Ketel/groep "2"
(vervolg)
Codering in uitlevertoestand
23:0
Geen tijdsinterval voor branderon-
derhoud
24:0
Geen indicatie "Onderhoud" op
het display
28:0
Geen intervalontsteking van de
brander
2E:0
Niet anders instellen
2F:0
Ontluchtingsprogramma/vulpro-
gramma niet actief
30:3
Ketelcircuitpomp toerentalgeregeld
via 0-10V-interface
31:...
Gewenst toerental van de interne
circulatiepomp bij werking als ke-
telcircuitpomp in %, bepaald door
codeerstekker
38:0
Status branderbesturingsapparaat:
werking (geen fout)
Warm water/groep "3"
"Warm water" bij regeling voor weersafhankelijke
werking selecteren (zie pagina 60).
Coderingen
Codering in uitlevertoestand
56:0
Gewenste tapwatertemperatuur in-
stelbaar van 10 tot 60 °C.
58:0
Zonder extra functie voor tapwater-
verwarming
Mogelijke omstelling
23:1
Tijdsinterval instelbaar van 1 tot 24
tot
maanden
23:24
24:1
Indicatie "Onderhoud" op het dis-
play
Adres wordt automatisch geacti-
veerd, moet na het onderhoud ma-
nueel worden teruggezet.
28:1
Tijdsinterval van 1 uur tot 24 uur in-
tot
stelbaar. Brander wordt telkens ge-
28:24
durende 30 s geforceerd ingescha-
keld (alleen bij werking op vloeibaar
gas).
2F:1
Ontluchtingsprogramma actief
2F:2
Vulprogramma actief
30:0
Aansluiting van de getrapte ketel-
■
circuitpomp
Werking met open verdeler (één
■
ketel of installatie met meerdere
ketels)
30:1
Ketelcircuitpomp toerentalgeregeld
30:2
Ketelcircuitpomp toerentalgeregeld
met debiet
31:0
Gewenst toerental instelbaar van 0
tot
tot 100 %
31:100
38:≠0
Status branderbesturingsapparaat:
Fout
"3" bij regeling voor verhoogde werking selecteren
(zie pagina 60).
Mogelijke omstelling
56:1
Gewenste tapwatertemperatuur in-
stelbaar van 10 tot boven 60 °C
Opmerking
Maximumwaarde afhankelijk van co-
deerstekker
Maximaal toegestane tapwatertem-
peratuur respecteren.
58:10
Invoer van een tweede gewenste
tot
tapwatertemperatuur
58:60
Instelbaar van 10 tot 60 °C (codeer-
adres "56" en "63" in acht nemen)
Codering 2
67