9.
Sluit het voorpaneel.
10.
Ga na of het scherm [Kopie] of [Printer (klassiek)] wordt weergegeven.
11.
Volg de instructies op het scherm en bepaal het papiertype en de dikte van het papier.
Druk op [Komt overeen] als het papiertype en de dikte van het geplaatste papier dezelfde zijn als
die op het scherm.
Als het papiertype en de dikte verschillend zijn van wat wordt weergegeven, druk dan op [Komt
niet overeen]. Selecteer de juiste items in overeenstemming met het papiertype en de dikte die u
wilt gebruiken, en druk vervolgens op [OK].
12.
Zorg ervoor dat [ ] verschijnt bij de handinvoerlocatie op het scherm.
• Bedien de machine niet terwijl "Een ogenblik geduld a.u.b." wordt weergegeven wanneer u de
machine inschakelt.
• Druk op de terugspoelknop om de papierrol terug te spoelen. Handmatig terugspoelen kan tot
papierstoringen leiden.
• Wanneer u [Film (mat)] hebt opgegeven voor Papiertype of wanneer u Afscheuren van papier
voorkomen hebt opgegeven, drukt u op het scherm op [Afsluiten] nadat u de voorklep hebt
gesloten. U kunt indien nodig de instelling voor Afscheuren van papier voorkomen wijzigen in
Systeeminstellingen. Als u echter [Film (mat)] opgeeft voor Papiertype, is de instelling Afscheuren
van papier voorkomen automatisch geselecteerd en kunt u deze niet wijzigen. Raadpleeg Het
DNE022
DNE023
Papier plaatsen
159