Instellingen
8.8.2.1
Turbinetoerental instellen met het stroomregelventiel van de tractor
1. Alle zaadbakjes vullen.
2. Contramoer (Fig. 114/1) losdraaien.
3. Het handwiel (Fig. 114/2) dichtzetten
(rechtsom draaien) en vervolgens een
1/2 slag openzetten zodat de oliestroom zo
gering mogelijk is. Vermijdt grotere
olieopbrengst dan strikt noodzakelijk is.
4. Handwiel met contramoer (Fig. 114/1)
vastzetten.
5. Motor van de tractor starten en met
verhoogd toerental laten draaien.
6. Het aandrijfwiel met de afdraaislinger
zolang ronddraaien tot alle gaten van de
precisiezaaischijven met korrels bezet zijn
(zie hoofdstuk „Positie van de afstrijker en
stand van de reduceerklep controleren ",
op pagina 97).
7. Het turbinetoerental met behulp van de
manometer (Fig. 110) instellen op het
stroomregelventiel van de tractor.
8.8.2.2
Turbinetoerental instellen met het stroomregelventiel van de machine
Het turbinetoerental alleen met het
stroomregelventiel van de machine instellen
indien de tractor niet is uitgerust met een
regelbare olieopbrengst.
Turbinetoerental instellen met het
stroomregelventiel van de machine:
1. Alle zaadbakjes vullen.
2. Motor van de tractor starten en met
verhoogd toerental laten draaien.
3. Contramoer (Fig. 115/1) losdraaien.
4. Het aandrijfwiel met de afdraaislinger
zolang ronddraaien tot alle gaten van de
precisiezaaischijven met korrels bezet zijn.
5. Handwiel (Fig. 115/2) zover uitdraaien, tot
de wijzer van de manometer (Fig. 110) in
het groene gedeelte staat .
6. Handwiel met contramoer (Fig. 115/1)
borgen.
102
Fig. 114
Fig. 115
ED BAH0002 10.05