder papier. Pag. 382 "Problemen met papierinvoer".
  • Pagina 363 Fout- en statusberichten op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Kan inst. niet Gecombineerd kopiëren kon • Stel het apparaat zo in dat er wordt kopiëren. niet worden uitgevoerd, omdat gekopieerd op A4-, Letter- of Legal- de lade geen papier bevat met formaat in de instelling [Selecteer Combineren: 2 op 1 één van de volgende geldige...
  • Pagina 364 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen dan contact op met uw telefoonmaatschappij. Paneel open Er is een paneel open. Sluit het paneel goed. Dichtheidssensor Het apparaat kon de Maak de tonerdichtheidssensor schoon. Schoonmaken vereist kleurregistratie niet aanpassen. Zie Pag. 344 "De tonerdichtheidsensor schoonmaken".
  • Pagina 365 Fout- en statusberichten op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Druk op de knop ruimte op de USB- Wissen geheugenkaart aanwezig is. I-fax POP3 mislukt De verbinding met de POP3- • Controleer of de netwerkkabel server is mislukt. correct op het apparaat is aangesloten.
  • Pagina 366 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen van het PostScript 3- printerstuurprogramma, stelt u [Afdrkwal.] in [Printereigenschappen] in op [Standaard] of [Hoge kwaliteit]. Geheugenoverloop • Als u een beveiligd • Druk beveiligde afdrukbestanden die afdrukbestand dat is op het apparaat staan, af of opgeslagen in het verwijder deze en druk dan het apparaat probeert af te...
  • Pagina 367 Fout- en statusberichten op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Storing: Papierlade” Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie papierlade. Pag. 370 "Vastgelopen papier verwijderen". Storing: Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie Standaardlade”...
  • Pagina 368 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Vervang tussenl. De transferriem is niet langer te Neem contact op met uw transf.riem gebruiken en dient te worden verkoopvertegenwoordiger. vervangen. Snel vervangen: De printcartridge is bijna leeg. Bereid een nieuwe cartridge voor. printcart. (X) Verv.
  • Pagina 369 Fout- en statusberichten op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Fout antwoord server Er is een fout opgetreden in de Controleer of de bestemming juist is communicatie met de server geregistreerd en probeer de bewerking voordat kon worden begonnen opnieuw uit te voeren. met de verzending.
  • Pagina 370 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Plaatsingsfout De tonerafvalfles is niet juist Verwijder de tonerafvalfles en installeer tonerafvalfles geïnstalleerd. deze opnieuw. Zie Pag. 336 "De tonerafvalfles vervangen". Verzendcommunicati Er is een verzendingsfout Als de [Autom. opnw kiezen]-instelling is efout opgetreden en de fax kon niet ingeschakeld, zal het apparaat het correct worden verstuurd.
  • Pagina 371 Fout- en statusberichten op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen USB- De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart met geheugenoverloop mislukt, omdat er niet genoeg voldoende geheugen. ruimte op de USB- Druk op de knop geheugenkaart aanwezig is. Wissen Beschermd tegen De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart die niet...
  • Pagina 372 10. Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen Als er een papierstoring optreedt, wordt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel weergegeven: • Wanneer het waarschuwingslampje continu brandt of knippert, drukt u op het pictogram [Info] op het scherm [Home] en controleert u het weergegeven bericht. Meldingen Referentietitel Interne storing...
  • Pagina 373 Vastgelopen papier verwijderen • Sommige interne onderdelen van dit apparaat kunnen kwetsbaar zijn. Raak de sensoren, connectoren, LED-lampjes of andere kwetsbare onderdelen die in deze handleiding worden getoond niet aan tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan een storing veroorzaken.
  • Pagina 374 10. Problemen oplossen DUE289 DUE290 Tonerafvalfles ECC168...
  • Pagina 375 Vastgelopen papier verwijderen Papierinvoereenheid DUE320 DUE291 • Vastgelopen papier kan natte toner bevatten. Let erop dat u geen toner op uw handen en kleding krijgt. • Bij afdrukken die direct na het oplossen van een papierstoring worden gemaakt, kan de toner onvoldoende zijn gehecht en gaan vlekken.
  • Pagina 376 10. Problemen oplossen Als papier in de fuseereenheid vastloopt Als papier in de fuseereenheid vastloopt, volg dan de onderstaande stappen om het papier te verwijderen. • Aangezien de temperatuur rondom de geleider hoog is moet u wachten totdat deze afgekoeld is voordat u op vastgelopen papier controleert.
