4. De vleugelmoer (Fig. 93/1) losdraaien en
de kettingspanner in de coulisse in de
richting van de pijl verschuiven.
5. Met de haak (Fig. 82/1) de ketting (Fig. 94)
om het gewenste kettingwiel (X, Y of Z)
leggen.
Instelgegevens, zie hoofdstuk
„Samenstelling van de kettingwielen
berekenen voor de instelbare aandrijfkast
en de secundaire aandrijving ", op pagina
62.
6. Het kettingwiel verschuiven, indien de
ketting niet in een lijn ligt .
Telkens nadat het kettingwiel is
verschoven, deze axiaal borgen met een
overslagpen (Fig. 94/1).
7. De rollenketting opspannen.
De vleugelmoer tot de aanslag in de
richting van de pijl schuiven en vervolgens
terug naar de volgende uitsparing (Fig.
95/1). De kettingspanner in de uitsparing
vastzetten.
8. Vleugelmoer aandraaien.
9. De hefboom (Fig. 92/1) uit de gleuf (Fig.
92/2) lostrekken.
10. Deksel op de aandrijfkast zetten met de
vleugelmoer (Fig. 91/1) bevestigen.
ED BAH0002 10.05
Fig. 93
Fig. 94
Fig. 95
Instellingen
93