7.
Geef het mapnummer op om het document op te slaan in het venster "Mapnummer".
Als "0" wordt opgegeven in het vak "Mapnummer:" worden documenten in de Gedeelde map
opgeslagen.
8.
Als de map met een wachtwoord is beschermd, moet u het wachtwoord in het vak
"Wachtwoord map:" invoeren.
9.
Klik op [OK].
10.
In de lijst "Afdrukkwaliteit selecteren:" kiest u voor [Snelheid prioriteit (Tekening)],
[Snelheid prioriteit], [Standaard] of [Kwaliteit prioriteit].
U kunt de instellingen voor de afdrukkwaliteit ook opgeven door op het tabblad [Uitgebreide
Instelling] te klikken en vervolgens op [Afdr.kwaliteit: Standrd] in het vak "Menu:".
11.
Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen.
12.
Klik op [OK].
13.
Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
• U kunt de documenten die in de Document Server zijn opgeslagen met behulp van het
bedieningspaneel afdrukken. Voor meer informatie, zie Pag. 137 "Opgeslagen documenten
afdrukken".
Documenten beheren die zijn opgeslagen op de Document Server
U kunt de documenten die op de Documentserver van het apparaat zijn opgeslagen inzien of
verwijderen met behulp van Web Image Monitor op een clientcomputer die is aangesloten op het
netwerk.
Opslaan en afdrukken met de Document Server
111