  • Pagina 377 Vastgelopen papier verwijderen ECC157 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, trek dan de hendel omlaag en controleer nogmaals. ECC159 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. ECC117 Druk bij het sluiten van het voorpaneel stevig tegen de bovenkant van het paneel aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u het paneel heeft gesloten.
  • Pagina 378 10. Problemen oplossen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. ECC115 Trek vastgelopen papier er voorzichtig uit. ECC160 Raak de fuseereenheid niet aan. ECC157 Als het papier in de transfereenheid is vastgelopen, houdt u het papier met beide handen vast en trekt u het voorzichtig naar voren eruit.
  • Pagina 379 Vastgelopen papier verwijderen ECC161 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. ECC117 Druk bij het sluiten van het voorpaneel stevig tegen de bovenkant van het paneel aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u het paneel heeft gesloten. •...
  • Pagina 380 10. Problemen oplossen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. ECC115 Verwijder voorzichtig het papier dat is vastgelopen onder de transfereenheid. ECC162 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, kijkt u in het apparaat. Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit.
  • Pagina 381 Vastgelopen papier verwijderen Vastgelopen papier in de scanner verwijderen • Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Als er een papierstoring optreedt in de ADF, volg dan onderstaande procedure om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 382 10. Problemen oplossen Sluit de ADF-klep en het paneel van de ADF-invoerlade. ECC165 Til de ADF op en trek voorzichtig aan het vastgelopen papier om het te verwijderen. Let erop dat u de invoerlade niet vastpakt als u de ADF optilt. Dit kan de lade beschadigen. ECC166 Sluit de ADF.
  • Pagina 383 Wanneer u geen testpagina kunt afdrukken Wanneer u geen testpagina kunt afdrukken Mogelijke oorzaak Oplossing De stroomkabel, een USB-kabel of Zorg dat de stroomkabel, USB-kabel en netwerkkabel goed een netwerkkabel zijn niet goed zijn aangesloten. Controleer ook of ze niet beschadigd zijn. aangesloten.
  • Pagina 384 10. Problemen oplossen Problemen met papierinvoer Als het apparaat werkt, maar het papier niet wordt doorgevoerd of papier loopt telkens vast, controleer dan het apparaat en het papier. Probleem Oplossing Het papier wordt niet soepel • Gebruik ondersteunde papiertypen. Zie Pag. 61 doorgevoerd.
  • Pagina 385 Problemen met papierinvoer Probleem Oplossing • Plaats papier maximaal zo hoog als de bovenste limietmarketing op de zijafscheiding. • Zorg ervoor dat de wrijvingsstrip en papierinvoerrollers schoon zijn. • Controleer of er geen papier is toegevoegd terwijl er nog papier in de lade zat. Voeg alleen papier toe als er niets meer over is in de lade.
  • Pagina 386 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing papierlade, of de papiergeleiders van de handinvoer bij om deze ruimte weg te nemen. DAC572...
  • Pagina 387 Er wordt een printcartridge gebruikt Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken die niet authentiek is. verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor defecten zorgen. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. Er wordt een oude printcartridge Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden gebruikt.
  • Pagina 388 10. Problemen oplossen De instellingen van het printerstuurprogramma controleren Probleem Oplossing De afgedrukte afbeelding is bevlekt. PCL 5c/6 Selecteer op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma [Handinvoer] in de lijst "Invoerlade:". Selecteer in de lijst "Papiertype:" het juiste papiertype. PostScript 3 Selecteer op het tabblad [Papier/Kwaliteit] van het printerstuurprogramma [Handinvoer] in de lijst "Papierbron".
  • Pagina 389 Problemen met de afdrukkwaliteit Probleem Oplossing Afgedrukte foto's zijn onscherp. Gebruik de instellingen van de toepassing of van het printerstuurprogramma om een hogere resolutie op te geven. Voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 390 10. Problemen oplossen Problemen met de printer In dit onderdeel worden afdrukproblemen en mogelijke oplossingen daarvoor beschreven. Als u niet goed kunt afdrukken Probleem Oplossing Er treedt een fout op. Als een fout optreedt tijdens het afdrukken, wijzigt u de instellingen van de computer of het printerstuurprogramma.
