Aandachtspunten voor de veiligheid
Belangrijk:
Iedereen die met het DigiTrak SE-traceersysteem gaat werken dient de hieronder en de in
deze bedieningshandleiding vermelde veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen grondig te lezen en in
acht te nemen.
Contact tussen ondergronds boormaterieel en hoogspanningskabels of aardgasleidingen
kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Contact
tussen
glasvezelkabels, waterleidingen of rioleringsbuizen kan tot aanzienlijke materiële schade
en aanspraken op schadevergoeding leiden.
Ondeskundig gebruik van de apparatuur kan werkvertraging en overschrijding van de
kostenbegroting tot gevolg hebben.
De apparatuur van DCI is niet explosiebestendig en mag nooit worden gebruikt in de
buurt van ontvlambare of explosieve stoffen.
Bedieningspersoneel van apparatuur voor gestuurd boren MOET te allen tijde:
•
Volledige
kennis
traceergereedschappen,
aardingsmethoden.
•
Ervoor zorgen dat voor aanvang van de boorwerkzaamheden ondergrondse kabels, leidingen en
buizen opgespoord, blootgelegd en nauwkeurig gemarkeerd zijn.
•
Veiligheidskleding en -schoeisel dragen, zoals geïsoleerde laarzen, handschoenen, helmen,
fluorescerende jasjes en veiligheidsbrillen.
•
Tijdens het boren de zender in de boorkop nauwkeurig en correct traceren en volgen.
•
De voorzijde van de ontvanger ten minste 8 in. (20 cm) verwijderd te houden van de voorkant van
het lichaam om te voldoen aan de eisen van de FCC.
•
Voldoen aan lokale en nationale overheidsreglementen (bijv. Arbeidsveiligheid en –hygiëne;
OSHA).
•
Alle andere veiligheidsvoorschriften opvolgen.
Het DigiTrak SE-systeem is niet geschikt voor het opsporen van kabels en leidingen.
Bij blootstelling aan een elektrostatische schok kan de op het display weergegeven informatie
verdwijnen. Daardoor gaan geen gegevens verloren. Druk de drukknop kort in om de ontvanger te
resetten; druk de tuimelschakelaar omlaag om het remote display te resetten.
Door continue blootstelling van de zender aan hitte, als gevolg van wrijvingswarmte in de boorkop,
kan de uitlezing onnauwkeurig worden en de zender mogelijk permanent beschadigen. Meer
informatie vindt u in het hoofdstuk Zender in deze handleiding.
Let op! De oppervlakken van de FC-, ECP- en SST-kabelzenders kunnen heet
worden als de behuizing niet aan de eisen voldoet. Controleer altijd of de zender
tijdens gebruik correct in de behuizing is geplaatst.
Verwijder tijdens transport en bij langdurige opslag de accu's uit alle systeemcomponenten; door
lekkage van accu's kan het apparaat beschadigen.
6
D
IGITAL
en waarschuwingen
ondergronds
boormaterieel
hebben
van
het
inclusief
het
C
I
ONTROL
NCORPORATED
en
telefoonkabels,
veilig
en
correct
gebruik
van
aardingsmatten
DigiTrak
televisiekabels,
gebruik
van
de
boor-
en
de
®
SE™ Bedieningshandleiding
en
correcte