Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Stiga A 1500 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor A 1500:
Inhoudsopgave

Advertenties

A 1500
A 3000
A 5000
NL
Gebruiksaanwijzing

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Stiga A 1500

  • Pagina 1 A 1500 A 3000 A 5000 Gebruiksaanwijzing...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    NEDERLANDS - VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES INHOUDSOPGAVE 1. MODELLEN EN TECHNISCHE GEGEVENS 1.1. MODELLEN ..............................1 1.2. TECHNISCHE GEGEVENS ......................... 2 2. VEILIGHEID 2.1. INFORMATIE IN VERBAND MET DE VEILIGHEID ..................3 2.2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ........................5 2.2.1. VEILIGE WERKWIJZEN ............................5 2.2.2.
  • Pagina 3 5.2. HANDMATIGE WERKING VAN DE ROBOTMAAIER ................41 5.3. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S OP DE ROBOTMAAIER ............42 5.3.1. VEILIG STOPPEN - STOP-KNOP ........................43 5.3.2. VEILIG UITSCHAKELEN - VEILIGHEIDSSLEUTEL ..................43 5.3.3. AAN- EN UITSCHAKELEN - AAN / UIT-KNOP ....................44 5.3.4.
  • Pagina 5: Modellen En Technische Gegevens

    MODELLEN EN TECHNISCHE GEGEVENS 1.1. MODELLEN A 1500 A 3000, A 5000 OPMERKING: de instructies in deze handleiding zijn geldig voor de modellen robotmaaiers A 1500, A 3000, A 5000. Tenzij anders gespecificeerd, verwijzen de afbeeldingen naar het  model A 1500. 1. MODELLEN EN TECHNISCHE GEGEVENS...
  • Pagina 6: Technische Gegevens

    1.2. TECHNISCHE GEGEVENS MAAT- STIGA A 1500 STIGA A 3000 STIGA A 5000 KENMERKEN EENHEID Afmetingen (BxHxD) [mm] 413 x 252 x 560 529 x 299 x 695 529 x 299 x 695 Gewicht van de robotmaaier [kg] 12,5 Maaihoogte (Min-Max) [mm] 20-60 20-65 20-65 Diameter mes [mm] Maaisnelheid [rpm] 2850+/-50 2400+/-50 2400+/-50 Bewegingssnelheid [m/min] Maximale helling Maximale helling langs de perimeter Type elektrische tractiemotor...
  • Pagina 7: Veiligheid

    VEILIGHEID 2.1. INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID Bij het ontwerp van de apparatuur is bijzondere aandacht besteed aan de aspecten die risico's kunnen  opleveren voor de veiligheid en gezondheid van mensen. Het doel van deze informatie is om gebruikers te  sensibiliseren om elk risico te voorkomen en om gedrag te vermijden dat niet voldoet aan de aangegeven vereisten. GEVAAR: Voordat u de robotmaaier gebruikt, moet u alle informatie in dit document kennen. GEVAAR: Deze robotmaaier is niet bedoeld voor gebruik door kinderen en mensen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en...
  • Pagina 8 WAARSCHUWING: Om veiligheidsredenen mag het satellietreferentiestation nooit worden verplaatst na het programmeren van de virtuele grenzen, transferroutes en te vermijden gebieden. De robotmaaier zou het geprogrammeerde werkgebied kunnen verlaten. Als het satellietreferentiestation verplaatst wordt, moet het opnieuw geprogrammeerd worden. WAARSCHUWING: Raak het maaimechanisme niet aan tijdens het afstellen van de maaihoogte.
  • Pagina 9: Veiligheidsinstructies

    VERPLICHTING: Lees de hele handleiding aandachtig, vooral alle veiligheidsinformatie, en zorg ervoor dat u deze volledig begrijpt. Volg de instructies voor bediening, onderhoud en reparatie strikt op. VERPLICHTING: Operators die onderhoud en reparaties uitvoeren, moeten volledig op de hoogte zijn van de specifieke kenmerken en veiligheidsnormen.
  • Pagina 10 Onderhoud en opslag a. Draai alle moeren, bouten en schroeven stevig vast om de machine veilig te bedienen. b. Controleer de robotmaaier regelmatig op slijtage of beschadiging. c. Om veiligheidsredenen is het noodzakelijk om versleten of beschadigde onderdelen te vervangen. d. Zorg ervoor dat de messen alleen worden vervangen door geschikte reserveonderdelen. e. Zorg ervoor dat de accu’s opgeladen worden met de juiste oplader die door de fabrikant aanbevolen  wordt. Onjuist gebruik kan elektrische schokken, oververhitting of lekkage van bijtende vloeistof uit de  accu veroorzaken. f.  In geval van elektrolytlekkage, wassen met water / neutralisatiemiddel en medische hulp inroepen in  geval van contact met ogen, enz. g. Onderhoud van de machine moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de instructies van de  fabrikant. Accu / acculader LET OP: Lithium-ionaccu's kunnen exploderen of brand veroorzaken als ze worden gedemonteerd, worden blootgesteld aan water, vuur of hoge temperaturen of in geval van kortsluiting.
  • Pagina 11: De Robotmaaier Veilig Stoppen En Uitschakelen

    2.3. DE ROBOTMAAIER VEILIG STOPPEN EN UITSCHAKELEN VERPLICHTING: Schakel de robotmaaier altijd in veilige omstandigheden uit voordat u reinigings-, transport- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Vereisten en verplichtingen: • Contactsleutel. Procedure: 1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de robotmaaier veilig te stoppen en open de beschermkap (B). 2.  Maak de veiligheidssleutel (C) los om de robotmaaier in veilige omstandigheden uit te schakelen. 3. Sluit de beschermkap (B). 4. De robotmaaier is veilig gestopt of uitgeschakeld. 2.4. VERPLAATSING VERPLICHTING: De robotmaaier moet veilig worden uitgeschakeld voordat deze wordt opgetild of vervoerd.
  • Pagina 12: Inleiding

    INLEIDING 3.1. ALGEMENE INLEIDING 3.1.1. DOEL VAN DE HANDLEIDING Deze handleiding maakt integraal deel uit van de apparatuur en is bedoeld om de informatie te  verstrekken die nodig is voor het gebruik ervan. Bewaar deze handleiding gedurende de gehele levensduur van de apparatuur, zodat deze altijd  beschikbaar is indien nodig. De ontvanger van de handleiding is de gebruiker van de apparatuur, die de informatie erin zorgvuldig  moet lezen en deze strikt moet toepassen om de veiligheid van mensen te beschermen en schade te voorkomen.
  • Pagina 13: Overzicht Van Het Product

