PROBLEEM
Op de App verschijnt
"Buiten Perimeter".
Op de App verschijnt
"Robot Opgetild"
Op de App verschijnt
"Fout Wiel".
Op de App verschijnt
"Hoog gras" of
"Maaifout".
Op de App verschijnt
"Kantelen"
NL
OORZAKEN
Te grote helling van het terrein.
Perimeterdraad verkeerd gelegd.
Perimeterdraad voor afbakening
interne zones (perken, struiken,
enz.) verkeerd geplaatst.
Voeding oververhit.
De robotmaaier is opgetild.
Geaccidenteerd terrein of terrein
met hindernissen die de beweging
verhinderen.
Een of beide motoren die de
aandrijving van de wielen
inschakelen defect.
Maaischijf geblokkeerd of
beschadigd.
Draaiende snij-inrichtingen
versleten geblokkeerd door
afzettingen of resten.
De robotmaaier werd opgestart
met onvoorziene hindernissen
(gevallen takken, vergeten
voorwerpen, enz.).
Elektrische motor defect.
Te hoog gras.
De robotmaaier bevindt zich op
een helling die hoger is dan de
toegestane limieten.
OPLOSSINGEN
Baken het gebied met een te grote helling af
(zie Par. 3.3).
Controleer of de kabel correct is
geïnstalleerd (overmatige diepte, nabijheid
van metalen voorwerpen, afstand tussen de
kabel die twee elementen begrenst, enz.).
(Zie Par. 3.5.1).
Verplaats de perimeterdraad correct (ga om
het obstakel heen in dezelfde richting als de
perimeter.) (zie Par. 3.5.1).
Gebruik geschikte oplossingen om de
temperatuur van de voedingseenheid te
verminderen (verlucht of wijzig de zone van
installatie, enz.) (zie Par. 3.3).
Controleer of de robotmaaier niet
geblokkeerd of verstopt is door een
voorwerp. Reinig en verwijder eventuele
grasresten onder het chassis die de
sensoren kunnen verstoppen (zie Par. 5.2).
Controleer of het gazon dat gemaaid moet
worden gelijkvormig is en zonder gaten,
stenen of andere hindernissen.
Is dit niet het geval, voer dan de nodige
herstelwerkzaamheden uit (zie Par. 3.3).
Vervang de motor, neem contact op met het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Stop de robotmaaier in veilige
omstandigheden (zie Par. 1.3). Ontgrendel
de maaischijf van voorwerpen die dit
kunnen doen blokkeren of vervang de
maaischijf door een nieuw (zie Par. 5.3).
Schakel de robotmaaier veilig uit
(zie Par. 1.3). Zet de snijmessen vrij en
reinig of vervang ze (zie Par. 5.3).
Stop de robotmaaier in veilige
omstandigheden (zie Par. 1.3). Verwijder
de hindernissen en start de robotmaaier
opnieuw.
Vervang de motor, neem contact op met het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Verhoog de maaihoogte (zie Par. 4.6). Voer
een maaibeurt van de perimeter uit.
Sluit de zone met de helling die de limieten
overschrijdt uit, door ze af te bakenen.
6. PROBLEEMOPLOSSEN
59