8
Instellingen
8.1
Rijenafstand instellen
1. Bouten (Fig. 79/1) en moeren (Fig. 79/2)
losdraaien.
2. Machine opheffen en op een veilige wijze
ondersteunen.
3. De zaaiaggregaten op de gewenste
rijenafstand instellen door de
zaaiaggregaten op de profielfbalk (Fig.
79/3) te verschuiven.
8.2
Zaaiaggregaten uitschakelen
8.2.1
Zaaiaggregaten mechanisch uitschakelen
1. Spanstift (Fig. 80/1) met een tang uit de
koppeling trekken.
2. De spanstift, wanneer deze niet wordt
gebruikt in het boorgat (Fig. 80/2) in de
koppelflens steken.
8.2.2
Zaaiaggregaten elektronisch uitschakelen (optie)
ED BAH0002 10.05
Fig. 79
Belangrijk!
De moeren (Fig. 79/2) na twee draaiuren natrekken.
Advies!
De toevoer van de kunstmest (indien aanwezig) voor de
betreffende kunstmestkouters onderbreken.
Fig. 80
Zaaiaggregaten elektronisch uitschakelen met de bedieningsterminal
van de
. Een nauwkeurige omschrijving vindt u in de
betreffende handleiding.
,
Instellingen
of met de
87