De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 137.
Mistachterlicht
ø brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld
3 137.
Cruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
De cruise control is ingeschakeld. De
ingestelde snelheid wordt in het
Driver Information Center aangege‐
ven.
Cruise control 3 183.
Adaptieve cruise control
C brandt op het Driver Information
Centre.
Instrumenten en bedieningsorganen
C brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
C brandt groen
De adaptieve cruise control is inge‐
schakeld.
Adaptieve cruise control 3 186.
Voorligger gedetecteerd
A brandt groen of geel.
Brandt groen
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook
gedetecteerd.
Brandt geel
De afstand tot een voorligger wordt te
kort of wanneer u een ander voertuig
te snel nadert.
Adaptieve cruisecontrol 3 186.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 195.
Voetgangersdetectie
7 brandt geel.
Het systeem detecteert een voetgan‐
ger vóór de auto.
Snelheidsbegrenzer
L brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
Snelheidsbegrenzer is actief. Inge‐
stelde snelheid wordt aangegeven bij
symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 184.
Verkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 218.
Portier open
h brandt rood.
Een portier of de achterklep staat
open.
115