In bedrijf stellen
6.1.2
Koppelingsas op de tractor aanpassen
Bevestig de de uit elkaar getrokken
koppelingsashelften aan de aftakasaansluiting
van de trekker en de machine (op de
voorgeschreven aanbouwwijze).
Fig. 57/...
(1) Door het naast elkaar houden van de
profielpijpen, controleren of de overlapping
in iedere positie van de machine achter de
trekker minstens A = 185 mm bedraagt.
(2) In ingeschoven toestand mogen de
profielpijpen niet tegen de gaffels van de
kruisstukken stoten. Veilige afstand van
minstens 10 mm aanhouden.
(3) Voor aanpassen van de lengte van de
koppelingsashelften, de assen in de kortste
positie naast elkaar houden en aftekenen.
(4) Binnenste en buitenste beschermpijp
evenredig inkorten.
(5) Binnenste en buitenste profielbuis met
dezelfde lengte als de beschermpijp
inkorten.
72
Belangrijk!
De lengte van de koppelingsas aanpassen bij de eerste montage
aan de tractor of bij het verwisselen van het type tractor. Volg de
aanwijzingen op in de bedieningshandleiding van de fabrikant
van de koppelingsas .
Gevaarlijk!
De koppelingsas alleen bevestigen of demonteren, wanneer de
aftakas van de tractor is uitgeschakeld, de handrem is
aangetrokken, de motor stil staat en de contactsleutel is
verwijderd.
Fig. 57
(6) Zaagsnede afronden en spanen zorgvuldig verwijderen.
(7) Schuifprofielen invetten en in elkaar schuiven.
(8) De beschermpijpen van de koppelingsas zijn voorzien van
kettinkjes, die aan de machine en de tractor moeten worden
vastgemaakt. Deze kettinkjes voorkomen dat de beschermpijpen
meedraaien, wanneer de koppelingsas ingeschakeld is.
Kettingen van de beschermpijpen zo bevestigen, dat de
koppelingsas in alle werkstanden vrij kan bewegen en de
beschermpijpen niet kunnen meedraaien.
ED BAH0002 10.05