6.
PROBLEEMOPLOSSEN
WAARSCHUWING:
Stop de robotmaaier en berg hem veilig op (Zie Par. 4.3.2).
Hieronder vindt u een lijst met eventuele afwijkingen die tijdens de werkfase kunnen optreden.
PROBLEEM
Abnormale trillingen.
De robotmaaier maakt
veel lawaai.
De robotmaaier
plaatst zich niet
correct in het
laadstation.
De robotmaaier
gedraagt zich
abnormaal rond
hindernissen rond de
perimeter.
De robotmaaier
werkt op verkeerde
tijdstippen.
NL
OORZAKEN
Beschadigde schijf of
maaimessen
Snij-inrichting geblokkeerd door
resten (banden, koorden, stukken
plastiek, enz.).
De robotmaaier werd opgestart
met onvoorziene hindernissen
(gevallen takken, vergeten
voorwerpen, enz.).
Elektrische motor defect
Te hoog gras.
Onjuiste positie van de
perimeterdraad.
Bodem ingezakt nabij het
laadstation.
Perimeterdraad verkeerd gelegd.
Klok verkeerd ingesteld.
Werkuren verkeerd ingesteld.
OPLOSSINGEN
Vervang beschadigde componenten
(zie Par. 5.3).
Schakel de robotmaaier veilig uit
(zie Par. 1.3). Zet het snijmes vrij.
Schakel de robotmaaier veilig uit (zie
Par. 1.3). Verwijder de hindernissen en start
de robotmaaier opnieuw (zie Par. 4.3.9).
Vervang de motor, neem contact op met het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Verhoog de maaihoogte (zie Par. 4.6).
Maai de zone vooraf met een normale
grasmaaier (zie Par. 4.4).
Controleer de verbinding van het laadstation
(zie Par. 3.5.1).
Herstel de correcte positie van het
laadstation. (Zie Par. 3.5.3).
Verplaats de perimeterdraad correct (met
de klok mee) (zie Par. 3.5.1).
Stel de klok van de robotmaaier opnieuw in
(zie Par. 3.7.6).
Stel de werkuren van de robot opnieuw in
(zie Par. 3.7.8).
6. PROBLEEMOPLOSSEN
57