    OVERZICHT VAN HET PRODUCT 3.2.1. ALGEMENE BESCHRIJVING De robotmaaier (A) is ontworpen en gebouwd om automatisch het gras van tuinen op eender welk uur van  de dag en van de nacht te maaien. Afhankelijk van de verschillende eigenschappen van het te maaien oppervlak, kan de robotmaaier geprogrammeerd zijn om te werken op meerdere zones die worden begrensd door een virtuele grens en  verbonden door virtuele transferroutes. Tijdens de werking, maait de robotmaaier het gras van de zone binnen de zone afgebakend door de  virtuele grens (B). Wanneer de robotmaaier zich in de buurt van de virtuele grens (B) bevindt of een  obstakel (C) tegenkomt, verandert hij van baan volgens de gekozen navigatiestrategie. De robotmaaier maait het aangegeven grasveld automatisch en volledig. Het product werkt via satellietsignaal en vereist de installatie van een laadstation (F) met een  geïntegreerd referentiestation (G), dat ook afzonderlijk geïnstalleerd kan worden. De robotmaaier en het  referentiesatellietstation communiceren met elkaar via 3G/4G-modules die zijn uitgerust met een simkaart.  De bedieningstechnologie van de robotmaaier is gebaseerd op datacommunicatie tussen de STIGA  Cloud en de robot zelf. De abonnementskosten zijn verplicht om de robotmaaier te laten functioneren en  zijn afhankelijk van de hoeveelheid gevraagde gegevens. Er is ook een mobiel apparaat (smartphone)  vereist om het product te gebruiken. Eender welk ander gebruik kan gevaarlijk zijn en schade berokkenen aan personen en/of zaken. Onder  oneigenlijk gebruik vallen (als voorbeeld, maar niet uitsluitend): het vervoeren van mensen, kinderen of  dieren op de machine; zich door de machine laten trekken; de machine gebruiken om lasten te trekken of  te duwen; de machine gebruiken voor het maaien van niet-grasaardige vegetatie. OPMERKING: De abonnementskosten zijn verplicht om de robotmaaier te laten functioneren en  zijn afhankelijk van de hoeveelheid gevraagde gegevens. 3. INLEIDING...
  • Pagina 14: Belangrijkste Onderdelen

    3.2.2. BELANGRIJKSTE ONDERDELEN (A) Robotmaaier (F1) Handleiding (B) Accu(‘s) (in functie van het model) (F2) Bevestigingsschroeven van het  (C) Laadstation laadstation (D) Referentiestation (in het laadstation) (F3) Blister met mesjes en borgschroeven (E) Voeding laadstation (F6) Label App Lock (F5) Contactsleutel (F6) Bevestigingsbeugel, U-bout en schroeven (F7) Verlengkabel van 5 m 3. INLEIDING...
  • Pagina 15: Uitpakken

    3.3. UITPAKKEN Hieronder staan alle stappen voor het correct uitpakken: 1. Open de doos van de robotmaaier; 2.  Verwijder de doos van de voedingseenheid; 3. Haal de bovenste doos uit; 4. Haal de grasmaaier uit; 5. Haal het laadstation uit. LET OP: Zorg ervoor dat u al het verpakkingsmateriaal van de robotmaaier verwijdert voordat u deze gebruikt. LET OP: Om letsel of schade te voorkomen, moet u voorzichtig zijn bij het uitpakken van de robotmaaier en contact met de snijmessen of andere gevaarlijke elementen vermijden.
  • Pagina 16: Symbolen En Plaatjes

    3.4. SYMBOLEN EN PLAATJES Hierna volgen alle symbolen op de robotmaaier: LET OP: Lees de gebruiksaanwijzingen voordat u met de bediening van het product begint. LET OP: Gevaar voor projecties van voorwerpen tegen het lichaam. Houd tijdens het gebruik een veilige afstand tot de machine. LET OP: Steek uw handen en voeten niet in de holte van de snij-inrichting.
  • Pagina 17: Algemene Instructies Voor Het Lezen Van De Handleiding

    Hierna volgen alle symbolen op de accu: LET OP: Lees de gebruiksaanwijzingen voordat u met de bediening van het product begint. Gooi de accu niet bij het normale huisvuil. Deponeer de accu bij de daartoe erkende inzamelingscentra. Gooi de accu niet in vuur en stel ze niet bloot aan warmtebronnen. Dompel de accu niet onder in water en stel ze niet bloot aan vocht.
  • Pagina 18: Installatie

    INSTALLATIE 4.1. ALGEMENE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATIE WAARSCHUWING: Breng geen wijzigingen aan, knoei niet, omzeil de geïnstalleerde veiligheidsvoorzieningen niet en verwijder ze niet. OPMERKING: Neem voor meer informatie over de installatie van het product contact op met een  STIGA wederverkoper. 4.2. ONDERDELEN VOOR DE INSTALLATIE (A) Laadstation  (B) Voedingseenheid (C) Satelliet-referentiestation  (D) Bevestigingsschroeven oplaadbasis  (E) Beugel voor afzonderlijke bevestiging van het satelliet-referentiestation (E) Voedingseenheid voor de afzonderlijke installatie van het satelliet-referentiestation (optioneel) (G) Verlengkabel van 5 m (H) Mobiel apparaat (niet inbegrepen) Zie Hfdst. 9 “Toebehoren” 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 19: Controle Van De Vereisten Voor De Installatie

    4.3. CONTROLE VAN DE VEREISTEN VOOR DE INSTALLATIE Hieronder ziet u hoe u de noodzakelijke vereisten kunt controleren en de tuin kunt voorbereiden voordat u  doorgaat met de installatie. 4.3.1. CONTROLE VAN DE TUIN: • Voer een inspectie uit van het hele gebied voor een juiste detectie van de toestand van de tuin, obstakels en uit te sluiten gebieden. •...
  • Pagina 20 LET OP: De voedingskabel (B), de voedingseenheid, de verlengkabel en alle andere elektrische kabels die niet bij het product horen, moeten buiten het maaigebied blijven om ze uit de buurt van gevaarlijke bewegende delen te houden en om schade aan de kabels te voorkomen waardoor ze in contact kunnen komen met onder spanning staande onderdelen.
  • Pagina 21 • Als het laadstation (A) met satellietreferentiestation (B) niet in een gebied wordt geplaatst  waar de hemel volledig zichtbaar is, moet het satellietreferentiestation (B) van het laadstation (A)  worden verwijderd en in een gebied worden geïnstalleerd waar de hemel volledig zichtbaar is.  Het satellietreferentiestation (B) moet gepositioneerd worden boven storende elementen zoals:  bomen met dicht gebladerte, heggen, grensmuren, metalen hekken, gebouwen en refl   ecterende  oppervlakken zoals glazen of metalen wanden. Aansluiting op een stopcontact kan nodig zijn (zie  Par. 4.5.2). 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 22 • Zorg ervoor dat het gebied dat wordt gekozen voor de installatie van het laadstation (D), ten  minste 400 cm verwijderd is van het laadstation (E) van een tweede robotmaaier. LET OP: Overmatige afstand tussen twee laadstations kan interferentie veroorzaken. • Bereid het installatiegebied van de stroomvoorziening (B) voor zodat het beschermd is tegen  zonnestralen en zodat het onder geen enkele weersomstandigheden in water kan worden  ondergedompeld. OPMERKING: Het verdient de voorkeur en wordt aanbevolen om de voedingseenheid (B) in een  afgesloten compartiment te installeren, beschermd tegen weersinvloeden, op een plaats die niet  gemakkelijk toegankelijk is voor onbevoegde personen zoals kinderen (X > 160 cm). 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 23: Controles Voor De Definitie Van Virtuele Grenzen