  • Pagina 391 Problemen met de printer Probleem Oplossing Er wordt een beveiligd • Het apparaat heeft al 5 taken of 5 MB aan gegevens afdrukbestand geannuleerd. van beveiligde afdruktaken. Druk een bestaand beveiligd afdrukbestand af of verwijder dit. Voor meer informatie, zie Pag. 91 "Afdrukken van vertrouwelijke documenten". •...
  • Pagina 392 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Het duurt te lang voordat het • Foto's en pagina's die veel gegevens bevatten, nemen afdrukken is voltooid. veel verwerkingstijd van de printer in beslag. Wacht daarom gewoon even af wanneer u dergelijke gegevens afdrukt. •...
  • Pagina 393 Problemen met de printer Probleem Oplossing Alleen wanneer PCL 5c/6 wordt gebruikt Kleurgradatie kan er anders uitzien wanneer Aan is geselecteerd voor [Economy Color] op het tabblad [Afdrkwal.] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 394 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Selecteer [Krullen voorkomen] in [Krulpreventiemodus] onder [Systeeminstellingen]. • Als u [Toner besparen] onder [Systeeminstell.] inschakelt, is de afdrukkwaliteit meestal minder goed. • Als u [Aan] selecteert bij [Economy Color] op het tabblad [Afdrkwal.] (PCL-printerstuurprogramma) of onder [Printereigenschappen] (PostScript 3- printerstuurprogramma), zullen de afdrukken een lagere dichtheid hebben.
  • Pagina 395 Problemen met de printer Probleem Oplossing 3. Het schoonmaken wordt automatisch gestart. Zodra de reiniging voltooid is, wordt de foutmelding "Toner fout gepl.: (X)" weergegeven ("X") staat voor de tonerkleur). 4. Als het schoonmaken is voltooid, open dan de bovenklep en zet de printcartridges weer op hun plek terug.
  • Pagina 396 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Er heeft zich wellicht condens gevormd. Indien er een snelle verandering in temperatuur of luchtvochtigheid optreedt, gebruik de printer dan pas nadat u deze heeft kunnen acclimatiseren. Er treedt kleurverschuiving op. Voer de [Kleurregistratie] uit onder [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie, zie Pag.
  • Pagina 397 Problemen met de printer Probleem Oplossing Controleer of de instelling van de poortaansluiting juist is. Netwerkverbinding Neem contact op met de netwerkbeheerder. Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt Zwarte gradatie is niet natuurlijk. Selecteer [CMY + K] voor [Grijsreproductie] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 398 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Controleer de papierinstellingen van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Wanneer papier niet op de juiste manier wordt ingevoerd of uitgeworpen Probleem Oplossing Afdrukken vallen achter het Haal de betreffende papierstopper omhoog (voorste wand apparaat wanneer deze worden voor A4/Letter, achterste wand voor afdrukken van Legal- uitgevoerd.
  • Pagina 399 Problemen met de printer Overige afdrukproblemen Probleem Oplossing De toner is op en het afdrukken is Als de melding "Doorgaan met afdrukken?" wordt gestopt. weergegeven op het bedieningspaneel, dan kunt u door op [Ja] te drukken nog een paar pagina's afdrukken, maar de afdrukkwaliteit van die pagina's kan minder goed zijn.
  • Pagina 400 10. Problemen oplossen Kopieerproblemen Als u geen duidelijke kopieën kunt maken Probleem Oplossing De afgedrukte kopie is blanco. Het origineel is niet correct geplaatst. Wanneer u de glasplaat gebruikt, plaats het origineel dan met de gekopieerde zijde naar beneden. Wanneer u de ADF gebruikt, plaats originelen dan met de gekopieerde zijde naar boven.
  • Pagina 401 Kopieerproblemen Probleem Oplossing • Voordat u originelen op de glasplaat legt, moet de toner of correctievloeistof droog te zijn. Als er vanaf de glasplaat wordt Plaats de originele kopie met de bovenkant naar beneden, gekopieerd, is het afdrukgebied van zorg ervoor dat de kopie is uitgelijnd in de linker achterhoek de kopie niet zo uitgelijnd als het en dat de kopie vlak op de glasplaat ligt.
  • Pagina 402 10. Problemen oplossen Scanproblemen Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden Probleem Oplossing De volgende apparaatinstellingen Controleer de instellingen. Zie Pag. 302 "De zijn wellicht niet correct: netwerkinstellingen configureren". • IP-adres • Subnetmasker Wanneer het scannen niet naar wens verloopt Probleem Oplossing...
