kiNdERVEiLiGHEid: uitschakelen, inschakelen van de passagiersairbag voorin
1
inschakelen van de
passagiersairbags voorin
Zodra het kinderzitje van de passagiersstoel
verwijderd is, moet u de airbags weer ins-
chakelen om de voorpassagier bij een bot-
sing te beschermen.
Voor het opnieuw inschakelen van de
airbags : stilstaande auto, druk de gren-
del 1 in en draai hem in de stand ON.
Met contact aan, moet u verplicht contro-
›
leren of het controlelampje 4
centrale display oplicht en na enkele secon-
des dooft.
1.50
4
storingen
In geval van een storing aan het systeem
voor het in- en uitschakelen van de passa-
giersairbags, is het verboden een achters-
tevoren geplaatst kinderzitje op de voorstoel
te gebruiken.
Het gebruik van de voorstoel door een pas-
sagier wordt ook afgeraden.
Als de twee controlelampjes
¹
tegelijk branden.
op het
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
GEVAAR
Omdat het gevaarlijk is als
de passagiersairbag voorin in
werking komt als er een kin-
derzitje achterstevoren op de voorstoel
is geplaatst, mag u NOOiT een kinder-
zitje achterstevoren (met de rug naar
de weg) installeren op een voorstoel
met een AiRBAGACTIEVE. Dat kan
de dOOd van het kiNd of ERNsTiGE
VERWONdiNGEN tot gevolg hebben.
Het in- en uitschakelen van
de passagiersairbag moet bij
stilstaande auto gebeuren.
›
Als dit bij rijdende auto ge-
en
beurt, lichten de controlelampjes
©
en
Om de staat van de airbag weer in ove-
reenstemming te brengen met de stand
van de grendel, zet u het contact uit en
weer aan.
(3/3)
å
op.