    4.3.3. CONTROLES VOOR DE DEFINITIE VAN VIRTUELE GRENZEN: 1. Controleer of de maximale helling van het werkgebied kleiner dan of gelijk is aan 45% of aan 50%, in  functie van het model (zie Par. 1.2 TECHNISCHE GEGEVENS). Respecteer de regels weergegeven  in de volgende afbeeldingen: a)  als de helling ≤ 20% is, is het mogelijk om de virtuele grens te plaatsen zoals weergegeven in de  afbeelding; b)  als de helling> 20% en ≤ 45% (50%) is, moet de installatie het hellende gebied omvatten met  inachtneming van de afstand aangegeven in de fi   guur; c)  indien de helling> 20% is en het hellende gebied geen deel uitmaakt van het te maaien deel van  de tuin, moet de afstand aangegeven in de afbeelding gerespecteerd worden; d)  als de helling> 45% (50%) is, moet het hellende gebied uitgesloten worden met inachtneming  van de afstand aangegeven in de fi   guur. 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 24 LET OP: De robot kan oppervlakken maaien met een maximale helling van 45% of 50%, afhankelijk van het model. Als de instructies niet worden opgevolgd, kan de robot uitglijden en de werkzone verlaten. LET OP: De zones met niet toegestane hellingen kunnen niet gemaaid worden. Plaats de virtuele grens voor de helling, om dat deel van het gazon uit te sluiten.
  • Pagina 25: Criteria Voor De Afbakening Van Werkgebieden En Transferroutes

    4.4. CRITERIA VOOR DE AFBAKENING VAN WERKGEBIEDEN EN TRANSFERROUTES 4.4.1. MINIMUMAFSTANDEN VAN DE VIRTUELE GRENZEN EN AFSTANDEN VOOR DE AFBAKENING Procedure: 1. Bij aanwezigheid van een voetpad of een pad (A) op hetzelfde niveau als het gazon, kan de virtuele  grens samenvallen met de rand van het voetpad. Het is ook mogelijk om de virtuele grens te  programmeren door de robotmaaier over de rand van de stoep te leiden. 2.  Bij aanwezigheid van een zwembad, vijver of uitgraving (B) dient de virtuele begrenzing op  een afstand van minimaal 1 meter te worden geprogrammeerd. Als het zwembad, de vijver  of de uitgraving zich aan het einde van een helling bevindt, moet de virtuele grens worden  geprogrammeerd op een afstand van minimaal 1,5 meter. ...
  • Pagina 26 >50 cm 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 27: Passages Tussen Verschillende Delen Van De Tuin

    4.4.2. PASSAGES TUSSEN VERSCHILLENDE DELEN VAN DE TUIN Procedure: 1. In het geval van gangen moet de afstand tussen twee verschillende virtuele grenzen Z ≥ 2 m bedragen. 2.  In het geval van een doorgang Z < 2 m, is de zone (A) mogelijk niet automatisch bereikbaar voor de  robotmaaier; in dit geval moet deze zone beschouwd worden als "Gesloten Gebied". 4.4.3. TRANSFERROUTES In aanwezigheid van delen van de tuin die van elkaar gescheiden zijn door delen die niet gemaaid mogen  worden of waar geen gras is, maar bijvoorbeeld grindpaden of harde oppervlakken op hetzelfde niveau als  de tuin, is het mogelijk om de te maaien delen met elkaar te verbinden met transferroutes. De robotmaaier  zal van het ene gebied naar het andere gaan terwijl het maaimechanisme uitgeschakeld blijft. De transferroute kan ook gebruikt worden om het laadstation te bereiken wanneer dit niet in een  werkgebied is geïnstalleerd. Procedure: 1. Bepaal tussen de mogelijke doorgangen de gemakkelijkste transferroute waarmee u de grootste  afstand tot eventuele obstakels kunt houden en die niet door gebieden gaat die gewoonlijk gebruikt  worden voor parkeren, het doorrijden van voertuigen of waar groepen mensen door stappen. 2.  De afstand tussen de transferroute en de verschillende hindernissen mag in geen geval kleiner zijn  dan 2 m. 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 28: Identificatie Van De Onderdelen

    4.5. IDENTIFICATIE VAN DE ONDERDELEN ELEKTRISCH GEVAAR: WAARSCHUWING: Gebruik alleen de acculader en Het geleverde circuit moet voeding die door de fabrikant worden beschermd door een zijn geleverd. Oneigen gebruik differentiaalschakelaar (RCD) kan elektrische schokken en of met een activeringsstroom van oververhitting veroorzaken.
  • Pagina 29: Installatie Laadstation

    4.5.1. INSTALLATIE LAADSTATION WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: Gevaar voor snijwonden aan de handen. Gevaar voor stof in de ogen. ELEKTRISCH GEVAAR: Sluit de voeding pas aan aan het einde van alle installatiewerkzaamheden. Schakel indien nodig tijdens de installatie de algemene stroomtoevoer uit. Vereisten en Verplichtingen: •...
  • Pagina 30 15 meter gebruiken (zie Hfdst. 9 “Toebehoren”). LET OP: De robotmaaier moet het satellietsignaal ook ontvangen terwijl hij zich in het laadstation bevindt. Indien u een beschermhoes over het laadstation wilt installeren, gebruik dan alleen originele STIGA-hoezen. Plaats nooit metalen afdekkingen over het laadstation. 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 31: Installatie Van Het Satellietreferentiestation

