Geavanceerde parkeerhulp
9 Waarschuwing
De bestuurder is geheel verant‐
woordelijk voor het accepteren
van de door het systeem voorge‐
stelde parkeerplek en het inparke‐
ren.
Controleer bij het gebruik van de
geavanceerde parkeerhulp de
zone rondom de auto in alle rich‐
tingen.
De geavanceerde parkeerhulp meet
bij het passeren of de parkeerplek
groot genoeg is, berekent het traject
en stuurt de auto automatisch in een
parallel of haaks gelegen parkeer‐
plek.
Instructies verschijnen op het Driver
Information Center 3 116 of, afhan‐
kelijk van de versie, op het Info-
Display 3 122, ondersteund door
geluidssignalen.
U hoeft alleen op te trekken, te
remmen en te schakelen, het sturen
gebeurt automatisch.
Alleen GSi-modellen
Bij auto's met een automatische
versnellingsbak moet de bestuurder
zelf optrekken en schakelen maar
remt en stuurt de auto automatisch.
De geavanceerde parkeerhulp werkt
altijd samen met de parkeerhulp voor/
achter. Beide systemen gebruiken
dezelfde sensoren in de voor- en
achterbumper.
Het systeem heeft zes ultrasoon
parkeersensoren elk in de achter- en
voorbumper.
Rijden en bediening
Geavanceerde parkeerhulp activeren
De geavanceerde parkeerhulp kan
alleen bij vooruit rijden worden geac‐
tiveerd.
Bij het zoeken naar een parkeerplek
is het systeem door kort indrukken
van ( klaar voor gebruik.
In de parkeerhulpmodus herkent en
memoreert het systeem fileparkeer‐
plekken van 10 m en insteekplekken
van 6 m.
Het systeem kan alleen worden geac‐
tiveerd en een parkeerplek zoeken bij
snelheden tot 30 km/u.
207