Foto's maken met afzonderlijk aangepaste kleuren
U kunt de verzadiging van elke kleur (Verzadigingsniveau) aanpassen, de hoeveelheid
omgevingslicht aanpassen (Schaduw) en lichte en donkere delen van de foto
aanpassen (Lichte/schaduwdelen).
1
Draai de profielcontroleschakelaar naar
COLOR/MONO.
• Het profielcontrolescherm wordt
weergegeven.
2
Kies een profiel met FG en kies er een
uit [Color1] tot [Color4] met HI.
• U kunt de achterste regelaars gebruiken om
een selectie te maken [Color1/2/3/4].
• Hieronder volgen de voorinstellingen voor
[Color1] tot [Color4].
Color 1 Kleurprofiel 1
Color 2 Kleurprofiel 2
Color 3 Kleurprofiel 3
Color 4 Kleurprofiel 4
3
Gebruik FG om een optie te kiezen en de instellingen aan te passen (Blz. 52).
4
Druk op de knop Q.
5
Maak de foto.
• Druk op de knop u om terug te keren naar het profielcontrolescherm.
Een standaard "Natuurlijke" kleurinstelling waarbij alle
instellingen worden gereset naar de standaardwaarden (±0)
Een kleurinstelling met diepe, sobere tinten
Een kleurinstelling met filmeffect met zeer verzadigde,
diepe tinten
Een kleurinstelling met lichte en zachte tonen
(Kleurenprofielcontrole)
COLOR
COLOR
1
1
Kleurprofiel 1
COLOR
COLOR
MONO
MONO
MONO
MONO
MONO
MONO
MONO
MONO
1
1
2
2
3
3
4
4
1
1
Profiel
2
COLOR
COLOR
COLOR
COLOR
COLOR
COLOR
2
2
3
3
4
4
NL
51