  • Pagina 403 Faxproblemen Faxproblemen Wanneer u geen faxberichten naar wens kunt verzenden of ontvangen Verzending Probleem Oorzaken Oplossingen Kan geen bestanden De telefoonlijn kan Controleer of de telefoonkabel correct verzenden. afgesloten zijn. op het apparaat is aangesloten. Voor meer informatie, zie de Installatiehandleiding.
  • Pagina 404 10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossingen Wanneer u direct kiezen of Als het apparaat het Druk op [Scanformaat] onder handmatig kiezen gebruikt, formaat van het origineel [Scaninstellingen], selecteer het dan verschijnt "Bezig met niet kan waarnemen als u scanformaat en verzend het document ontvangen..."...
  • Pagina 405 Faxproblemen Probleem Oorzaken Oplossingen Het apparaat was niet in Het papier is op. Plaats papier in de lade. staat om ontvangen faxdocumenten af te drukken. Afdrukken Probleem Oorzaken Oplossingen De afdruk is scheef. Het papier is scheef Plaats het papier op correcte wijze. ingevoerd.
  • Pagina 406 10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossingen Kopieerpapier raakt Er wordt bedrukt papier Plaats geen vellen die reeds gekopieerd gekreukeld. gebruikt. of bedrukt zijn. Het papier is te dun. Gebruik het aanbevolen papier. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 61 "Ondersteund papier".
  • Pagina 407 Faxproblemen Wanneer er een fout via een rapport of e-mail wordt gemeld Wanneer er een rapport op het apparaat wordt afgedrukt Foutrapport Er wordt een Foutenrapport afgedrukt als een document niet succesvol kan worden verzonden of ontvangen. Mogelijke oorzaken zijn o.a. een probleem met het apparaat of ruis op de telefoonlijn. Als er een fout optreedt tijdens verzending, verzend het origineel dan opnieuw.
  • Pagina 408 10. Problemen oplossen Als een foutmelding per e-mail ontvangen wordt Foutmelding e-mail Het apparaat verzendt een e-mail aan de afzender als het niet in staat is om een bepaald e- mailbericht via de internetfaxfunctie succesvol te ontvangen. Een "cc" van deze melding wordt ook naar het e-mailadres van de beheerder gestuurd als het adres is gespecificeerd.
  • Pagina 409 Faxproblemen "X" geeft een nummer aan in een foutcode dat afwijkend wordt weergegeven afhankelijk van de situatie. Foutcode Oplossing 1XXX11 Er is een origineel in de ADF vastgelopen tijdens het versturen van een fax in de modus Directe verzending. • Verwijder vastgelopen originelen en plaats ze opnieuw. Zie Pag.
  • Pagina 410 10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing kunt bellen. Als u op deze manier niet kunt bellen, neem dan contact op met uw telefoonmaatschappij. • Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. 2XXX14 Het apparaat kan de ontvangen fax niet afdrukken of het geheugen van het apparaat heeft de maximale capaciteit bereikt tijdens het ontvangen van een fax, omdat het document te groot was.
  • Pagina 411 Faxproblemen Foutcode Oplossing 3XXX11 De verbinding met de server is mislukt tijdens het versturen van een internetfax. • Controleer of de netwerkkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Controleer of de netwerkinstellingen zoals IP-adres, DNS en SMTP-instellingen juist zijn geconfigureerd (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt).
  • Pagina 412 10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing 4XXX21 De verbinding met de server is mislukt tijdens het ontvangen van een internetfax. • Controleer of de netwerkkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Controleer of de netwerkinstellingen zoals IP-adres, DNS en POP3-instellingen juist zijn geconfigureerd (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt).
  • Pagina 413 Faxproblemen Foutcode Oplossing door de foutcodes 4XXX43 t/m 4XXX45). Vraag de afzender om het TIFF-bestand te controleren. 4XXX42 Het ontvangen van een e-mail is mislukt tijdens het ontvangen van een internetfax. • Er staat een fout in de koptekst van de e-mail. Vraag de afzender om de e-mailinstellingen te controleren.
  • Pagina 414 10. Problemen oplossen Veelvoorkomende problemen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u algemene problemen kunt oplossen die kunnen optreden bij de bediening van dit apparaat. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat kan niet worden De stroomkabel is niet op de •...