    4.5.2. INSTALLATIE VAN HET SATELLIETREFERENTIESTATION ELEKTRISCH GEVAAR: WAARSCHUWING: Gebruik alleen de acculader en Het geleverde circuit moet voeding die door de fabrikant worden beschermd door een zijn geleverd. Oneigen gebruik differentiaalschakelaar (RCD) kan elektrische schokken en of met een activeringsstroom van oververhitting veroorzaken.
  • Pagina 32 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 33 Vereisten en Verplichtingen: • Satelliet-referentiestation (A). • een verlengkabel van 5 meter (L) (inbegrepen). • ofwel een verlengkabel van 15 meter (apart verkocht) (L). • Ofwel een voedingseenheid (F) (apart verkocht). • Bevestigingsbeugel (E). • Schroeven om het satellietreferentiestation op de beugel (G) te bevestigen. • U-bout voor bevestiging van de beugel aan de paal (H) of schroeven voor bevestiging aan de  muur (niet meegeleverd). Vereisten en Verplichtingen: 1. Controleer de installatievereisten in Par. 4.3.2. 2.  Open het deksel (B). 3. Koppel de connector (C) van het satellietreferentiestation (A) los van het laadstation (D). 4. Draai de bevestigingsschroeven (I) los en verwijder het satellietreferentiestation (A) van het  laadstation (D). 5. Bevestig de beugel (E) aan een wand (N) met behulp van de bevestigingsschroeven (niet  meegeleverd), en zorg ervoor dat deze waterpas staat. Gebruik bij montage op een paal (M) de  meegeleverde U-bout (H) om de beugel (E) te bevestigen. 6.  Bevestig het satellietreferentiestation (A) aan de beugel (E) met de connector (C) naar beneden  gericht met behulp van de schroeven (G). Zorg ervoor dat het station perfect horizontaal is. Men  raadt een installatiehoogte van minimaal 2,5 meter boven de grond aan. 7. Sluit het satellietreferentiestation aan op de voeding (F) of aan de verlengkabel via de connector (C)  en draai de ringmoer vast.
  • Pagina 34 OPMERKING: Indien nodig kan de kabel die het satellietreferentiestation voedt, met  verlengkabels verlengd worden. Men mag maximaal twee verlengkabels van 5 meter of één  kabel van 15 meter gebruiken (zie Hfdst. 9 “Toebehoren”). OPMERKING: Om interferentie te voorkomen, moet het satellietreferentiestation op  minstens 400 cm afstand van eventuele andere satellietreferentiestations in de buurt worden  geïnstalleerd. 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 35: Robotmaaier Opladen Na De Installatie

    1. Herlaad de robotmaaier (Zie Par. 5.5). OPMERKING: De accu's moeten bij de eerste keer opladen minimaal 2 uur opgeladen blijven. 4.6. PROGRAMMERING VAN VIRTUELE GRENZEN, TRANSFERROUTES EN TE VERMIJ- DEN GEBIEDEN Het programmeren van virtuele grenzen, transferroutes en te vermijden gebieden wordt uitgevoerd  met behulp van de respectievelijke begeleide procedures in de "STIGA.GO" APP. De procedure vereist  dat u de robotmaaier handmatig bestuurt door erlangs te lopen volgens de algemene criteria die zijn uiteengezet in hfdst. 4.4. Vereisten en Verplichtingen: • Android- of iOS-mobiel apparaat verbonden met internet (niet inbegrepen). 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 36 Procedure: 1. Download de APP “STIGA GO” van Google Play Store voor Android-apparaten en van App Store  voor iOS-apparaten. 2.  Volg de begeleide procedure in de APP (zie voor meer informatie de par. APP). WAARSCHUWING: Het werkgebied of de routes die door de machine worden gebruikt voor de transfer, moeten zo zijn ingericht dat er geen openbare ruimten om schade aan mensen, dingen of ongevallen met voertuigen te vermijden.
  • Pagina 37: Instellingen Van Het Product

    4.7.19. BIJWERKING SOFTWARE (FIRMWARE UPDATE) ....................... 39 4.7.20. PROFIEL / BEHEER GEBRUIKERS / KEUZE VAN DE KEUZE VAN FAVORIETE DEALER / BERICHTEN ....39 4.7.21. DIEFSTALBEVEILIGING ..............................39 4.7.1. PRE-LOGIN Bij de eerste toegang tot de app kunt u: • Toegang verkrijgen tot de informatiepagina's over verkopers en producten van STIGA. • De eerste registratie uitvoeren • De Login uitvoeren voor reeds geregistreerde gebruikers 4.7.2. REGISTRATIE (SIGN UP) Het gedeelte "Registreren" maakt de gebruikersregistratie mogelijk en geeft toegang tot alle app-functies.
  • Pagina 38: Garage En Productpagina (Device Page)

    Als de koppeling niet uitgevoerd is, knippert het indicatielampje. OPMERKING: na het koppelen van alle apparaten, voordat u het product gebruikt, is het noodzakelijk om de "kalibratie van het laadstation" uit te voeren (zie Par. 4.7.5). OPMERKING: als de robotmaaier niet wordt gedetecteerd door het mobiele apparaat, controleer  dan of de robotmaaier niet aan een ander apparaat is gekoppeld (zie Par. 5.3.6). 4.7.4. GARAGE EN PRODUCTPAGINA (DEVICE PAGE) Het gedeelte "Garage" toont alle Stiga-producten die aan het gebruikersprofiel zijn gekoppeld. Door naar links en rechts te scrollen tussen de verschillende schermen worden de bijbehorende  producten weergegeven. Voor elk van de weergegeven producten heeft u toegang tot een reeks opties voor: • het hernoemen of verwijderen van het apparaat uit het gebruikersaccount • toegang tot de productinformatie en handleidingen • controle van de status van de connectiviteit met het mobiele netwerk en de status van het GNSS- signaal van de robotmaaier en van het referentiestation...
  • Pagina 39: Kalibratie Van De Oplaadbasis

    1. Plaats de robotmaaier binnen een geprogrammeerd gebied, zodat hij minimaal 3 m vooruit kan rijden terwijl hij binnen de virtuele grens blijft zonder obstakels tegen te komen. 2.  Start de initialisatie zoals gevraagd door de app en wacht tot de procedure voltooid is. De robotmaaier  zal vooruit bewegen door drie stappen van ongeveer 1 m te nemen. 4.7.8. PROGRAMMERING VAN VIRTUELE GRENZEN, TRANSFERROUTES EN TE VERMIJDEN GE- BIEDEN Voordat u doorgaat met programmeren, moet u ervoor zorgen dat u de volgende stappen heeft uitgevoerd:  apparaatkoppeling (Par. 4.7.3), configuratie van het laadstation (Par. 4.7.5), kalibratie van het laadstation  (Par. 4.7.6), initialisatie van de grasmaaier (Par. 4.7.7). Het programmeren van virtuele grenzen, transferroutes en te vermijden gebieden wordt uitgevoerd met  behulp van de respectievelijke begeleide procedures in de App STIGA.GO. De procedures vereisen dat u  de robotmaaier handmatig bestuurt door ernaast te lopen. Hieronder staan  d e meest relevante stappen: 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 40: Programmeren Van Het Pad Voor Terugkeer Naar Het Laadstation

    1. Volg de opstartprocedure van de robot die wordt weergegeven in de APP. 2.  Rijd de robotmaaier met de joystick naar de plaats waar u wilt beginnen met programmeren. 3. Begin met de registratie van grenzen of virtuele paden door op de juiste knop te drukken. 4. Rijd de robotmaaier handmatig met de joystick rond de perimeter of het pad dat moet worden gepro- grammeerd. Het beginpunt en het eindpunt van de virtuele perimeter moeten samenvallen. WAARSCHUWING: Respecteer de minimumafstanden tot obstakels en de aanduidingen aangegeven in hfdst. 4.4 5. Bevestig de registratie. OPMERKING: aan het einde van de programmering van de virtuele grenzen, volgt de robotmaaier de volledige virtuele perimeter om te controleren of de programmering correct is uitgevoerd. Deze  stap is noodzakelijk om veiligheidsredenen en kan niet vermeden worden. U kunt pas verder gaan  als de robotmaaier naar het startpunt van de virtuele perimeter teruggekeerd is.
  • Pagina 41: Map Van De Tuin

