Reparatie
(vervolg)
Rookgastemperatuursensor controleren
Bij het overschrijden van de toegestane rookgastem-
peratuur vergrendelt de rookgastemperatuursensor het
toestel. De vergrendeling na afkoeling van de rookgas-
installatie opheffen door de ontgrendelingstoets R in te
drukken.
Afb. 47
20
10
8
6
4
2
1
0,8
0,6
0,4
10 30 50 70 90 110
Temperatuur in °C
Afb. 48
Sensortype: NTC 10 k
Storing bij eerste ingebruikneming (fout A3)
De regeling controleert bij de eerste ingebruikneming
de correcte positie van de rookgastemperatuursensor.
Indien de ingebruikneming wordt onderbroken en fout-
melding A3 wordt weergegeven:
1. controleren of de rookgastemperatuursensor juist
is geplaatst. Zie voorgaande afbeelding.
A
Ω
3. Bij sterke afwijking sensor vervangen.
Gevaar
De keteltemperatuursensor zit direct in het
verwarmingswater (verbrandingsgevaar).
Vóór vervanging sensor verwarmingsketel
aftappen.
1. Kabels van de rookgastemperatuursensor
trekken.
2. De weerstand van de sensor meten en met de
stooklijn vergelijken.
3. Bij sterke afwijking sensor vervangen.
2. Indien nodig de plaats van de rookgastemperatuur-
sensor corrigeren of een defecte rookgastempera-
tuursensor vervangen.
3. Ontgrendelingstoets R indrukken en ingebruikne-
ming herhalen.
De controle wordt herhaald tot deze succesvol
wordt voltooid.
Storingen oplossen
A
los-
97