PORTiEREN VERGRENdELEN, ONTGRENdELEN
4
schakelaar voor het
vergrendelen/ontgrendelen van
de portieren van binnenuit
De schakelaar 4 bedient tegelijk de portie-
ren, de achterklep en afhankelijk van de
auto, de tankdopklep.
Als een portier (of de achterklep) open of
niet goed gesloten is, vergrendelen/ontgren-
delen de portieren snel.
In geval van het vervoer van een voorwerp
met de geopende achterklep, kunt u toch de
andere portieren vergrendelen: motor uit,
druk meer dan vijf secondes op de schake-
laar 4 om de andere de portieren te vergren-
delen.
(2/2)
Vergrendelen van de portieren
en kleppen zonder de RENAULT
card
Dit is bijvoorbeeld het geval als een batterij-
tje ontladen is, of de RENAULT card tijdelijk
niet werkt, enz.
Motor uit, een portier (of achterklep) ge-
opend, druk meer dan vijf secondes op de
schakelaar 4.
Bij het sluiten van het portier worden alle
portieren en kleppen vergrendeld.
De auto kan van buitenaf alleen ontgrendeld
worden als de RENAULT card zich in de
toegangszone van de auto bevindt, of met
behulp van de in de RENAULT card geïnte-
greerde sleutel.
Na het vergrendelen/ontgrendelen van
de auto of van alleen de bagageruimte
met behulp van de knoppen van de
RENAULT card, worden het vergrende-
len door weglopen en het handsfree ont-
grendelen gedeactiveerd.
De "handsfree" werking wordt hersteld
na het starten van de auto.
controlelampje van de
portiervergrendeling
Met contact aan geeft het controlelampje in
de schakelaar 4, aan of de portieren wel of
niet vergrendeld zijn:
– lampje brandt, de portieren zijn vergren-
deld;
– lampje uit, de portieren zijn ontgrendeld.
Als u de portieren vergrendelt, blijft het con-
trolelampje branden en dooft daarna.
Laat nooit een RENAULT card
in de auto liggen als u de auto
verlaat.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
1.13