    4. Begin met de registratie van de terugreis naar het laadstation door op de juiste knop te drukken 5. Leid de robotmaaier handmatig met de joystick langs het te programmeren pad totdat de robot de laadcontacten vastgrijpt 6.  Bevestig de registratie. OPMERKING: Verplaats de robotmaaier niet met de hand, bij elke handmatige beweging van de  robotmaaier moet u de initialisatieprocedure herhalen. OPMERKING: het laadstation kan ook buiten de werkzone geïnstalleerd worden: In dit geval  gebruikt de robot het volledige retourpad om terug naar het laadstation keren en om het werkgebied te bereiken tijdens het gebruik.
  • Pagina 42: Integratie Met Spraakassistenten (Amazon Alexa, Google Home)

    4.7.14. INTEGRATIE MET SPRAAKASSISTENTEN (AMAZON ALEXA, GOOGLE HOME) Door de integratie met een spraakassistent kunt u met de robotmaaier communiceren volgens de  beschikbare opties in de app, u kunt bijvoorbeeld: • Een werksessie starten. • De robotmaaier stoppen terwijl u het gras maait en het werk hervatten. • Forceer de robotmaaier om terug te keren naar het laadstation. • Naar de volgende geplande starttijd van het werk vragen. • Naar de status van de robotmaaier vragen. • Naar de resterende connectiviteitsuren vragen. 4.7.15. VERGRENDELING TOETSENBORD (APP LOCK) Om te voorkomen dat de robotmaaier door kinderen of onbevoegden wordt gebruikt, kan de bediening van ...
  • Pagina 43: Regensensor

    4.7.20. PROFIEL / BEHEER GEBRUIKERS / KEUZE VAN DE KEUZE VAN FAVORIETE DEALER / BE- RICHTEN In het gedeelte "Profiel" kunt u uw accountgegevens en uw wachtwoord wijzigen. De hoofdgebruiker die de eerste registratie heeft uitgevoerd, kan andere gebruikers van de robotmaaier  uitnodigen en beheren. De uitgenodigde gebruiker moet de app op zijn mobiele apparaat downloaden en zich registreren. Het gedeelte “Dealer” stelt u in staat het referentie-servicecentrum te kiezen. Het gedeelte “Meldingen” staat toe meldingen\informatie weer te geven. 4.7.21. DIEFSTALBEVEILIGING Met deze functie kunt u een waarschuwingsmelding ontvangen wanneer de robotmaaier ver van het  werkgebied is. Als de functie geactiveerd is, bewaakt de robotmaaier continu de afstand tot de virtuele  perimeter. Wanneer de robotmaaier meer dan 100 meter van de virtuele perimeter verwijderd is: • De robot stuurt via de Stiga.GO-app een melding naar het mobiele apparaat van de gebruiker. • In de app kan men de actuele positie van de robot bekijken en zijn bewegingen volgen. • De robotmaaier kan niet gestart worden zolang deze zich buiten zijn virtuele perimeter bevindt. OPMERKING: De antidiefstalfunctie blijft actief, ook wanneer de robotmaaier uitgeschakeld is.  In dit geval worden de diefstalmelding en de locatie van de robotmaaier verzonden wanneer de  robot ingeschakeld wordt. Procedure: 1. Activeer de functie vanuit het menu "instellingen" van de app. Zorg ervoor dat meldingen voor de  Stiga.GO-app op uw mobiele apparaat geactiveerd zijn. 4. INSTALLATIE...
  • Pagina 44: Werking

    WERKING Vereisten en Verplichtingen: • Installatie van het laadstation en het • Programmering van virtuele grenzen, satellietreferentiestation (zie hfdst. 4.5) transferroutes en te vermijden gebieden  (zie Par. 5.6)  • Aanvankelijke hoogte van het gras in het werkbereik van de robotmaaier:  20-60 mm • Volle accu (Zie Par. 5.5) • Correct afgestelde maaihoogte  (Zie Par. 5.6). 5.1. CONTROLE VAN DE VEILIGHEIDSINRICHTINGEN VOOR HET STARTEN VAN DE RO- BOTMAAIER Vereisten en verplichtingen: •...
  • Pagina 45: Handmatige Werking Van De Robotmaaier

    5.2. HANDMATIGE WERKING VAN DE ROBOTMAAIER De robotmaaier kan worden gebruikt zonder de programmering uit te voeren die wordt beschreven in  Par. 4.7. In deze modus voert de robotmaaier een werkcyclus uit, keert terug naar het laadstation en blijft  daar tot de volgende handmatige start. Om de machine in deze modus te gebruiken, is het echter noodzakelijk om de virtuele grenzen, de transferroutes en de te vermijden gebieden te programmeren (zie Par. 4.6). Procedure: 1. Plaats de robotmaaier in het laadstation of in ieder geval binnen de perimeter van de installatie. 2.  Druk op de “STOP” -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de  bedieningsconsole (C). 3. Druk op de knop “SELECTIE MODUS” (F), tot enkel het pictogram (L) knippert. 4.
  • Pagina 46: Beschrijving Van De Commando's Op De Robotmaaier

    5.3. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S OP DE ROBOTMAAIER Lijst met commando's, indicatoren en hun functie: • Knop “STOP” (A): wordt gebruikt voor de veiligheidsstop van de robotmaaier. • “VEILIGHEIDSSLEUTEL” (D): wordt gebruikt voor het veilig uitschakelen van de robotmaaier. • Knop “ON/OFF” (E): dient om de robotmaaier in- en uit te schakelen. • De knop “SELECTIE MODUS” (F) wordt gebruikt om de bedrijfsmodus van de robotmaaier te  selecteren en om de terugkeer naar het laadstation te forceren. • De knop “BEVESTIGEN” (G): wordt gebruikt om de ingestelde bedrijfsmodus te bevestigen.  • Het verlicht pictogram “GEPLAND PROGRAMMA” (I): wordt gebruikt om de instelling van het  geplande programma te bekijken. • Het verlicht pictogram “ENKELE WERKCYCLUS” (L): wordt gebruikt om de instelling van de  enkele werkcyclus weer te geven. • Het verlicht pictogram “TERUGKEER NAAR BASIS” (H): wordt gebruikt om de instelling van de  geforceerde terugkeer van de robotmaaier naar het laadstation weer te geven. •...
  • Pagina 47: Veilig Stoppen - Stop-Knop

