Parkeren
Schakel de parkeerrem in en schakel
P in.
De contactsleutel kan alleen verwij‐
derd worden met de schakelhendel in
stand P.
Handmatige modus
Schakelhendel
Haal de schakelhendel uit de stand
D naar links, naar de stand M.
De handgeschakelde modus M kan
vanuit stand D in elke rijsituatie en bij
elke snelheid worden geactiveerd.
Duw de schakelhendel naar voren
naar de + om op te schakelen naar
een hogere versnelling.
Duw de schakelhendel naar achteren
naar de - om terug te schakelen naar
een lagere versnelling.
De ingeschakelde versnelling
verschijnt op de instrumentengroep.
Stuurwielpaddles
Haal de schakelhendel uit de stand
D naar links, naar de stand M.
De handgeschakelde modus M kan
vanuit stand D in elke rijsituatie en bij
elke snelheid worden geactiveerd.
Rijden en bediening
Trek aan de stuurwielpaddles om
handmatig te schakelen.
Trek aan de rechter paddle + om op
te schakelen.
Trek aan de linker paddle - om terug
te schakelen.
Door meerdere keren te trekken kunt
u versnellingen overslaan.
De ingeschakelde versnelling
verschijnt op de instrumentengroep.
Tijdelijke handgeschakelde modus in
rijstand D
Handmatig schakelen met de paddles
is ook mogelijk in de automatische
modus D. Na het handmatig schake‐
len schakelt de versnellingsbak na
een bepaalde tijd over op de automa‐
tische modus D.
Doe een van de volgende om de
handgeschakelde modus te onder‐
breken en terug te gaan naar D:
● Druk 1 seconde op paddle +.
● Zet de keuzehendel naar links in
de handgeschakelde modus en
terug naar de stand D.
171