VOORsTOELEN zONdER ELEkTRiscHE VERsTELLiNG
2
1
4
Vooruit of achteruit schuiven
van de stoel
Trek de handgreep 1 omhoog om te ont-
grendelen. In de gewenste stand laat u de
handgreep los. Controleer of de stoel ver-
grendeld is.
zitting hoger of lager zetten
Beweeg de hendel 2 zo vaak als nodig is
omhoog of omlaag.
Rugleuning verstellen
Draai de knop 3 tot de gewenste stand.
3
stoelverwarming
(afhankelijk van auto)
Draaiende motor, draai de knop 4 in één van
de standen I, II of III (afhankelijk van de ge-
wenste temperatuur). Een controlelampje
licht op het instrumentenpaneel op zodra de
verwarming van een van de voorstoelen in
werking is.
Het thermostatische systeem bepaalt, af-
hankelijk van de gekozen stand, of de ver-
warming nodig is.
(1/2)
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
Voor een optimale werking van
de autogordels moet u de rug-
leuningen niet te veel achterover zetten.
Laat geen spullen op de vloer (bij de be-
stuurder) liggen. In geval van plotseling
remmen zouden deze onder de pedalen
terecht kunnen komen, waardoor de be-
stuurder deze niet meer goed kan bedie-
nen.
1.17