Pixel-mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel-mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingsfuncties controleren en bijstellen. Zorg ervoor dat de pixel-
mappingfunctie correct werkt voor u deze gebruikt; wacht 1 minuut of langer direct na
het opnemen of afspelen.
1
Selecteer [Pixel-mapping] (Blz. 150) in het Aangepast menu a.
2
Druk op I en druk vervolgens op de knop Q.
• Tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties geeft de [Bezig]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
• Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
8
NL
175