cartridges. De frequentie waarmee de koppen moeten worden gereinigd en gespoeld neemt dan
toe en de inktcartridge is snel leeg, zelfs wanneer er slechts een zeer laag aantal pagina's is
afgedrukt.
• De afname die de inktvoorraadindicator aangeeft, is afhankelijk van de capaciteit van de
cartridge.
• Controleer de kleur voordat u de printcartridges plaatst, zodat u niet een verkeerde kleur plaatst.
• Als er nog steeds berichten over het toevoegen van inkt worden weergegeven nadat u de
printcartridge hebt vervangen, schakelt u het apparaat uit en schakelt u het apparaat vervolgens
weer in.
• Printcartridges moeten worden gebruikt voor hun vervaldatum en in het ideale geval binnen zes
maanden nadat ze uit de verpakking zijn gehaald.
• Open de verpakking van de printcartridge meteen voordat u deze gaat plaatsen.
• Schud de printcartridge niet. Hierdoor kunnen er lekkages plaatsvinden.
• Haal de printcartridge niet uit elkaar.
• Schakel het apparaat niet uit tijdens de vervangingsprocedure en haal de stekker niet uit het
stopcontact.
• Als u de printcartridge hebt geplaatst, mag u deze niet meer verwijderen, tenzij dit nodig is.
• Verwijder de printcartridges niet en knoei er niet mee tijdens het afdrukken. Hierdoor wordt het
afdrukken gestopt.
• Er kan ook kleureninkt worden gebruikt als er geen kleurenafdrukken worden gemaakt.
• Wanneer de inkt in het apparaat op is, gaat er een lampje op het display knipperen. U kunt nog
steeds gescande documenten verzenden, ook als de inkt op is.
Inkt beheren
• Bewaar inkt en inktcartridges buiten bereik van kinderen.
Gebruik alleen printcartridges die door de fabrikant zijn aanbevolen. Aanbevolen cartridges zijn
geëvalueerd op veiligheid en beschadigen het apparaat niet.
• Voor meer informatie over het toevoegen van printcartridges, zie Pag. 179 "Inkt bijvullen".
Inkt bijvullen
181