Zender
Temperatuurupdates en oververhittingindicator
SE-zenders zijn voorzien van een interne digitale thermometer. De interne temperatuur van de zender
wordt elke 2 seconden naar de ontvanger en het remote display verzonden. Deze temperatuur wordt
rechtsonder in het display van de ontvanger weergegeven naast het zendertemperatuurpictogram
het hoofdstuk Remote display als u beschikt over een SED-remote display of de bedieningshandleiding
van uw remote display voor meer informatie over hoe uw remote display de zendertemperatuur grafisch
weergeeft.
LET OP: omdat de digitale thermometer zich in de zender bevindt, zal de temperatuurstijging als
gevolg van externe booromstandigheden met een zekere vertraging door de zender worden
gedetecteerd. Om beschadiging te voorkomen is het belangrijk om zo snel mogelijk adequaat
te reageren op een toename van de temperatuur van de zender.
De boortemperatuur ligt normaal gesproken in het bereik van 64 °F (16 °C) tot 104 °F (40 °C). Stop met
boren wanneer de temperatuur van de zender hoger wordt dan 95 °F (35 °C) om de boorkop en de
zender de gelegenheid te geven af te koelen. Zodra de temperatuur 118 °F (48 °C) bereikt, wordt het
thermometerpictogram knipperend weergegeven met een stoomwolk:
geworden en moet onmiddellijk gekoeld moet worden om beschadiging te voorkomen.
Om er voor te zorgen dat de temperatuur van de zender niet verder oploopt en de zender te koelen, kunt
u stoppen of langzamer boren en/of meer boorvloeistof toevoeren.
Waarschuwingstonen zendertemperatuur
De door de SE-ontvanger en het remote display gegenereerde pieptonen om toenames van de
temperatuur in de zender te melden, zijn weergegeven in de onderstaande tabel.
Temperatuur
Lager dan 61 °F (16 °C)
61-97 °F (16-36 °C)
104-111 °F (40-44 °C)
118-133 °F (48-56 °C)
Boven 140 °F (60 °C)
Boven 176 °F (80 °C)
180 °F (82 °C)
Boven 183 °F (84 °C)
220 °F (104 °C)
38
Geen tonen wanneer de temperatuur oploopt.
Dubbele-pieptoon (piep-piep) voor elke toename van de temperatuur met 4
°C.
Twee dubbele-pieptonen (piep-piep, piep-piep) voor elk toename van de
temperatuur met 4 °C. LET OP: onderneem actie om de zender te koelen.
Drie dubbele-pieptonen (piep-piep, piep-piep, piep-piep) voor elk toename van
de temperatuur met 4 °C. LET OP: koelen is essentieel om onomkeerbare
schade te voorkomen.
Drie dubbele-pieptonen elke 5 seconden op het remote display en elke 20
seconden op de ontvanger. LET OP: een waarschuwing duidt op gevaarlijke
booromstandigheden; het is mogelijk dat de zender al onomkeerbaar
beschadigd is.
De SES-zender wordt uitgeschakeld.
De oververhittingindicator (temperatuurstip) op SES-zenders wordt zwart (zie
onder).
De ST-zender wordt uitgeschakeld.
De oververhittingindicator (temperatuurstip) op ST-zenders wordt zwart (zie
onder).
. De zender is dan te heet
Waarschuwingstonen
®
DigiTrak
SE™ Bedieningshandleiding
.
Zie