  • Pagina 415 Veelvoorkomende problemen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het volume van de geluiden Het volume staat ingesteld op Pas het volume van de piepjes, van het apparaat staat te luid. 'hoog'. oproepen, luidsprekergeluiden en alarmgeluiden aan. Voor meer informatie, zie Pag. 240 "Systeeminstellingen".
  • Pagina 416 10. Problemen oplossen • Als deze problemen blijven aanhouden, schakel dan de stroom uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger.
  • Pagina 417 11. Netwerkinstellingen configureren Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het apparaat op het netwerk kunt aansluiten en hoe u de netwerkinstellingen kunt instellen. De configuratie hangt af van de communicatie-omgeving van uw systeem. Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk De IPv4-instelling configureren Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm.
  • Pagina 418 11. Netwerkinstellingen configureren Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het scherm. U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] opgeven in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.].
  • Pagina 419 Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Er zijn vier manieren om het apparaat aan te sluiten aan een draadloos netwerk: • Met behulp van de Wi-Fi-installatiewizard Zie Pag. 417 "Met behulp van de Wi-Fi-installatiewizard". •...
  • Pagina 420 11. Netwerkinstellingen configureren Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Netwerkinstellingen]. Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het scherm.
  • Pagina 421 Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Netwerkinstellingen]. Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het scherm.
  • Pagina 422 11. Netwerkinstellingen configureren Druk binnen twee minuten op de knop WPS op de router (access point). CHV607 Raadpleeg de handleiding van de router (access point) voor meer informatie over het gebruik van de knop WPS. Controleer het resultaat. • De verbinding is geslaagd: Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm dat wordt weergegeven in stap 12 en druk vervolgens op de toets [Home] om terug te keren naar het beginscherm.
  • Pagina 423 Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Als [Gedetail. setup] is geselecteerd in de initiële instellingen, selecteer dan [Draadloos (Wi-Fi)] en ga verder naar stap 12. Druk op de toets [Home]. ECC202 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Netwerkinstellingen].
  • Pagina 424 11. Netwerkinstellingen configureren Druk op [Verbinding maken]. "Wacht 2 minuten a.u.b." en de verbinding via de PIN-methode start. Controleer het resultaat. • De verbinding is geslaagd: Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm dat wordt weergegeven in stap 13 en druk vervolgens op de toets [Home] om terug te keren naar het beginscherm.
  • Pagina 425 12. Bijlage In dit hoofdstuk worden de specificaties en de verbruiksartikelen van het apparaat beschreven. Verzending met IPsec Het apparaat ondersteunt het IPsec-protocol voor veiligere communicatie. Wanneer toegepast, codeert IPsec gegevenspakketten op de netwerklaag met een gedeelde sleutelcodering. Het apparaat gebruikt uitwisseling van coderingssleutels om een gedeelde sleutel te maken voor zowel afzender als ontvanger.
  • Pagina 426 12. Bijlage • Voor een succesvolle codering moeten zowel de zender als de ontvanger hetzelfde coderingsalgoritme en dezelfde coderingssleutel instellen. Het coderingsalgoritme en de coderingssleutel worden automatisch opgegeven. • Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen.
  • Pagina 427 Verzending met IPsec In de SA kunnen meerdere instellingen worden geconfigureerd. Instellingen 1-10 U kunt 10 aparte sets met SA-details configureren (zoals verschillende gedeelde sleutels en IPsec- algoritmen). IPsec-beleidsregels worden een voor een doorzocht, te beginnen bij [No.1]. Configuratieproces voor instellingen van uitwisseling van coderingssleutel In dit onderdeel wordt de procedure uitgelegd voor het bepalen van handmatige instellingen voor de coderingssleutel.
  • Pagina 428 12. Bijlage Klik op het tabblad [IPsec-beleidslijst]. Selecteer in de lijst het nummer van de instelling die u wilt wijzigen. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Wijzigen]. Wijzig de IPsec-gerelateerde instellingen naar wens. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Toepassen]. Klik op het tabblad [Algemene IPsec-instellingen] en selecteer [Actief] in [IPsec-functie].
  • Pagina 429 Verzending met IPsec de volgorde van beveiligingsmethoden" allemaal overeenkomen met de instellingen op het apparaat in [IKE-instellingen]. Als de instellingen niet worden weergegeven, klik dan op [Toevoegen...]. Klik twee keer op [OK]. Klik op [Toevoegen...] bij het tabblad "Regels". De Wizard Beveiligingsregels wordt weergegeven. Klik op [Volgende].