    5.3.1. VEILIG STOPPEN - STOP-KNOP De "STOP" -knop (A) is een commando dat de robotmaaier in veilige omstandigheden stopt, ongeacht zijn  werkingsconditie. Procedure: 1. Druk op de “STOP”-knot (A) terwijl de robotmaaier in beweging of reeds gestopt is. 2.  Wanneer de "STOP" -knop (A) wordt ingedrukt, stopt de robotmaaier en gaat de kap (B) open, zodat  u toegang hebt tot de andere opdrachten van de robot. 5.3.2. VEILIG UITSCHAKELEN - VEILIGHEIDSSLEUTEL Door de veiligheidssleutel (D) uit te schakelen, kan de robotmaaier veilig worden uitgeschakeld. VERPLICHTING: Verwijder altijd de veiligheidssleutel voordat u werkzaamheden voor de reiniging, het transport en het onderhoud uitvoert Procedure: 1.
  • Pagina 48: Aan- En Uitschakelen - Aan / Uit-Knop

    5.3.3. AAN- EN UITSCHAKELEN - AAN / UIT-KNOP De knop “AAN/UIT” (E): dient om de robotmaaier handmatig in- en uit te schakelen. Procedure: 1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de bedieningsconsole (C). 2.  Druk gedurende 5 seconden op de “ON/OFF” -knop (E) om de robotmaaier in- of uit te schakelen. OPMERKING: Om de robotmaaier in te schakelen, moet de veiligheidssleutel (D) ingestoken  zijn. OPMERKING: Als u de veiligheidssleutel (D) verwijdert, wordt de robotmaaier uitgeschakeld,  zelfs als deze niet eerder uitgeschakeld werd met de "ON/OFF" -knop. OPMERKING: Bij actieve alarmen reset een dubbele druk op de “ON/OFF”-knop de alarmen. 5. WERKING...
  • Pagina 49: Selectie Gepland Programma / Enkele Werkcyclus / Gedwongen Terugkeer Naar

    5.3.4. SELECTIE GEPLAND PROGRAMMA / ENKELE WERKCYCLUS / GEDWONGEN TERUGKEER NAAR OPLAADBASIS - KNOP SELECTIE MODUS Met de knop “SELECTIE MODUS" kunt u het via de app ingestelde werkschema activeren of deactiveren  en de gedwongen terugkeer naar het laadstation selecteren. De robotmaaier gedraagt     z ich volgens de  hieronder beschreven mogelijke selecties. SELECTIES TOETSENBORD EN WERKING VAN DE ROBOT GEPLAND PROGRAMMA De robotmaaier werkt volgens de via de app ingestelde  programmering. TERUGKEER NAAR BASIS + GEPLAND PROGRAMMA De robotmaaier keert terug naar het laadstation.
  • Pagina 50 Procedure: 1. Druk op de “STOP” -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de bedieningsconsole (C). 2.  Druk  op  de  knop  “SELECTIE MODUS"  (F),  totdat  de  pictogrammen  die  betrekking  hebben  op  de  functies die u wilt activeren, knipperen. De pictogrammen die betrekking hebben op de geselecteerde  functies knipperen. 3. Druk op de knop “BEVESTIGEN” (G). De pictogrammen die betrekking hebben op de geselecteerde  functies lichten continu op om de actie te bevestigen. 4. Sluit de kap (B). 5. De robotmaaier begint te werken volgens de modus die is ingesteld. OPMERKING: Als na het indrukken van de "BEVESTIGING"-knop (G), de "MODUS SELECTIE"- knop (F) wordt ingedrukt, beginnen de pictogrammen die betrekking hebben op de geselecteerde  functies opnieuw te knipperen en om bevestiging van de zojuist geselecteerde functie vragen. Druk  op de knop “BEVESTIGEN” (G). De pictogrammen gaan weer vast branden. OPMERKING: Als het deksel (B) wordt geopend, zowel tijdens het werk als met de robot in ...
  • Pagina 51: Weergave Bluetooth-Status En Ontkoppeling - Bluetooth-Knop

    5.3.5. WEERGAVE VAN DE BLUETOOTH-STATUS - KNOP BLUETOOTH De robotmaaier beheert automatisch de Bluetooth-verbinding met externe mobiele apparaten. De  Bluetooth-verbinding is altijd beschikbaar wanneer de robotmaaier ingeschakeld is. Er kan slechts één  mobiel apparaat tegelijk via Bluetooth met de robotmaaier verbonden worden. De robotmaaier verbreekt  automatisch de verbinding met het apparaat wanneer de app gesloten wordt. De knop "BLUETOOTH" (M)  wordt door het servicecentrum alleen gebruikt voor diagnostische activiteiten. OPMERKING: Voor het koppelen van het apparaat met de robotmaaier via Bluetooth, zie de  Par. 4.7.3 “Pairing”. 5.3.6. WEERGAVE VAN DE ALARMSTATUSSEN - PICTOGRAM ALARM Het verlichtte pictogram “ALARM” (N) duidt op een storing in de werking. Procedure: 1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de  bedieningsconsole (C). 2.  Controleer de alarmstatus met behulp van het rode lichtpictogram (N), dat continu kan branden  ofwel knipperen. 3. Nadat de storing is verholpen, drukt u tweemaal snel achter elkaar op de "ON/OFF"-knop (E) om  het alarm te resetten. Het verlicht pictogram (N) gaat uit en de robotmaaier kan opnieuw worden  gestart. Als het pictogram (N) niet uitgaat, verwijder dan de veiligheidssleutel (D), wacht een paar  seconden en schakel de robotmaaier vervolgens weer in met de "ON/OFF"-knop (E). Raadpleeg  een Servicecentrum indien het probleem aanhoudt. OPMERKING: De details van de afwijkingen zijn in te zien via de App.
  • Pagina 52: Weergave Van De Laadstatus Van De Accu - Pictogram Accu

    5.3.7. WEERGAVE VAN DE LAADSTATUS VAN DE ACCU – PICTOGRAM ACCU Het verlichtte pictogram “ACCU” (O) staat toe de laadstatus van de accu weer te geven. Procedure: 1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de kap (B) te openen en toegang te krijgen tot de bedieningsconsole (C). 2.  Controleer de laadstatus van de accu met behulp van het verlichtte pictogram (O): - Blauw pictogram: de accu is vol (laadniveau >40%).  - Rood pictogram: de accu is bijna leeg (laadniveau 15-40%). - Knipperend rood pictogram: de accu is bijna leeg (laadniveau <15%). 3. Als de robotmaaier aan het opladen is, knippert het verlichtte pictogram blauw (O). OPMERKING: als bij het indrukken van een commando het accupictogram (O) snel rood knippert, kan  de actie niet worden uitgevoerd en moet de accu handmatig worden opgeladen (zie hoofdstuk 5.5). 5. WERKING...
  • Pagina 53: Start Van De Robotmaaier - Start-Knop

