Elektrische aansluitingen
Instelling codeeradres E6, E7
Karakte-
Waarde codeer-
ristiek
adres
A
B
C
D
E
F
G
Circulatiepomp aan stekker
M
A
1~
L N
?
sA
Afb. 11
Circulatiepomp
A
Opmerking
Tapwatercirculatiepompen met zelfstandige functies
direct op 230 V ∼ aansluiten.
Externe vraag via schakelcontact
Aansluitmogelijkheden:
■
Uitbreiding EA1 (accessoire, zie aparte montage-
handleiding)
■
Stekker
lH
Bij gesloten contact wordt de brander lastafhankelijk
gebruikt. Het ketelwater wordt verwarmd tot de in para-
meter/codeeradres "9b" in de groep "Algemeen"/1
ingestelde gewenste waarde. De begrenzing van de
ketelwatertemperatuur vindt plaats via deze gewenste
waarde en de elektronische maximumbegrenzing
(codeeradres "06" in de groep "Ketel"/2).
(vervolg)
Pompvermogen cir-
culatiepomp
40
40 %
50
50 %
60
60 %
70
70 %
80
80 %
90
90 %
100
100 %
sA
Nominale stroom
Nominale spanning
Functie van het aangesloten onderdeel in codeer-
adres "39" instellen
Functie
Tapwatercirculatiepomp
CV-pomp voor CV-circuit zonder
mengklep A1
Circulatiepomp voor de boilerverwar-
ming (toestand bij levering)
!
Opgelet
Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorza-
ken kortsluiting of fasekortsluiting.
De externe aansluiting moet spanningsloos
zijn en aan de vereisten van veiligheidsklasse II
voldoen.
Montageverloop
2(1) A~
∼
230 V
Codering
39:0
39:1
39:2
19