De belichting regelen
U kunt de door de camera automatisch geselecteerde belichting wijzigen, zodat deze
past bij uw artistieke ideeën. Kies positieve waarden om beelden helderder te maken
en negatieve waarden om beelden donkerder te maken. De belichtingscorrectie kan
worden aangepast met maximaal ±5,0 EV.
Negatief (–)
1
Draai aan de voorste regelaar om de
belichtingscorrectie aan te passen.
• Belichtingscorrectie is niet beschikbaar in de modi B, M,
panorama geselecteerd is in de modus Z.
• De live view toont de effecten van waarden die niet hoger liggen dan ±3,0 EV. Overschrijdt
de belichting deze ±3,0 EV, dan zal de belichtingsbalk gaan knipperen.
• Films kunnen worden gecorrigeerd in een bereik tot ±3,0 EV.
De AF-doelmodus selecteren
Het kader dat de locatie toont van het scherpstelpunt wordt het AF-doel genoemd. U kunt
de grootte van het AF-doel wijzigen. U kunt ook Gezichtsprioriteit AF selecteren (Blz. 82).
1
Druk op de knop N (H) om het AF-doel weer te geven.
2
Selecteer [I (enkelvoudig doel)] of [J (9-groepsdoel)] met de voorste regelaar.
o
o Alle doelen
De camera kiest automatisch uit de volledige set doelen voor scherpstellen.
I Enkel doel
U kunt een enkel AF-doel kiezen.
De camera kiest automatisch uit de doelen in de geselecteerde negen-
J 9-doelgroep
doelengroep.
• De modus Enkelvoudig doel wordt automatisch toegepast in filmopnamen als de modus
Groepsdoel is ingesteld.
Geen compensatie (0)
i i
i i
(Belichting F)
Positief (+)
B
of SCN of als Live Time of
i i
2
(AF-veld)
NL
81