1
Druk op de knop waaraan [a] (vergroting) is
toegewezen.
• Het zoomkader verschijnt.
• Het kader wordt op dezelfde positie weergegeven als
waar het doel de laatste keer voor autofocus is gebruikt.
2
2
Gebruik FGHI om de positie van het
zoomkader te bepalen.
• Houd de knop Q ingedrukt om het frame terug te
brengen naar het midden.
3
Pas de grootte van het zoomkader aan om de
zoomverhouding te kiezen.
• Druk op de knop INFO en gebruik FG of de voorste
of achterste regelaar om de grootte van het zoomkader
aan te passen.
• Druk op de knop Q om te accepteren en te sluiten.
4
Druk nogmaals op de knop waaraan [a] is
toegewezen.
• De camera zoomt in op het geselecteerde deel om het
scherm te vullen.
• Gebruik de voorste of achterste draaiknop om in of uit
te zoomen.
• U kunt het display ook met FGHI verschuiven.
• In modus M of modus
op de INFO-knop drukken om een diafragma of de
sluitertijd te kiezen.
• Druk op de knop a om terug te keren naar het
zoomkader.
• Druk op de knop Q om focuszoom te beëindigen.
• U kunt focuszoom ook beëindigen door de a-knop
ingedrukt te houden.
5
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen met autofocus.
• Focuszoom heeft alleen effect op het display. De met de camera gemaakte foto's worden
niet beïnvloed.
%
• Aanraakbedieningen kunnen worden gebruikt voor focuszoom. g "Opnames maken
door het aanraakscherm te bedienen" (Blz. 32)
114 NL
B
kunt u tijdens het zoomen
S-IS ON
S-IS ON
Off
P
0.0
250 F5.6
0
S-IS ON
S-IS ON
Off
P
0.0
250 F5.6
0
5
x
10
x
250 F5.6
Belichtingsaanpassingsweer-
gave voor de modus M/
ISO-A
200
L
F
4K
30p
1:02:03
1023
ISO-A
200
S-AF
L
F
4K
30p
1:02:03
1023
B