4
De kaart plaatsen.
• Schuif het kaartje zover in de kaartsleuf totdat
het op zijn plaats vastklikt. g "Toepasbare
geheugenkaarten" (Blz. 167)
• Pas geen kracht toe voor het plaatsen van een beschadigde of vervormde kaart.
Dat kan de kaartsleuf beschadigen.
5
Sluit het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment.
• Zorg ervoor dat het klepje van het
batterij-/kaartcompartiment gesloten is
voordat u de camera gebruikt.
$
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
• Lees ook "Batterijen" (Blz. 166).
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voordat u het klepje van het
batterij-/kaartcompartiment opent of sluit. Als u de batterij
wilt verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in
de richting van de pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen.
• Verwijder de batterij niet als de kaartschrijfindicator
zichtbaar is (Blz. 26, 27).
• Neem contact op met een geautoriseerde dealer of
servicedienst als u de batterij niet kunt verwijderen.
Gebruik geen geweld.
Geheugenkaart verwijderen
Druk zachtjes op het geplaatste kaartje
en het springt eruit. Neem de kaart uit
de camera.
• Verwijder de batterij niet als de
kaartschrijfindicator zichtbaar is
(Blz. 26, 27).
1
Vergrendelknopje voor batterij
1
Contactgebied
2
NL
17