    5.3.8. START VAN DE ROBOTMAAIER Om de robotmaaier te starten, moet u de procedure volgen die is beschreven in par. 5.3.4 “SELECTIE GEPLAND PROGRAMMA / ENKELE WERKCYCLUS / GEDWONGEN TERUGKEER NAAR  OPLAADBASIS - KNOP SELECTIE MODUS” 5.4. WERKING VAN DE OPLAADBASIS De oplaadbasis is voorzien van een indicatielampje (N) dat als volgt oplicht: • Licht uit: het laadstation krijgt geen stroom of de robot bevindt zich in het basisstation; • Traag knipperend controlelampje: het laadstation is niet correct geconfi   gureerd; • Snel knipperend controlelampje: er is een storing in het laadstation; • Licht met snelle dubbele of drievoudige knippering: het laadstation heeft een kortsluiting op de  laadcontacten gedetecteerd. (Zie Hfdst. 7).
  • Pagina 54: Afstelling Maaihoogte

    5.6. AFSTELLING MAAIHOOGTE De procedure “AFSTELLING MAAIHOOGTE” beschrijft hoe de afstelling van de maaimessen uitgevoerd moet worden. • De lengte X van het gras dat door de robotmaaier gemaaid wordt, mag niet langer zijn dan 10 mm. • Het werkbereik van de robotmaaier is 20-60 mm (maaihoogte). • De beginhoogte van het gras Y mag daarom maximaal 70 mm zijn. Bereid de tuin bij de eerste installatie of aan het begin van het maaiseizoen, indien nodig, voor met een  traditionele grasmaaier om de oorspronkelijke hoogte van het gras op een geschikte waarde te brengen. OPMERKING: als u het gras meer dan 10 mm wilt maaien, past u de maaihoogte zo aan dat het  deel van het gemaaide gras 10 mm is. Verlaag de maaihoogte pas verder nadat de tuin gelijkmatig is gemaaid. Procedure: 1. Volg de begeleide procedure in de APP om de maaihoogte aan te passen. WAARSCHUWING: Raak het maaimechanisme niet aan tijdens het afstellen van de maaihoogte.
  • Pagina 55: Onderhoud

    ONDERHOUD 6.1. GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend originele Breng geen wijzigingen reserveonderdelen. aan, knoei niet, omzeil de geïnstalleerde veiligheidsvoorzieningen niet en verwijder ze niet. Voor een betere werking en een langere levensduur, moet u het product regelmatig schoonmaken en  versleten onderdelen vervangen. Voer de interventies uit met de frequentie aangegeven in de tabel. FREQUENTIE ONDERDEEL TYPE INGREEP REFERENTIE Wekelijks Reinig en controleer de (Zie Par. 6.2) werkzaamheid van het mes. ...
  • Pagina 56: Reiniging Product

    6.2. REINIGING PRODUCT WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: Gevaar voor snijwonden aan de Gevaar voor stof in de ogen. handen. Vereisten en Verplichtingen: • Spons • Droog doek • Neutrale zeep • Handschoenen • Borstel • Bril • Water HANDSCHOENEN VEREIST: VERPLICHT EEN BRIL TE Gebruik beschermende GEBRUIKEN: handschoenen om snijgevaar...
  • Pagina 57 VERBOD: Om onherstelbare schade aan de elektrische en elektronische componenten te voorkomen, mag u de robotmaaier niet geheel of gedeeltelijk in water onderdompelen. VERBOD: Was de interne delen van de robotmaaier niet om de elektrische en elektronische onderdelen niet te beschadigen. VERBOD: Gebruik geen oplosmiddelen of benzine om de geverfde oppervlaktes en de plastieken onderdelen niet te beschadigen.
  • Pagina 58: Vervanging Snijmessen

    • Contactsleutel • Sleutel • Snijmessen • Handschoenen HANDSCHOENEN VEREIST: Gebruik beschermende handschoenen om snijgevaar aan de handen te voorkomen. Procedure: 1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de robotmaaier te stoppen en open de beschermkap (B). 2.  De contactsleutel uitschakelen (C). 3. Draai de robotmaaier ondersteboven en zorg ervoor dat u de zwevende kap niet beschadigt. 4. Draai de borgschroeven los (E). 5. Vervang de snijmessen (D). 6.  Draai de borgschroeven aan (E). A 1500 A 3000, A 5000 6. ONDERHOUD...
  • Pagina 59: Onderhoud En Opslag Van De Accu In De Winter

    6.4. ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE ACCU IN DE WINTER Procedure: 1. Laad de accu op volgens de wizard in de app, toegankelijk via de pagina "Instellingen". 2.  Reinig de robotmaaier (Zie Par. 6.2). 3. Bewaar de robotmaaier horizontaal op een droge en vorstvrije plaats en zorg ervoor dat deze is uit- geschakeld. OPMERKING: De wizard registreert het succesvol opladen van de accu in de cloud en moet als  voltooid worden beschouwd als de datum van de voltooide heroplading voor de winteropslag  wordt bijgewerkt. OPMERKING:  De registratie van het opladen via de in-app-procedure is vereist om de  accugarantie te laten gelden. OPMERKING:  De accu moet elke 6 maanden worden opgeladen, en in ieder geval vóór de  winteropslag. 6.5. VERVANGING ACCU De vervanging van de accu is de exclusieve verantwoordelijkheid van het STIGA TECHNISCH  SERVCIEPERSONEEL. Neem contact op met een servicecentrum of uw dealer als de accu vervangen moet worden. 6. ONDERHOUD...
  • Pagina 60: Probleemoplossen

    PROBLEEMOPLOSSEN WAARSCHUWING: Stop de robotmaaier en berg hem veilig op (Zie Par. 2.3). Hieronder vindt u een lijst met eventuele afwijkingen die tijdens de werkfase kunnen optreden. PROBLEEM OORZAKEN OPLOSSINGEN Beschadigde schijf of  Vervang beschadigde componenten maaimessen (Zie Par. 6.3). Snij-inrichting geblokkeerd door  Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie  resten (banden, koorden, stukken  Par. 2.3). Zet het snijmes vrij. plastiek, enz.). De robotmaaier werd opgestart  Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie Par.  Abnormale trillingen. met onvoorziene hindernissen 2.3). Verwijder de hindernissen en start de  De robotmaaier maakt  (gevallen takken, vergeten  robotmaaier opnieuw (Zie Par. 5.3.9). veel lawaai. voorwerpen, enz.).
  • Pagina 61 Onvoldoende werkuren. Verleng de werkuren (Zie Par. 4.7.12). Snij-inrichting met afzettingen en/ Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie  of resten. Par. 2.3). Reinig de snij-inrichting. Draaiende snij-inrichtingen  Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie  geblokkeerd door afzettingen of  Par. 2.3). Vervang de snijmessen. resten. De werkzone wordt niet  Te grote werkzone ten opzichte  Reduceer de werkzone (zie Technische  volledig gemaaid. van de effectieve capaciteit van  Gegevens Par. 1.2). de robotmaaier. De accu's zijn aan het einde van  Vervang de accu's met originele  hun levensduur wisselstukken (Zie Par. 6.4). De accu's worden niet volledig  Reinig en verwijder eventuele oxidatie van  opgeladen. de contactpunten (Zie Par. 6.2). Herlaad  de accu's. Het lampje van het  Er is geen stroomvoorziening of er  Controleer de correcte verbinding aan laadstation gaat is een storing in het laadstation. het stopcontact van de voedingseenheid.
  • Pagina 62: Transport, Opslag En Verwijdering

