4. Afdrukken
Uitgestelde afdruk
Een uitgesteld afdrukbestand afdrukken
1.
Klik op de menuknop van Kladblok in de linkerbovenhoek van het venster en klik op
[Afdrukken].
2.
Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst "Printer selecteren".
3.
Klik op [Voorkeursinstellingen].
4.
Klik in de lijst "Taaksoort:" op [Uitgestelde afdruk].
5.
Klik op [Details...].
6.
Voer een gebruikers-ID in in het venster "Gebruikers-ID invoeren:".
Het is mogelijk een bestandsnaam van een uitgestelde afdruktaak te bepalen.
7.
Om de afdruktijd van het document op te geven, vinkt u het vakje bij [Stel afdruktijd in]
aan en geeft u het tijdstip op.
U kunt een tijd in 24-uursweergave opgeven.
8.
Klik op [OK].
9.
In de lijst "Afdrukkwaliteit selecteren:" kiest u voor [Snelheid prioriteit (Tekening)],
[Snelheid prioriteit], [Standaard] of [Kwaliteit prioriteit].
U kunt de instellingen voor de afdrukkwaliteit ook opgeven door op het tabblad [Uitgebreide
Instelling] te klikken en vervolgens op [Afdr.kwaliteit: Standrd] in het vak "Menu:".
10.
Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen.
11.
Klik op [OK].
12.
Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
Een uitgesteld afdrukbestand afdrukken via het bedieningspaneel
• Nadat het afdrukken is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd.
1.
Druk op [Home] (
2.
Schuif het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Printer (klassiek)].
106
) onderaan in het midden van het scherm.