Instellingen
10. Het wiel met het aantal
slingeromwentelingen uit de tabel (Fig.
181) rechtsom draaien.
11. De opgevangen hoeveelheid kunstmest
wegen (Fig. 183), daarbij rekening houden
met het gewicht van de opvangbakken en
met factor „40" vermenigvuldigen.
132
Voorbeeld:
opgevangen hoeveelheid
kunstmest:
kunstmest afgifte:
2x220l-voorraadtrechter:
Wordt de gewenste hoeveelheid kunstmest [kg/ha] bij de afdraaiproef niet
behaald, dan de doseerinstelringen verstellen (zie hoofdstuk
„Doseerringen instellen", op pagina 124).
De afdraaiproef herhalen, tot de gewenste kunstmest afgifte wordt bereikt.
900/1100l-voorraadtrechter:
Berekening van de hoeveelheid kunstmest, wanneer slechts bij een
kunstmestkouter de kunstmest afgifte werd opgevangen en voor het
zaaien 6 kunstmestkouters worden gebruikt:
Kunstmest afgifte
900/1100l-voorraadtrechter:
Wordt de gewenste hoeveelheid kunstmest [kg/ha bij de afdraaiproef niet
behaald, bereken dan de afwijking (%) tussen de gewenste en de
opgevangen hoeveelheid en verstel de instelhendel op de aandrijfkast met
deze procentuele verandering.
Herhaal de afdraaiproef, tot de gewenste hoeveelheid kunstmest is
bereikt.
12.
de afdraaiproef:
o
afdraaislinger inde transporthouder steken.
o
afsluitschuiven openzetten, die voor de afdraaiproef werden
dichtgezet.
Belangrijk!
Zet de afsluitschuiven weer open, die voor de afdraaiproef werden.
Fig. 183
5 kg (afgedraaid op 1/40 ha)
=
5 x 40 = 200 [kg/ha]
= 20 [kg/ha] x 6 = 120 [kg/ha]
ED BAH0002 10.05