Lekke band, reservewieL
1
Laat het reservewiel regelmatig door uw dealer controleren. Na verloop van tijd kan het door veroudering onbruikbaar worden.
auto's met een reservewiel dat verschillend is van de vier andere wielen:
– Monteer nooit meer dan één reservewiel op een auto.
– Vervang zo snel mogelijk het reservewiel door een wiel dat identiek is aan het originele wiel.
– Bij tijdelijke gebruik van dit reservewiel, mag de rijsnelheid niet hoger zijn dan de snelheid die op de sticker op het wiel aangegeven staat.
– De montage van dit wiel kan het rijgedrag van uw auto veranderen. Voorkom snel optrekken en krachtig remmen en verminder uw snelheid
in bochten.
– Als u sneeuwkettingen moet gebruiken, monteer dan het reservewiel op de achteras en controleer de bandenspanning.
5.2
in geval van een lekke band,
heeft u, afhankelijk van de auto,
de beschikking over:
Een reservewiel of een oppompset voor de
banden (raadpleeg de volgende bladzijdes).
reservewiel
Het reservewiel bevindt zich in de bagage-
ruimte. Om erbij te kunnen komen:
– open de achterklep;
– afhankelijk van de auto, draai de bevesti-
gingshaken los;
– vouw de mat van de bagageruimte terug
met behulp van het lipje 1;
– draai de centrale bevestiging los;
– verwijdert u het reservewiel.
bijzonderheid:
Het controlesysteem van de bandenspan-
ning controleert niet de spanning van de
reserveband (het door het reservewiel ver-
vangen wiel verdwijnt van het display op het
instrumentenpaneel).
Raadpleeg de paragraaf "Controlesysteem
bandenspanning" in hoofdstuk 2.