Instellingen
8.17.2.1 Overbrenging van de aandrijving instellen
1. Handrem aantrekken, motor van de tractor
stilzetten en contactsleutel verwijderen.
2. Vleugelmoeren (Fig. 165/1) losdraaien.
3. Afdekplaat (Fig. 165/2) wegnemen.
4. Vleugelmoer (Fig. 166/1) van de
kettingspanner losdraaien.
5. De voorgeschreven kettingwielen
monteren.
Voorbeeld:
Kettingwiel X (Fig. 166/X) = 17 tanden
Kettingwiel Y (Fig. 166/Y) = 24 tanden.
6. Kettingwielen met borgclip zekeren.
7. Ketting omleggen.
8. Kettingspanner spannen en met de
vleugelmoer (Fig. 166/1vastzetten.
9. Afdekplaat (Fig. 165/2) monteren.
8.17.2.2 Doseerringen instellen
1. Alle doseerinstelringen (Fig. 167/1) op de
vereiste waarde instellen.
Voorbeeld:
Instelling "E – 5"
De doseerinstelringen verdraaien tot het cijfer
„5" (Fig. 167/2 op de as bij „E" (Fig. 167/3) staat.
124
Fig. 165
Fig. 166
Fig. 167
ED BAH0002 10.05