  • Pagina 430 12. Bijlage Wanneer [ESP] is geselecteerd voor het apparaat in [Beveiligingsprotocol] onder [IPsec- instellingen], selecteert u [Gegevensintegriteit en -versleuteling (ESP)] en configureert u de volgende instellingen: Stel de waarde van [Integriteitsalgoritme] in op dezelfde waarde als [Verificatiealgoritme voor ESP] zoals opgegeven op het apparaat. Stel de waarde van [Coderingssalgoritme] in op dezelfde waarde als [Coderingsalgoritme voor ESP] zoals opgegeven op het apparaat.
  • Pagina 431 Verzending met IPsec • Als u de IPsec-instellingen van de computer wilt uitschakelen, selecteert u het beveiligingsbeleid, drukt u op de rechter muisknop en klikt u vervolgens op [Toewijzing ongedaan maken]. IPsec in- en uitschakelen met behulp van het bedieningspaneel •...
  • Pagina 432 12. Bijlage Opmerkingen over toner • Er kan geen juiste werking worden gegarandeerd als er toner van een ander merk wordt gebruikt. • Afhankelijk van de afdrukvoorwaarden zijn er gevallen waarin de printer niet het aantal vellen kan afdrukken dat in de specificaties is opgegeven. •...
  • Pagina 433 Specificaties van het apparaat Specificaties van het apparaat In dit onderdeel worden de specificaties van het apparaat gegeven. • Wij hebben toestemming van elke auteur verkregen voor het gebruik van toepassingen met inbegrip van open-source softwaretoepassingen. Meer informatie over de copyrightgegevens voor deze softwaretoepassingen vindt u in About Open Source Software License.
  • Pagina 434 12. Bijlage Onderdeel Omschrijving Geheugen 256MB Stroomvereisten 220–240 V, 6 A, 50/60 Hz 120–127 V, 11 A, 60 Hz Stroomverbruik • Maximaal Het stroomniveau wanneer de 1300 W of minder hoofdstroomschakelaar uitgeschakeld • Gereed staat en de stekker van het netsnoer in 35,4 W het stopcontact zit: 1 W of minder •...
  • Pagina 435 Specificaties van het apparaat Onderdeel Omschrijving Afmetingen van het apparaat (Breedte 420 × 493 ×473 mm (16,6 × 19,5 × 18,6 inch) x Diepte x Hoogte) Gewicht (apparaat zelf met 30 kg of minder verbruiksartikelen) • Geluidssterkteniveau en geluidsdrukniveau zijn gemeten volgens ISO 7779. •...
  • Pagina 436 12. Bijlage Onderdeel Omschrijving • ADF Scannen: 300 × 600 dpi Afdrukken: 600 × 600 dpi Afdruksnelheid vd 1e kopie (A4, bij 23 °C, 71,6 • Zwart-wit: 15 seconden of minder °F) • Kleur: 19 seconden of minder Gradatie Scannen: 256 niveaus Afdrukken: vierledige waarde Kopieersnelheid bij meerdere kopieën •...
  • Pagina 437 Specificaties van het apparaat Onderdeel Omschrijving Aantal kopieën Specificaties van de scanfunctie Onderdeel Omschrijving Maximaal scangebied (horizontaal × verticaal) • Glasplaat 216 × 297 mm (8,5 × 11,7 inch) • ADF 216 × 356 mm (8,5 × 14 inch) Maximale resolutie bij scannen vanaf het •...
  • Pagina 438 12. Bijlage Onderdeel Omschrijving Interface Ethernet (10BASE-T, 100BASE-TX), USB 2.0, USB2.0 Host, Wi-Fi Verzendbare bestandsindelingen TIFF, JPEG, PDF Adresboek Maximaal 100 items Aantal keer opnieuw kiezen: 1 Faxfunctiespecificaties Faxverzending en ontvangst Onderdeel Omschrijving Toegangslijn • Algemeen gebruikt telefoonnetwerk (Public switched telephone networks, PSTN) •...
  • Pagina 439 Specificaties van het apparaat Onderdeel Omschrijving (8 dots per mm × 3,85 regels per mm, MMR, ITU-T # 1 tabel) Adresboek • Verkort kiezen 200 items • Snelkiezen 20 items • Aantal keer opnieuw kiezen voor faxen Internetfax verzenden en ontvangen Onderdeel Omschrijving Interface...
