4.3.8. WEERGAVE VAN DE LAADSTATUS VAN DE ACCU – PICTOGRAM ACCU
Het verlichtte pictogram "ACCU" (L) staat toe de laadstatus van de accu weer te geven.
Procedure:
1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de bedieningsconsole (C).
2. Controleer de laadstatus van de accu met behulp van het verlichtte pictogram (L):
- Groen pictogram: de accu is geladen.
- Geel pictogram: de accu is voor minder dan 50% opgeladen.
- Rood pictogram: de accu is leeg.
3. Als de robotmaaier aan het opladen is, knippert het verlichtte pictogram (L).
OPMERKING: als bij het indrukken van een commando het accupictogram (L) snel rood knippert, kan
de actie niet worden uitgevoerd en moet de accu handmatig worden opgeladen (zie hoofdstuk 4.5).
4.3.9. START VAN DE ROBOTMAAIER - START-KNOP
De knop "START" (M) staat toe de robotmaaier te starten.
Als de "START" -knop (M) knippert bij het openen van de kap (B), was de robotmaaier in de
werkingsmodus.
OPMERKING: de robotmaaier start pas als de kap gesloten is (B).
Procedure:
1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de bedieningsconsole (C).
2. Druk op de "START" -knop (M), de knop wordt verlicht.
3. Sluit de kap (B).
OPMERKING: Als de accu bijna leeg is en de "START" -knop (M) ingedrukt wordt, zal het
accupictogram rood knipperen om aan te geven dat het niet mogelijk is om de actie uit te voeren.
• Gedrag van de robotmaaier met Gepland programma actief (zie paragraaf 4.3.4):
- Als de robotmaaier zich binnen de geplande werktijd bevindt, begint hij te maaien;
- Als de robotmaaier zich niet binnen de geplande werktijd bevindt, voert hij een werkcyclus uit,
keert terug naar de basis en hervat de werking volgens het geplande programma;
• Gedrag van de robotmaaier met Enkele werkcyclus actief (zie paragraaf 4.3.4):
- De robotmaaier voert een enkele werkcyclus uit en keert dan terug naar het laadstation en blijft
daar tot de volgende handmatige opdracht.
NL
A
C
B
A
C
B
L
F
M
4. WERKING
49