Voorbeeld:
Rijenafstand R: ........................ 45 cm
Aantal zaaiaggregaten: ............ 7
Breedte tractorspoor S: ............ 150 cm
Markeurlengte A
Markeurlengte A
8.9.3
Werkintensiteit van de markeur instellen
1. De werkintensiteit van de markeur wordt
ingesteld door de spoorschijf (Fig. 119/1)
te verdraaien.
Op lichte grond staat de spoorschijf bijna
parallel aan de rijrichting en staat op zware
grond meer op grip.
ED BAH0002 10.05
=
45 x 7 x 150
200
=
236 cm
Fig. 118
Fig. 119
Instellingen
105