    TRANSPORT, OPSLAG EN VERWIJDERING 8.1. TRANSPORT Procedure: OPMERKING: Voor transport over lange afstanden raden we aan de originele verpakking te  gebruiken. 1. Druk op de "STOP" -knop (A) om de robotmaaier te stoppen en open de beschermkap (B). 2.  De contactsleutel uitschakelen (C). 3. Reinig de robotmaaier zoals aangegeven in Par. 6.2 “REINIGING PRODUCT”. 4. Til de robotmaaier op aan het handvat (D) en draag hem, waarbij u ervoor zorgt dat het maaimes uit  de buurt van het lichaam blijft. 5. Plaats de robotmaaier terug in de originele verpakking. 8.2. OPSLAG De robotmaaier moet na het reinigen en opladen van de accu voor de winter, op een droge en vorstvrije  plaats horizontaal worden opgeslagen (zie hfdst. 6). Koppel het laadstation en het satellietreferentiestation  los van het elektriciteitsnet tijdens lange periodes van inactiviteit. 8.3.
  • Pagina 63: Toebehoren

    TOEBEHOREN N. Artikel Beschrijving Specificaties 1127-0009-01 Snijmessen 12 st 1127-0011-01 Deksel van het laadstation Voor extra bescherming tegen regen en  zonnestraling 1127-0010-01 Verlengkabel voor de voeding. Verlengkabel van de verbinding tussen de voedingseenheid en het laadstation. Kan ook gebruikt worden voor het  satellietreferentiestation. - L= 5 m 1127-0020-01 Verlengkabel voor de voeding. Verlengkabel van de verbinding tussen de voedingseenheid en het laadstation. Kan ook gebruikt worden voor het ...
  • Pagina 64: Garantie

    GARANTIE 10.1. GARANTIEDEKKING De garantiedekking is enkel bestemd voor de consumenten, d.w.z. niet professionele bedieners. De garantie dekt alle kwaliteits- en fabricagefouten die tijdens de garantieperiode door uw Wederverkoper  of door een gespecialiseerd Centrum vastgesteld worden. De toepassing van de garantie is beperkt tot de herstelling of vervanging van het defect geachte  onderdeel. Men  raadt aan de machine eens per jaar aan een geautoriseerd dienstencentrum toe te vertrouwen voor  het onderhoud, assistentie en controle van de veiligheidsinrichtingen. De toepassing van de garantie is ondergeschikt aan een regelmatig onderhoud van de machine. De garantie geldt niet voor schade te wijten aan: • Onvoldoende kennis van de vergezellende documentatie (Gebruiksaanwijzing). • Professioneel gebruik. • Achteloosheid, nalatigheid. • Externe oorzaak (bliksem, stoten, aanwezigheid van vreemde voorwerpen in de machine) of  incident. • Onjuist of niet door de fabrikant toegestaan gebruik en montage. • Gebrekkig onderhoud • Wijziging van de machine. • Gebruik van niet originele wisselstukken (aanpasbare stukken). •...
  • Pagina 65: Eg-Overeenstemmingsverklaring

    EN 55014-2:2021 i) Ampiezza di taglio: 18 cm n) Persona autorizzata a costituire il Fascicolo Tecnico: ST. S.p.A. Via del Lavoro, 6 31033 Castelfranco Veneto (TV) - Italia o) Castelfranco Veneto, 01/12/2022 CEO Stiga Group Sean Robinson 171514261/1 11. EG-OVEREENSTEMMINGSVERKLARING...
  • Pagina 66 Person authorised to compile the technical file: ST. S.p.A. Via del Lavoro, 6 31033 Castelfranco Veneto (TV) - Italia o) Castelfranco Veneto, 01/12/2022 CEO Stiga Group Sean Robinson UK Importer: STIGA LTD Unit 8, Bluewater Estate Plympton, Devon, PL7 4JH, England 171514261/1 11.
  • Pagina 67 EN IEC 55014-2:2021 i) Ampiezza di taglio: 18 cm ST. S.p.A. n) Persona autorizzata a costituire il Fascicolo Tecnico: Via del Lavoro, 6 31033 Castelfranco Veneto (TV) - Italia o) Castelfranco Veneto, 01/12/2022 CEO Stiga Group Sean Robinson 171514262/1 11. GARANTIE...
  • Pagina 68 Person authorised to compile the technical file: ST. S.p.A. Via del Lavoro, 6 31033 Castelfranco Veneto (TV) - Italia o) Castelfranco Veneto, 01/12/2022 CEO Stiga Group Sean Robinson UK Importer: STIGA LTD Unit 8, Bluewater Estate Plympton, Devon, PL7 4JH, England 171514262/1 11.
  • Pagina 69 FR (Traduction de la notice originale) DE (Übersetzung der NL (Vertaling van de oorspronkelijke Originalbetriebsanleitung) gebruiksaanwijzing) Déclaration CE de Conformité (Directive Machines 2006/42/CE, Annexe II, EG-Konformitätserklärung EG-verklaring van overeenstemming partie A) (Maschinenrichtlinie 2006/42/EG, Anhang (Richtlijn Machines 2006/42/CE, Bijlage II, 1. La Société II, Teil A) deel A) 2.
  • Pagina 70 CS (Překlad původního návodu k používání) PL (Tłumaczenie instrukcji oryginalnej) ET (Algupärase kasutusjuhendi tõlge) ES – Prohlášení o shodě Deklaracja zgodności WE EÜ vastavusdeklaratsioon (Směrnice o Strojních zařízeních (Dyrektywa maszynowa 2006/42/WE, (Masinadirektiiv 2006/42/EÜ, Lisa II, osa A) 2006/42/ES, Příloha II, část A) Załącznik II, część...
  • Pagina 71 STIGA LTD (UK Importer) Unit 8, Bluewater Estate Plympton, Devon, PL7 4JH, England À DÉPOSER À DÉPOSER EN MAGASIN EN DÉCHÈTERIE Cet appareil, ses accessoires, STIGA S.p.A. piles et cordons se recyclent Via del lavoro, 6 Points de collecte sur www.quefairedemesdechets.fr 31033 Castelfranco Veneto (TV) Privilégiez la réparation ou le don de votre appareil !

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A 3000A 5000

Inhoudsopgave