Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aangenomen Neiging Nul; Diepte Instellen - DCI DigiTrak SE Bedieningshandleiding

Traceersysteem voor gestuurd boren
Inhoudsopgave

Advertenties

Ontvanger
Wanneer de rolverschuivingfunctie wordt gebruikt (een elektronische compensatie
waarmee de 12-uurpositie van de zender wordt gekoppeld aan de 12-uurpositie van
de boorkop), zullen in de wijzerplaat een kleine cirkel en naast de wijzerplaat de
letters 'RO' worden weergegeven (zie de afbeelding rechts). Meer informatie over de
rolverschuivingfunctie kunt u vinden in de paragraaf 'Menu Eenheden en
rolverschuiving'.
De uitlezing van de rolpositie/neiging varieert met de hoeveelheid rolpositie-/neiginggegevens die de
ontvanger van de zender ontvangt. Wanneer de uitlezing van de meter leeg is, ontvangt de ontvanger
geen rolpositie/neiginggegevens. In dat geval wordt er geen informatie op het display van de ontvanger
en het remote display weergegeven. Hoewel de ontvanger wel informatie over de diepte ontvangt en de
voorspelde diepte kan berekenen, gaat de ontvanger er vanuit dat de zender een neiging nul heeft, wat
wordt aangeduid met het volgende pictogram dat wordt weergegeven in het diepte- of voorspelde
dieptescherm.

Diepte instellen

Houd in het traceerscherm de drukknop ingedrukt om het scherm Diepte instellen te openen. In dit
scherm wordt ook de accutoestand van de zender weergegeven. Het scherm bevat naast de diepte-
uitlezing ook andere informatie over de positie van de zender ten opzichte van de ontvanger.
Positie van het
traceerpunt; bij
benadering
(FLP of RLP)
Line-in-the-box (lijn
in kader) ter plaatse
van de traceerlijn (LL)
Toestand van de
zenderaccu
Dieptescherm op de ontvanger ter plaatse van de LL met de functie
Hoogte Boven de Grond (HBG) ingeschakeld (drukknop ingedrukt)
32

Aangenomen neiging nul

HBG-instelling
Diepte van de
zender
®
DigiTrak
SE™ Bedieningshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave