1.
VEILIGHEID
1.1.
INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID
Bij het ontwerp van de apparatuur is bijzondere aandacht besteed aan de aspecten die risico's kunnen
opleveren voor de veiligheid en gezondheid van mensen. Het doel van deze informatie is om gebruikers te
sensibiliseren om elk risico te voorkomen en om gedrag te vermijden dat niet voldoet aan de aangegeven
vereisten.
GEVAAR:
Voordat u de robotmaaier gebruikt, moet u alle informatie in dit document kennen.
GEVAAR:
Deze robotmaaier is niet bedoeld voor gebruik door kinderen en mensen met
verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en
kennis.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Schakel de stroomtoevoer uit en activeer de veiligheidsvoorziening voordat u
afstellingen of onderhoud uitvoert.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Gebruik de robotmaaier niet met een beschadigd netsnoer van de transformator.
Een beschadigde kabel kan contact met de delen onder spanning veroorzaken. De
kabel moet worden vervangen door de fabrikant of zijn assistentiedienst of door een
persoon met voldoende kwalificaties om elk risico te voorkomen.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Gebruik alleen de acculader en voeding die door de fabrikant zijn geleverd. Het
gebruik van een ongeschikte oplader en voeding kan elektrische schokken en of
oververhitting veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Als er vloeistof uit de accu lekt, moeten de betreffende onderdelen worden gewassen
met water/neutralisator.
Vermijd elk direct contact met accuvloeistof.
In geval van aanraking met de ogen, dient men een geneesheer te raadplegen.
WAARSCHUWING:
Tijdens de werking van de robotmaaier dient men zich ervan te verzekeren dat er in
de werkzone geen personen, en vooral geen kinderen en/of huisdieren aanwezig zijn.
Programmeer anders de activiteit van de robotmaaier tijdens de uren dat er geen
mensen in dit gebied zijn.
WAARSCHUWING:
Het operationele gebied moet worden begrensd door een niet-overschrijdbare
afrastering.
Maak de afrastering geschikt of houd toezicht op de robotmaaier tijdens het gebruik.
WAARSCHUWING:
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
NL
1. VEILIGHEID
5