  • Pagina 440 12. Bijlage Onderdeel Omschrijving Apparaatspecificaties van bestemmingen • Communicatieprotocollen • Verzending SMTP, TCP/IP • Ontvangst POP3, TCP/IP • E-mailformaat • Structuur MIME, Base64 • Type inhoud Image/tiff Meerdere/gemixte delen (text/plain, image/tiff (bijgevoegde bestandsformaten)) • Gegevensindeling • Profiel TIFF-S • Codering •...
  • Pagina 441 Specificaties van het apparaat Papiergewicht Voor meer informatie, zie Pag. 61 "Ondersteund papier". Gewicht Minder dan 4 kg (8,9 lb.)
  • Pagina 442 12. Bijlage Verbruiksartikelen • Onze producten moeten voldoen aan hoge eisen ten aanzien van kwaliteit en functionaliteit. Daarom bevelen wij aan dat u alleen de verbruiksproducten gebruikt die door goedgekeurde vertegenwoordigers worden geleverd. Printcartridge Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Zwart 6.900 pagina's Cyaan...
  • Pagina 443 Verbruiksartikelen • Dit apparaat voert regelmatig een schoonmaakprocedure uit. Het apparaat verbruikt toner gedurende deze bewerking om de kwaliteit te handhaven. • Om een schoonmaakfout te voorkomen, moet u misschien een printcartridge vervangen, zelfs als deze nog niet helemaal leeg is. Tonerafvalfles Naam Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge...
  • Pagina 444 12. Bijlage Apparaatinformatie Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten (voornamelijk Europa en Azië) Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken.
  • Pagina 445 Recycleprogramma voor toner- en inktcartridges U kunt toner- en inktcartridges gratis inleveren, zodat deze gerecycled worden. Dit gebeurt in overeenstemming met de milieuvoorschriften van uw gemeente. Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/...
  • Pagina 446 Blankenweg 24, 4612 RC Bergen op Zoom, The Netherlands Importeur (UKCA-merk): Ricoh UK Limited 800 Pavilion Drive, Ricoh House, Northampton, NN4 7YL Verklaring van conformiteit Melding aan gebruikers in de EER-landen Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en voorwaarden van Richtlijn 2014/53/EU.
  • Pagina 447 Apparaatinformatie Maximaal vermogen radiofrequentie: minder dan 42 dB A/m (op 10 m) * Het maximale radiofrequentievermogen hangt af van de vermogenswaarde van het lezer-/ schrijverapparaat. Gebruik van de 5 GHz band buitenshuis is verboden. Omdat deze apparatuur stralingsonderdelen bevat, is het niet de bedoeling om deze apparatuur dichtbij een menselijk lichaam te gebruiken.
  • Pagina 448 12. Bijlage Opmerkingen voor gebruikers in de staat Californië (opmerkingen voor gebruikers in de VS) Perchloormaterialen - speciale behandeling is mogelijk van toepassing. Zie: www.dtsc.ca.gov/ hazardouswaste/perchlorate Opmerkingen voor gebruikers in de Verenigde Staten FCC-regels N.B.: Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor een klasse B digitaal apparaat, volgens Deel 15 van de FCC-bepalingen.
  • Pagina 449 (1) Het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) het apparaat moet een ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die tot ongewenste werking kan leiden. Verantwoordelijke partij: Ricoh USA, Inc. Adres: 300 Eagleview Boulevard, Suite 200 Exton, PA 19341, Verenigde Staten Telefoonnummer: 610-296-8000...
  • Pagina 450 7. Als u problemen ervaart met dit apparaat kunt u contact opnemen met Ricoh USA, Inc. Customer Support Department op 1-888-456-6457. Als het apparaat problemen veroorzaakt met uw telefoonnetwerk, kan de telefoonmaatschappij u verzoeken het apparaat te ontkoppelen tot het probleem opgelost is.
  • Pagina 451 Apparaatinformatie Opmerkingen voor gebruikers van draadloze apparaten in Canada Dit apparaat voldoet aan de normen van het Canadese industriële, vrij van vergunning gestelde RSS. Bediening is afhankelijk van de twee volgende voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) Dit apparaat moet een ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die tot ongewenste werking kan leiden.
