10. Markeer het punt direct loodrecht onder het display van de ontvanger als de LL. Wanneer u de
drukknop ingedrukt houdt, kunt u de diepte van de zender aflezen. Om er echter zeker van te zijn dat
u zich exact boven de zender bevindt en de diepte-uitlezing nauwkeurig is, moet u eerst het RLP
vinden.
LET OP: als de traceerlijn niet weergegeven wordt, kunt u de ontvanger verplaatsen in de richting
naar waar u denkt dat de zender zich bevindt. In dat geval zult u zien dat het traceerdoel
van onderin het scherm naar bovenin het scherm springt (of omgekeerd). Houd de
drukknop dan ingedrukt. De ontvanger kan dan opnieuw een referentiesignaal bepalen en
de LL weergeven.
Het RLP bepalen om de richting en positie van de zender te bepalen
Door het RLP te bepalen, kunt u de richting en positie van de zender bepalen. Net als het FLP wordt het
(
) in het display van de ontvanger weergegeven. Zodra u het RLP heeft bepaald,
RLP als doel
valt de lijn tussen het RLP en het FLP exact samen met de richting van de zender. De zender
bevindt zich onder het punt waar de LL deze lijn snijdt.
Ga dan als volgt verder met de traceerprocedure:
11. Loop vanaf de LL in de richting van de boormachine terwijl u het doel op de verticale haarlijn houdt.
(vanaf de traceerlijn in de richting van het
12. Plaats de ontvanger zodanig dat het traceerdoel zich precies midden in het kader op het display van
de ontvanger bevindt.
®
DigiTrak
SE™ Bedieningshandleiding
Traceerscherm op de ontvanger
RLP)
Traceren
RLP
LL
FLP
Huidige positie van de
ontvanger en de zender
65