Achterklep 3 31.
Ontgrendelen en openen van de
elektrisch bediende achterklep
De elektrisch bediende achterklep is
contactloos te ontgrendelen en te
openen door de voet onder de achter‐
bumper te bewegen. Tik eventueel op
de tipschakelaar onder het merke‐
mbleem. De elektronische sleutel
moet binnen bereik zijn. De portieren
blijven vergrendeld.
Achterklep 3 31.
Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Ontgrendelen
c indrukken.
De ontgrendelmodus kan op het Info-
Display worden ingesteld. U kunt uit
twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de bagageruimte
en de tankvulklep worden met
één druk op c ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier en
de tankvulklep worden met één
druk op c ontgrendeld. Om alle
portieren en de bagageruimte te
ontgrendelen, drukt u tweemaal
op c.
Selecteer de desbetreffende instel‐
ling op het Info-Display.
Info-Display 3 122.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte sleutel.
Opgeslagen instellingen 3 24.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep sluiten.
e indrukken.
Sleutels, portieren en ruiten
Bij een niet goed gesloten bestuur‐
dersportier werkt de centrale vergren‐
deling niet.
Passief vergrendelen
Automatisch vergrendelen 3 29.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling op het Info-Display is
geactiveerd.
Info-Display 3 122.
Centralevergrendelingsknoppen
Vergrendel of ontgrendel alle portie‐
ren, de bagageruimte en de tankvul‐
klep vanuit het interieur met een
schakelaar op het paneel van het
bestuurdersportier.
27