8.8.1
Aftakasaangedreven turbine
Het aftakastoerental is ingesteld volgens uw
leveringsopdracht, bijv. op 1000 t/min.
aftakastoerental van de tractor. Een sticker (Fig.
112) op het huis van de turbine geeft het
toegestane aftakastoerental van de tractor aan.
Indien het voorgeschreven aftakastoerental van
de tractor wordt aangehouden, staat de wijzer
van de manometer in het groene gedeelte (Fig.
110/2).
Kleine correcties kunnen door geringe variatie
in het aftakastoerental van de tractor worden
uitgevoerd.
8.8.2
Hydraulisch aangedreven turbine
De turbine kan met een hydromotor (Fig. 113)
worden aangedreven.
Het toerental van de turbine met behulp van de
manometer (Fig. 110) instellen, naar keuze
·
met het stroomregelventiel (indien
aanwezig) van de tractor (zie hoofdstuk
„Turbinetoerental instellen met het
stroomregelventiel van de tractor ", op
pagina 102)
·
met het stroomregelventiel van de machine
(zie hoofdstuk „Turbinetoerental instellen
met het stroomregelventiel van de machine
", op pagina 102).
ED BAH0002 10.05
Fig. 112
Fig. 113
Advies!
Alleen tractoren met Load-Sensing-systeem of gescheiden
oliecircuit zijn geschikt om de turbine hydraulisch aan te drijven.
Bij andere tractoren moet meestal eerst de turbine worden
uitgeschakeld om de machine op de kopakker te kunnen
opheffen.
Opmerking!
Het turbinetoerental verandert net zolang tot de hydrauliekolie
op bedrijfstemperatuur is gekomen.
Bij het in bedrijfstellen het turbinetoerental tot het bereiken van
de bedrijfstemperatuur voortdurend corrigeren.
Wordt de turbine na lange periode van stilstand weer in bedrijf
genomen, dan wordt het ingestelde turbinetoerental pas bereikt
wanneer de hydrauliekolie op bedrijfstemperatuur is gekomen.
540
1/min.
710
1/min.
1000
1/min.
Instellingen
101