Werking en mogelijke storingen
Meer gegevens over storingen: zie pagina 84.
Rustdruk en aansluitdruk meten
Gevaar
CO-vorming als gevolg van een verkeerde bran-
derinstelling kan de gezondheid ernstig in
gevaar brengen.
Voor en na het werken aan gastoestellen het
CO-gehalte meten.
Afb. 24
A
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
(vervolg)
Werking op vloeibaar gas
Tank voor vloeibaar gas bij eerste inbedrijfstelling/
vervanging tweemaal spoelen. Tank en gasaansluitlei-
ding na het spoelen goed ontluchten.
1. Gasafsluitkraan sluiten.
2. Schroef
in meetaansluiting "PE" op de gascom-
A
biregelaar losmaken, niet eruit draaien. Manometer
aansluiten.
3. Gasafsluitkraan openen.
4. Rustdruk meten en meetwaarde in protocol op
pagina 130 opnemen.
Gewenste waarde: max. 57,5 mbar (5,75 kPa)
5. Verwarmingsketel in bedrijf stellen.
Opmerking
Bij de eerste inbedrijfstelling kan het toestel in sto-
ring gaan omdat er lucht in de gasleiding zit. Na
ca. 5 s toets R voor de ontgrendeling van de bran-
der indrukken.
6. Aansluitdruk (stromingsdruk) meten. Gewenste
waarden zie volgende tabel.
Opmerking
Voor het meten van de aansluitdruk geschikte
meetapparaten met een resolutie van minstens
0,1 mbar (0,01 kPa) gebruiken.
7. De meetwaarde in het protocol noteren.
Maatregel aan de hand van de volgende tabel
nemen.
8. Verwarmingsketel buiten bedrijf stellen. Gasafsluit-
kraan sluiten en manometer verwijderen.
Meetaansluiting
A
9.
Gevaar
Ontsnappend gas bij de meetaansluiting
leidt tot explosiegevaar.
Gasdichtheid controleren.
Gasafsluitkraan openen. Toestel in werking nemen.
Gasdichtheid op de meetaansluiting
ren.
met schroef afsluiten.
A
controle-
35