Functiebeschrijving
Externe uitbreidingen (accessoires)
Toekenning van de functie omschakeling wer-
kingsprogramma aan de verwarmingscircuits
De toekenning van de functie omschakeling werkings-
programma voor het betreffende verwarmingscircuit
wordt via codeeradres d8 in de groep "Verwarm.cir-
cuit" op de regeling van de verwarmingsketel geselec-
teerd:
■
Omschakeling via ingang DE1: Parameter/codering
d8:1
■
Omschakeling via ingang DE2: Parameter/codering
d8:2
Omschakeling via ingang DE3: Parameter/codering
■
d8:3
De werking van de omschakeling van het werkingspro-
gramma wordt via codeeradres d5 in de groep "Ver-
warm.circuit" geselecteerd.
De periode van de omschakeling wordt ingesteld via
parameter/codeeradres F2 in de groep "Verwarm.cir-
cuit".
Effect van de functie Extern blokkeren op de pom-
pen
Het effect op de interne circulatiepomp wordt in para-
meter/codeeradres 3E in de groep "Algemeen" gese-
lecteerd.
Het effect op de desbetreffende CV-pomp wordt in
parameter/codeeradres d6 in de groep "Verw.circuit"
geselecteerd.
Het effect op een circulatiepomp voor de boilerverwar-
ming wordt in parameter/codeeradres 5E in de
groep "Warm water" geselecteerd.
Effect van de functie Externe vraag op de pompen
Het effect op de interne circulatiepomp wordt in para-
meter/codeeradres 3F in de groep "Algemeen" gese-
lecteerd.
Het effect op de desbetreffende CV-pomp wordt in
parameter/codeeradres d7 in de groep "Verw.circuit"
geselecteerd.
Het effect op een circulatiepomp voor de boilerverwar-
ming wordt in parameter/codeeradres 5F in de
groep "Warm water" geselecteerd.
Regelingsfuncties
Externe omschakeling werkingsprogramma
De functie "Externe werkingsprogramma-omschake-
ling" wordt via de uitbreiding EA1 gerealiseerd. Op de
uitbreiding EA1 zijn 3 ingangen (DE1 tot DE3) beschik-
baar.
120
(vervolg)
Looptijd van de tapwatercirculatiepomp bij kort-
stondige werking
De tapwatercirculatiepomp wordt ingeschakeld door
het sluiten van het contact op DE1, DE2 of DE3 via
een toets. De looptijd wordt via parameter/codeer-
adres "3d" in de groep "Algemeen" ingesteld.
Analoge ingang 0
De 0
10V-schakeling zorgt voor een bijkomende
–
gewenste ketelwatertemperatuur:
0
1 V wordt beoordeeld als "geen instelling voor
–
gewenste ketelwatertemperatuur".
≙
1 V
gewenste waarde 10 °C
≙
10 V
gewenste waarde 100 °C
Tussen aardleiding en minpool van de door de installa-
teur te verzorgen spanningsbron moet een galvani-
sche scheiding zijn gegarandeerd.
Uitgang
aBJ
De volgende functies kunnen op uitgang
aangesloten:
Toevoerpomp naar substation
■
of
■
Tapwatercirculatiepomp
of
■
Storingsmeldinrichting
Aanwijzing voor de toevoerpomp
Functie enkel mogelijk in combinatie met een via LON
aangesloten verwarmingscircuitregeling.
Aanwijzing bij tapwatercirculatiepompen
Tapwatercirculatiepompen met zelfstandige functies
direct op 230 V ∼ aansluiten.
Functietoekenning
De functie van de uitgang
adres "36" in de groep "Algemeen" op de regeling
van de verwarmingsketel geselecteerd.
De functie wordt via de volgende codeeradressen in
de groep "Algemeen" geselecteerd:
10 V
–
aBJ
wordt via codeer-
aBJ
worden