  • Pagina 452 12. Bijlage analogique et, enfin, à la puce RF. Plusieurs paquets spéciaux sont initiés par le MAC. Ce sont les seuls moyens pour qu'une partie de la bande de base numérique active l'émetteur RF, puis désactive celui-ci à la fin du paquet. En conséquence, l'émetteur reste uniquement activé lors de la transmission d'un des paquets susmentionnés.
  • Pagina 453 Apparaatinformatie Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verdeling van producten met energiebesparende functies. Het is een open programma waaraan fabrikanten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. De Energy Star-normen en -logo's zijn internationaal uniform. Energie besparen Dit apparaat ondersteunt de volgende Energy Saver-spaarstanden: Energiespaarstand 1 en Energiespaarstand 2.
  • Pagina 454 12. Bijlage Duplexfunctie Standaard *1 De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het apparaat. *2 Behaalt ENERGY STAR-energiebesparingen; product is volledig gekwalificeerd als het geleverd (of gebruikt) wordt met een lade voor dubbelzijdig afdrukken en de functie dubbelzijdig afdrukken als optie ingeschakeld is.
  • Pagina 455 Handelsmerken Handelsmerken Google Chrome en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google LLC. macOS, TrueType, App Store en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. ® Firefox is een geregistreerd handelsmerk van Mozilla Foundation. ®...
  • Pagina 456 12. Bijlage • De productnamen van Windows Server 2012 R2 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows Server 2012 R2 Foundation ® ® Microsoft Windows Server 2012 R2 Essentials ® ® Microsoft Windows Server 2012 R2 Standard • De productnamen van Windows Server 2016 zijn als volgt: ®...
  • Pagina 457 INDEX Buitenkant............... @Remote.............. Codering.............. Community............Aanbevolen papier..........Configuratiepagina........266, 324 ADF............... ADF (Automatische documentinvoer)..78, 354 Adresboek........... 137, 239 Datum instellen............ adresboek (LAN-fax).......... De fuseereenheid en de transferrol vervangen Adresboek (LAN-fax)......... Direct kiezen............Afbeeldingsbelichting......... Directe verzending..........Afbeeldingsdichtheid.......... Disclaimer.............. Afdrukfuncties............DNS-instelling............Afdrukgebied............
  • Pagina 458 Foutberichten............Instellingen van automatische e-mailmeldingen..................Fuseereenheid............. Instellingen van Beheerderstoepassingen..Instellingen voor datum en tijd......Gebruikersbeperking..........Internetfax........... 210, 313 Gebruikerscode........... Internetfax verzenden en ontvangen....Gebruikersfunctie beperken....... IPsec-beleidsinstellingen........Gebruikersfuncties beperken......IPsec-instellingen..........Geheugenverzending......... IPsec-verzending..........Geluidsvolume aanpassen......... IPv6-configuratie..........Geverifieerde ontvangst......IPv6-omgeving............ 217, 290 Glasplaat.............
  • Pagina 459 Geperforeerd papier............Gerecycled papier............Netwerkapplicatie..........Karton................. Netwerkinstellingen........268, 302 Middelmatig dik papier............ Netwerkinstellingen configureren Normaal papier..............Voorbedrukt papier............Draadloos LAN............... Ethernet................POP3-instellingen..........Netwerkstatus............Printcartridge..........331, 440 Niet aanbevolen papiertypen......Printereigenschappen......... Problemen oplossen......398, 400, 401 Fout- en statusberichten op het scherm......Onderhoudspagina........
  • Pagina 460 Statusberichten............ Statusinformatie........... Z/W-afdruk prioriteit.......... Systeem..............Systeeminformatie..........Systeeminstellingen........240, 285 Taak annuleren............Taal............... TCP/IP-status............Tekens invoeren............. Tellerinformatie............ Toets Opn. verz........... Toner..............Toner besparen........... Tonerafvalfles..........336, 441 Transferriem............Trap..............Tussenliggende transfereenheid......Tussenliggende transfereenheid vervangen..TWAIN-scannen..........Tijd instellen............Uitwisseling van coderingssleutel...... Verbruiksartikelen..........Verificatie............. Verkort kiezen..........
  • Pagina 461 MEMO...
  • Pagina 462 MEMO M0EQ-8543A...
  • Pagina 464 NL NL M0EQ-8543A ©2021, 2022 Ricoh Co., Ltd.