Inhoudsopgave
Advertenties
9. Problemen oplossen
6.
Selecteer de papierinvoerlocatie van waaruit u wilt afdrukken en druk vervolgens op
[OK].
7.
Controleer de afdrukresultaten van het testpatroon.
• Normale afdrukresultaten:
K1
• Als een spuitkop verstopt zit:
K1
De afdrukresultaten van het testpatroon komen van links naar rechts overeen met: [Zwart (K1)],
[Zwart (K2)], [Geel (Y1)_$_magenta (M1)], [Cyaan (C)] en [Magenta (M2)_$_geel (Y2)] voor
de functies [Printerkoppen schoonmaken] en [Printerkoppen spoelen] in [Onderhoud]. Tekst, zoals
K1, K2, Y1, C en M1, wordt op de afdrukresultaten van het testpatroon afgedrukt.
Als een afdrukresultaat bijvoorbeeld aangeeft dat het testpatroon van K1 verstopt zit, selecteer dan
[Zwart (K1)] bij [Printerkoppen schoonmaken] of [Printerkoppen spoelen] om de spuitkop te
heractiveren.
8.
Druk op [Afsluiten].
Als een spuitkop verstopt zit, dient u de printerkoppen te reinigen.
9.
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (
10.
Druk op [Home] (
• Voor informatie over de modus Afscheuren van papier voorkomen, zie Pag. 239 "Controleer of de
printerkoppen over het papier krassen".
• Als een lage temperatuur plotseling flink stijgt, kunnen de spuitkoppen van de printerkoppen
verstopt raken. Als de spuitkop na twee keer reinigen van de printerkoppen nog niet
242
K1
K2
K2
Y1
K1
K2
K2
Y1
) onderaan in het midden van het scherm.
M1
C
C
M2
M1
C
C
M2
).
Y2
DNK008
Y2
DNK009
Advertenties
Inhoudsopgave
